Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 augustus 2020 houdende de vaststelling van het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel, met latere wijzigingen;
Overwegende dat het noodzakelijk is een beleid rond relaties op het werk op te zetten binnen de organisatie;
Gelet op het hoog overlegcomité van 6 juni 2024 waarbij de vakbonden bemerkingen hadden betreffende het vooropgesteld beleid rond relaties op het werk;
Gelet op het hoog overlegcomité van 19 september 2024 waarbij een eenparig advies werd gegeven;
Overwegende dat het daarom is aangewezen het beleid rond relaties op het werk, als bijlage, toe te voegen aan het arbeidsreglement,
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, met latere wijzigingen;
In het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 31 augustus 2020, met latere wijzigingen:
Artikel 1:Bijlage 20 met volgende tekst toe te voegen:
BIJLAGE 20:
Beleid rond Relaties op het Werk
Artikel 1. Doelstelling
Het doel van dit beleid is om een gezonde en respectvolle werkomgeving te bevorderen, waarin de belangen van medewerkers en de organisatie worden beschermd. Dit beleid begeleidt en reguleert de interacties en relaties tussen medewerkers op de werkplek. De werkgever tracht met dit beleid een veilige werkplek te creëren voor alle medewerkers. Zij wil voorkomen dat een affectieve relatie of familieband negatieve gevolgen krijgt voor de sfeer op de werkvloer en de werkzaamheden zelf. Een familiale of relationele band tussen werknemers kan leiden tot belangenverstrengeling en het ongeoorloofd delen van vertrouwelijke informatie.
Artikel 2. Toepassingsgebied
Dit beleid is van toepassing op alle medewerkers, inclusief decretale graden, leidinggevenden en bestuursleden, fulltime, parttime en tijdelijke krachten en in overeenstemming met de deontologische code
Artikel 3. Definitie van relaties
Voor de doeleinden van dit beleid omvat "relaties" romantische, intieme, of seksuele interacties tussen medewerkers of een familieband tot de tweede graad. Dit omvat relaties tussen collega's, leidinggevenden, ondergeschikten en bestuursleden, evenals relaties met externe belanghebbenden zoals leveranciers, klanten, of andere zakelijke partners.
Artikel 4. Gedragscode
§1. Respect en professionaliteit
Alle medewerkers worden verwacht elkaar met respect en professionaliteit te behandelen, ongeacht hun persoonlijke relatie. Er wordt getracht werk en privé zoveel mogelijk gescheiden ten houden.
§2. Belangenvermenging
Medewerkers in een romantische relatie mogen geen directe invloed uitoefenen op beslissingen die de ander kunnen bevoordelen of benadelen in termen van salaris, promotie, beoordelingen, andere arbeidsvoorwaarden of het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten. Als de relatie een impact heeft op de algemene werking en/of het naleven van de uitvoering van de arbeidsvoorwaarden, kan de leidinggevende in samenspraak met de algemeen directeur of de personeelsdienst ingrijpen.
In de eerste plaats kan er over de situatie worden gepraat maar indien er onvoldoende waarborg is om de belangenvermenging uit te sluiten of om een goede verderzetting van de werkzaamheden te garanderen, kan de leidinggevende in samenspraak met de algemeen directeur verdere maatregelen nemen. Deze maatregelen worden steeds schriftelijk vastgelegd. Wanneer maatregelen overwogen worden, worden deze voorafgaandelijk besproken met het betrokken personeelslid/de betrokken personeelsleden; eventueel bijgestaan door een syndicaal afgevaardigde of vertrouwenspersoon naar keuze van het personeelslid.
In het geval het betrokken personeelslid een decretale graad betreft, zal het college van burgemeester en schepenen oordelen over de situatie en eventuele maatregelen in overweging nemen.
Overplaatsing is in het geval van een hiërarchische relatie het uitgangspunt, tenzij de specifieke aard van het vakgebied dit niet mogelijk maakt. In dat geval wordt er gezocht naar een andere passende oplossing. Indien de relatie resulteert in een overplaatsing dan zal dit gebeuren vanuit het vertrekpunt de rechtspositie te handhaven.
§3. Gedragsnormen
Alle medewerkers worden verwacht met elkaar om te gaan op een neutrale en respectvolle manier zowel tijdens de relatie als erna. Dit betekent dat ze zich onthouden van intimiderend, kwetsend of ongepast (intiem) verbaal en non-verbaal gedrag.
Artikel 5. Familiale banden tot de tweede graad
Een medewerker mag niet geëvalueerd worden door een hiërarchisch leidinggevende waarmee er een familiale band is.
Bij selecties geldt het verbod op belangenvermenging: Bij familieverwantschap tot in de tweede graad tussen een lid van de selectiecommissie en een kandidaat, worden de passende maatregelen getroffen om de onpartijdigheid van de selectieprocedure te garanderen.
Artikel 6. Maatregelen
Overtredingen van dit beleid worden serieus genomen en kunnen leiden tot disciplinaire maatregelen, variërend van waarschuwingen, begeleiding, tot disciplinaire actie zoals schorsing of beëindiging van het dienstverband, afhankelijk van de ernst van de overtreding.
Artikel 7. Informatiedeling
Alle medewerkers zullen regelmatig worden voorzien van informatie over dit beleid, om bewustzijn te vergroten en begrip te creëren omtrent de verwachtingen en consequenties van relaties op de werkvloer. Voor belanghebbende of betrokkene bestaat er de mogelijkheid om contact op te nemen met de vertrouwenspersonen.
Artikel 8. Evaluatie en Aanpassingen:
Dit beleid zal regelmatig worden geëvalueerd en aangepast om ervoor te zorgen dat het aansluit bij de veranderende behoeften en normen binnen de organisatie en de bredere samenleving.
Slotopmerking
Het naleven van dit beleid is essentieel voor het handhaven van een respectvolle en professionele werkomgeving. Alle medewerkers worden aangemoedigd om zich bewust te zijn van de richtlijnen en deze te respecteren in hun interacties op de werkplek.
Artikel 2:
Deze wijziging gaat in op 18/02/2025.