Notulen  Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Openbaar

• Afdeling Financiën

  • Vijfde aanpassing meerjarenplan 2020-2025: vaststelling deel OCMW.

    Aanwezig: Rudy Frederic, Voorzitter OCMW-raad
    Ann Panis, Burgemeester
    Fernand Van Trimpont, Kristin Vangeyte, Veerle Mertens, Stephan De Prez, Rurik Van Landuyt, Jimmy Colman Villamayor, David Larmuseau, Schepenen
    Martine Duwyn, Bram De Geeter, Stephan Bourlau, Sarah De Backer, Godelieve Dauw, Ilse Roggeman, Paul Deprez, Karla Bronselaer, Jef Van der Mynsbrugge, Johan Quintelier, Paul Pardon, Herman D'Hondt, Patrick De Bodt, Hans De Gent, Reza Mohammadi, Bram De Pril, Ann Stevens, Krist Matthys, Rudi Walckiers, Emma Van der Maelen, Filip Schotte, Raadsleden
    Veerle Alaert, Algemeen Directeur

    Afwezig: Geert De Chou, Raadslid

    Feiten, context en argumentatie

    Gelet op het voorliggend ontwerp van de vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025- deel OCMW;
    Overwegende dat het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplan minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen;
    Overwegende dat de gemeenten en de OCMW's een geïntegreerd aangepast meerjarenplan hebben met hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan;
    Overwegende dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn eerst zijn eigen deel van het aangepast meerjarenplan moet vaststellen;
    Overwegende dat de goedkeuring van de gemeenteraad nodig is omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt; 

    Juridisch kader

    Gelet op de artikels 40, 41, 254, 255 en 256 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
    Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en de beheerscyclus (BVR BBC);
    Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC);
    Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus,

    Publieke stemming

    Aanwezig: Rudy Frederic, Ann Panis, Fernand Van Trimpont, Kristin Vangeyte, Veerle Mertens, Stephan De Prez, Rurik Van Landuyt, Jimmy Colman Villamayor, David Larmuseau, Martine Duwyn, Bram De Geeter, Stephan Bourlau, Sarah De Backer, Godelieve Dauw, Ilse Roggeman, Paul Deprez, Karla Bronselaer, Jef Van der Mynsbrugge, Johan Quintelier, Paul Pardon, Herman D'Hondt, Patrick De Bodt, Hans De Gent, Reza Mohammadi, Bram De Pril, Ann Stevens, Krist Matthys, Rudi Walckiers, Emma Van der Maelen, Filip Schotte, Veerle Alaert

    Voorstanders: Rudy Frederic, Ann Panis, Fernand Van Trimpont, Kristin Vangeyte, Veerle Mertens, Stephan De Prez, Rurik Van Landuyt, Jimmy Colman Villamayor, David Larmuseau, Martine Duwyn, Bram De Geeter, Sarah De Backer, Godelieve Dauw, Ilse Roggeman, Karla Bronselaer, Jef Van der Mynsbrugge, Johan Quintelier, Paul Pardon, Herman D'Hondt, Patrick De Bodt, Reza Mohammadi, Bram De Pril, Ann Stevens, Rudi Walckiers, Emma Van der Maelen, Filip Schotte

    Tegenstanders: Stephan Bourlau

    Onthouders: Paul Deprez, Hans De Gent, Krist Matthys

    Resultaat: Met 26 stemmen voor, 1 stem tegen, 3 onthoudingen

    Besluit

    Artikel 1:
    De Raad voor maatschappelijk welzijn stelt de vijfde aanpassing meerjarenplan 2020-2025 - deel OCMW vast.

    Artikel 2:
    Het aangepast meerjarenplan 2020-2025 zal volgens de bepalingen van artikel 250 van het decreet Lokaal bestuur in digitale vorm aan de Vlaamse Regering worden overgemaakt.

    Artikel 3:
    Dit besluit zal bekend gemaakt worden volgens de bepalingen van artikels 285 en 286 van het decreet lokaal bestuur (publicatie lijst, besluit en inhoud op webtoepassing). De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.

  • Aanvaarden van twee giften aan wijkcentrum De Poort.

    Aanwezig: Rudy Frederic, Voorzitter OCMW-raad
    Ann Panis, Burgemeester
    Fernand Van Trimpont, Kristin Vangeyte, Veerle Mertens, Stephan De Prez, Rurik Van Landuyt, Jimmy Colman Villamayor, David Larmuseau, Schepenen
    Martine Duwyn, Bram De Geeter, Stephan Bourlau, Sarah De Backer, Godelieve Dauw, Ilse Roggeman, Paul Deprez, Karla Bronselaer, Jef Van der Mynsbrugge, Johan Quintelier, Paul Pardon, Herman D'Hondt, Patrick De Bodt, Hans De Gent, Reza Mohammadi, Bram De Pril, Ann Stevens, Krist Matthys, Rudi Walckiers, Emma Van der Maelen, Filip Schotte, Raadsleden
    Veerle Alaert, Algemeen Directeur

    Afwezig: Geert De Chou, Raadslid

    Feiten, context en argumentatie

    Gelet op de gift van de voedselbank Oost-Vlaanderen (VBO) aan Wijkcentrum De Poort in de vorm van 51 cadeaubonnen van € 25 van het Kruidvat;

    Overwegende dat deze bedeeld kunnen worden onder de rechthebbenden aan de voedselbedeling van het OCMW;

    Gelet op de gift van 400 euro, geschonken door de Eerstelijnszone Dender-Zuid aan Wijkcentrum De Poort, als bedanking voor de hulp aan de netwerklunches in 2024;

    Overwegende dat deze gift aangewend kan worden voor het kopen van materiaal voor de vrijwilligerswerking van Wijkcentrum De Poort;

    Juridisch kader

    Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

    Financieel kader

    Schenking van 51 cadeaubonnen van 25 euro en schenking van 400 euro aan Wijkcentrum De Poort

    Besluit

    Artikel 1:
    De schenking van 51 aankoopbonnen van 25 euro voor het Kruidvat, geschonken door de Voedselbank Oost-Vlaanderen, te aanvaarden en te bedelen onder der rechthebbenden aan de voedselherverdeling van het OCMW.

    Artikel 2:
    De schenking van 400 euro van Eerstelijnszone Dender Zuid te aanvaarden en aan te wenden om materiaal aan te kopen voor de vrijwilligerswerking van Wijkcentrum De Poort.

• Kennisgevingen

  • Kennisnemen van het arrest van de Raad van State van 2 december 2024 houdende de twee verzoeken tot vernietiging van het KB beroertezorg.

    Aanwezig: Rudy Frederic, Voorzitter OCMW-raad
    Ann Panis, Burgemeester
    Fernand Van Trimpont, Kristin Vangeyte, Veerle Mertens, Stephan De Prez, Rurik Van Landuyt, Jimmy Colman Villamayor, David Larmuseau, Schepenen
    Martine Duwyn, Bram De Geeter, Stephan Bourlau, Sarah De Backer, Godelieve Dauw, Ilse Roggeman, Paul Deprez, Karla Bronselaer, Jef Van der Mynsbrugge, Johan Quintelier, Paul Pardon, Herman D'Hondt, Patrick De Bodt, Hans De Gent, Reza Mohammadi, Bram De Pril, Ann Stevens, Krist Matthys, Rudi Walckiers, Emma Van der Maelen, Filip Schotte, Raadsleden
    Veerle Alaert, Algemeen Directeur

    Afwezig: Geert De Chou, Raadslid

    Feiten, context en argumentatie

    Gelet op het koninklijk besluit van 22 november 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma’s ‘beroertezorg’ moeten voldoen om erkend te worden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 2018 houdende vaststelling van het maximum aantal gespecialiseerde zorgprogramma’s ‘acute beroertezorg met invasieve procedures; dat onder andere stelt dat voor wat betreft de normering voor de S2-centra en de spreidingsnorm:

    •  de concentratie van gespecialiseerde zorg zich op 1 site van een ziekenhuis dient te situeren;
    •  het activiteitenniveau gemiddeld minimum 50 trombectomieën, over de laatste 3j, en idem gemiddelde om erkend te blijven dient te zijn;
    •  er een tijdelijke uitzondering (3j) is om de vereiste aantallen te halen indien het maximum aantal zorgprogramma’s niet is ingevuld;
    •  er een afstand van minimum 25km in vogelvlucht tussen centra die behoren tot de bevoegdheid van dezelfde overheid dient te zijn;
    •  er een uitzondering hierop is indien deze uitgebaat worden in een gewest met >7000 inwoners/km² (= Brussels gewest); dan bedraagt deze afstand minimum 8km in vogelvlucht van elke andere vestigingsplaats binnen hetzelfde gewest, ongeacht de bevoegde erkennende overheid;
    •  er een overgangsperiode is van 2j na de inwerkingtreding van het koninklijk besluit voor de uitoefening op 2 vestigingsplaatsen mits dit georganiseerd wordt in het kader van een ziekenhuisassociatie en het bestaan van een gestructureerde samenwerking; deze zullen zowel op vlak van erkenning als op vlak van programmatie als  één erkenning worden beschouwd;
    • er een wijziging is van de aantallen per gewest naar maximum 8 per erkennende overheid met nog steeds een maximum aantal van 15 over het gehele Rijk.

    Gelet op de motivering van deze regelgeving in het verslag aan de Koning; dat zeldzame expertise op een enkele locatie geconcentreerd wordt om het kwaliteitsniveau te verhogen (beperking van aantal te erkende centra en minimum activiteitsniveau per centrum); dat er een correcte geografische spreiding is van de interventionele beroertezorg zodat aanrijtijden beperkt blijven ( men doet dit aan de hand van de regels van minimumafstand van 25 km in vogelvlucht tussen centra die vallen onder een zelfde erkennende overheid en 8 km in vogelvlucht tussen de Brusselse centra);

    Overwegende dat de toevoeging van het begrip ‘vogelvlucht’  irrelevant is in het kader van deze tijdskritische pathologie en niet wetenschappelijk kan gemotiveerd worden; dat het de reële aanrijtijden zijn die hierin van belang zijn; dat deze afhankelijk zijn van het wegennetwerk, de drukte op de verkeersassen, de bereikbaarheid, enzovoort;

    Overwegende dat er een ongelijkheid is in de toepassing van het afstandscriterium tussen centra behorende tot dezelfde erkennende overheid en deze die behoren tot een verschillende erkennende overheid; met name dat er geen enkel afstandscriterium geldt voor ziekenhuizen die tot een andere erkennende overheid behoren; dat dit wordt gemotiveerd met de stelling dat iedere burger zich moet kunnen wenden tot een dichtbijzijnde  S2-centrum in zijn eigen taalhorigheidsgebied;

    Overwegende dat het in de context van een zeer acute pathologie cruciaal is om zo snel mogelijk de trombectomie uit te voeren; dat men bijgevolg altijd naar het dichtstbijzijnde centrum zal rijden, ongeacht de taal; dat de patiënt daarna perfect verder kan opgevolgd en gerevalideerd worden in zijn eigen regioziekenhuis;

    Overwegende dat de criteria geen rekening houden met de werkelijke incidentie/prevalentie van beroertes in het algemeen en van ischemische beroertes in het bijzonder (die in aanmerking komen voor trombectomie); dat Oost-Vlaanderen op basis van huidige regelgeving hierdoor slechts over 1  S2-centrum dreigt te kunnen beschikken ondanks de hoge incidentie/ prevalentiecijfers in Oost-Vlaanderen;

    Overwegende dat het A.S.Z. Aalst reeds jaren een uitgebreide expertise in beroertezorg in het algemeen en in trombectomieën in het bijzonder heeft; dat het ziekenhuis zwaar geïnvesteerd heeft in zeer moderne infrastructuur en beschikt over een biplane interventionele zaal; dat het al meerdere jaren aan de vooropgestelde normen voldoet, inclusief het vereiste aantal trombectomieën;
    Overwegende dat er op vlak van beroertezorg een goede samenwerking is met het Dendermondse ziekenhuis en op het vlak van interventionele radiologie met het O.L.V .Ziekenhuis in Aalst; dat zij samen een ‘netwerk beroertezorg’ vormen;
    Overwegende dat het toekomstige fusieziekenhuis A.S.Z./OLV tot de top drie van grootste ziekenhuizen van Vlaanderen zal behoren;
    Gelet op het advies van de Raad van State van 6 september 2022, dat een aantal vraagtekens stelt bij het ontwerp van het koninklijk besluit van 22 november 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma’s ‘beroertezorg’ moeten voldoen om erkend te worden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 2018 houdende vaststelling van het maximum aantal gespecialiseerde zorgprogramma’s ‘acute beroertezorg met invasieve procedures;

    Overwegende dat raadsman Stefaan Callens in naam van het A.S.Z. Aalst een beroep tot schorsing/nietigverklaring aantekende tegen het koninklijk besluit van 22 november 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma’s ‘beroertezorg’ moeten voldoen om erkend te worden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 2018 houdende vaststelling van het maximum aantal gespecialiseerde zorgprogramma’s ‘acute beroertezorg met invasieve procedures;

    Overwegende dat Geraardsbergen ten gevolge van de huidige regelgeving buiten de cirkel van 25km vogelvlucht van elk erkend S2 centrum ligt; dat door de aanwezigheid in deze regio van een acuut ziekenhuis met S1-centrum in Geraardsbergen, patiënten met een beroerte wel tijdig de eerste zorgen kunnen worden toegediend; dat een trombolyse snel kan worden toegepast in het A.S.Z., campus Geraardsbergen; dat evenwel wanneer op dat moment blijkt dat de patiënt voor een trombectomie moet getransfereerd worden naar een S2-centrum, dit centrum op grotere afstand zal liggen dan wanneer hij of zij naar Aalst kan getransfereerd worden;

    Overwegende dat in het kader van beroertezorg iedere minuut telt in functie van een goede outcome, dit zowel naar overlevingskansen als naar herstel en revalidatie;

    Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 november 2022 om als Lokaal Bestuur Gerraardsbergen vanuit een groot belang aan te sluiten bij het beroep tot schorsing/ nietigverklaring aangetekend door het A.S.Z. Aalst; en meester Stefaan Callens, advocaat bij de Balie te Brussel, met kantoor aan de Tervurenlaan 40 te 1040 Brussel, aan te stellen en deze met een recht tot substitutie te gelasten bij het aansluiten bij dit beroep tot schorsing/ nietigverklaring van bovengenoemd KB bij de Raad van State en het stellen van de nodige procedurehandelingen;

    Juridisch kader

    Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
    Gelet op het koninklijk besluit van 22 november 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende vaststelling van de normen waaraan de zorgprogramma’s ‘beroertezorg’ moeten voldoen om erkend te worden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 2018 houdende vaststelling van het maximum aantal gespecialiseerde zorgprogramma’s ‘acute beroertezorg met invasieve procedures;
    Gelet op het advies van de Raad van State van 6 september 2022;
    Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 november 2022;

    Besluit

    Enig artikel:
    Kennis te nemen van het arrest van de Raad van State van 2 december 2024 houdende de twee verzoeken tot vernietiging van het Koninklijk Besluit beroertezorg, één namens het ASZ (en waarbij de gemeenten Brakel, Lierde en Geraardsbergen tussenkwamen) en één namens het OLV Aalst. De raad van state heeft deze verzoeken aanvaard. Het volledige Koninklijk Besluit wordt vernietigd. Ingevolge deze vernietiging door de Raad van State is het bestreden besluit met terugwerkende kracht en erga omnes uit de rechtsorde verdwenen.

• Verslaggeving

  • Goedkeuren van de notulen van de OCMW-raad van 26 november 2024.

    Aanwezig: Rudy Frederic, Voorzitter OCMW-raad
    Ann Panis, Burgemeester
    Fernand Van Trimpont, Kristin Vangeyte, Veerle Mertens, Stephan De Prez, Rurik Van Landuyt, Jimmy Colman Villamayor, David Larmuseau, Schepenen
    Martine Duwyn, Bram De Geeter, Stephan Bourlau, Sarah De Backer, Godelieve Dauw, Ilse Roggeman, Paul Deprez, Karla Bronselaer, Jef Van der Mynsbrugge, Johan Quintelier, Paul Pardon, Herman D'Hondt, Patrick De Bodt, Hans De Gent, Reza Mohammadi, Bram De Pril, Ann Stevens, Krist Matthys, Rudi Walckiers, Emma Van der Maelen, Filip Schotte, Raadsleden
    Veerle Alaert, Algemeen Directeur

    Afwezig: Geert De Chou, Raadslid

    Besluit

    Enig artikel:
    De notulen van de OCMW-raad van 26 november 2024 goed te keuren.