Overwegende dat het vanuit cultuurhistorisch en ecologisch oogpunt van belang is dat de aanplanting of het onderhoud van boom- en struiksoorten aangemoedigd wordt;
Overwegende dat het stadsbestuur zijn cultuurhistorisch, ecologisch en landschappelijk patrimonium wil behouden en verrijken;
Gelet op het belang van het verhogen van levenskansen van organismen in landschappen en het verhogen van de soortenrijkdom en de functies van de biotopen; dat het in het belang van de biodiversiteit opportuun is om vanuit ecologische, landschappelijke en recreatieve overwegingen kleine landschapselementen te behouden en te versterken;
Gelet op de noodzaak dat er een stimulans wordt gegeven voor het onderhoud, het behoud en de ontwikkeling van de kleine landschapselementen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2006 houdende de vaststelling van het subsidiereglement voor de aanplanting en het onderhoud van kleine landschapselementen (K.L.E.'s);
Overwegende dat punt 7 van artikel 3 van het bestaande reglement dient aangepast te worden aan recente wetgeving; zoals vermeld in artikel 3.133 van boek 3 'goederenrecht' van het burgerlijk wetboek van 4 februari 2020; dat handelt over de afstand van de aanplanting tot aan de perceelgrens;
Gelet op artikel 3.133 van boek 3 'goederenrecht' van het burgerlijk wetboek van 4 februari 2020;
Gelet op artikel 40 van het decreet lokaal bestuur;
Budgetten voor deze subsidie worden ingeschreven onder AR 64900000 BI 039000,
Enig artikel:
Het subsidiereglement van 19 december 2006 betreffende de aanplanting en het onderhoud van kleine landschapselementen (K.L.E.'s) als volgt te wijzigen:
Artikel 3 '7. De aanplanting gebeurt in overeenstemming met alle bestaande wetten en reglementen (burgerlijk wetboek, veldwetboek, plaatselijke gebruiken van het Oude Land van Aalst , m.a.w. hagen e.a. beplanting lager dan 2 meter dienen op 42 cm van de perceelsgrens worden aangeplant, hoogstammige bomen en beplantingen hoger dan 2 meter, op 84 cm van de perceelsgrens,…).' wordt gewijzigd naar '7. De aanplanting gebeurt in overeenstemming met alle bestaande wetten en reglementen (burgerlijk wetboek boek 3 ‘Goederen’, veldwetboek, m.a.w. bomen die minstens 2 meter hoog zijn moeten op minstens 2 meter van de perceelsgrens aangeplant worden. Voor alle andere bomen, struiken en hagen bedraagt de plantafstand 0,50 meter van de perceelsgrens.)'.