Overwegende dat volgens artikel 2 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, een wijziging aan de rechtspositieregeling een aangelegenheid is die onderworpen is aan onderhandeling met de representatieve vakorganisaties;
Gelet op het bijzonder onderhandelingscomité van 7 december 2023;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 31 augustus 2020 houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, met latere wijzigingen;
Overwegende dat de specifieke aanwervingsvoorwaarden voor de functie van deskundige mobiliteit ervoor zorgen dat deze functie heel moeilijk ingevuld geraakt aangezien er hierdoor slechts een kleine instroom mogelijk is van potentiële kandidaten voor deze functie;
Overwegende dat de aanpassingen in de formatie wat betreft het toevoegen van een deskundige patrimoniumbeheer en het schrappen van een deskundige in de bouw ook wijzigingen in artikel 160 van de rechtspositieregeling vereisen;
Overwegende dat de huidige rechtspositieregeling dus dient aangepast te worden aan deze wijzigende wetgeving;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, met latere wijzigingen,
In de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 31 augustus 2020:
Artikel 1:
In artikel 12 schrappen van de volgende bewoordingen in de specifieke aanwervingsvoorwaarden voor de functie van deskundige mobiliteit: diploma bachelor mobiliteitswetenschappen of bachelordiploma aangevuld met een opleiding verkeerskunde.
Artikel 2:
In artikel 160 volgende graad toe te voegen:
Graad |
Rang |
Schalen |
Deskundige patrimoniumbeheer |
Bv |
B1-B2-B3 |
Artikel 3:
Deze beslissing gaat in op 23 januari 2024.