Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 26 maart 2024 houdende kennisnemen van de vraag van een raadslid om zich tijdens haar zwangerschapsverlof te laten vervangen en aanduiden van een plaatsvervanger van het raadslid tijdens deze periode van zwangerschapsverlof;
Gelet op artikel 12 §2 van het decreet Lokaal Bestuur, dat bepaalt dat de gemeenteraad akte neemt van de verhindering van een gemeenteraadslid dat ouderschapsverlof wil nemen voor de geboorte of adoptie van een kind. Dat gemeenteraadslid wordt op zijn schriftelijke verzoek, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad, vervangen, op zijn vroegst vanaf de zesde week voor de vermoedelijke datum van de geboorte of van de adoptie, tot het einde van de negende week na de adoptie of geboorte. Op schriftelijk verzoek wordt de onderbreking van de uitoefening van het mandaat na de negende week verlengd met een duur die gelijk is aan de termijn waarin het raadslid zijn mandaat heeft uitgeoefend tijdens de periode van zes weken die aan de dag van de geboorte of de adoptie voorafgaat. Bij de geboorte of de adoptie van een meerling kan het verlof verlengd worden met een periode van maximaal twee weken op verzoek van het gemeenteraadslid;
Overwegende dat raadslid Van der Maelen niet vroeg om de onderbreking van de uitoefening van het mandaat na de negende week na de geboorte te verlengen;
Gelet op de geboorte van het kind van raadslid Emma Van Der Maelen op 13 mei 2024;
Overwegende dat de vervanging door de heer Sven Van Der Meulen bijgevolg op 15 juli 2024 ten einde liep;
Gelet op artikels 10,12,13 en 14 van het decreet lokaal bestuur;
Enig artikel:
Kennis te nemen van de beëindiging van de verhindering wegens zwangerschapsverlof van raadslid Emma Van Der Maelen.
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 30 april 2024 houdende kennisnemen van de vraag van een raadslid om zich tijdens haar zwangerschapsverlof te laten vervangen en aanduiden van een plaatsvervanger van het raadslid tijdens deze periode van zwangerschapsverlof;
Gelet op artikel 12 §2 van het decreet Lokaal Bestuur, dat bepaalt dat de gemeenteraad akte neemt van de verhindering van een gemeenteraadslid dat ouderschapsverlof wil nemen voor de geboorte of adoptie van een kind. Dat gemeenteraadslid wordt op zijn schriftelijke verzoek, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad, vervangen, op zijn vroegst vanaf de zesde week voor de vermoedelijke datum van de geboorte of van de adoptie, tot het einde van de negende week na de adoptie of geboorte. Op schriftelijk verzoek wordt de onderbreking van de uitoefening van het mandaat na de negende week verlengd met een duur die gelijk is aan de termijn waarin het raadslid zijn mandaat heeft uitgeoefend tijdens de periode van zes weken die aan de dag van de geboorte of de adoptie voorafgaat. Bij de geboorte of de adoptie van een meerling kan het verlof verlengd worden met een periode van maximaal twee weken op verzoek van het gemeenteraadslid;
Overwegende dat raadslid Sarah-Amilia Derijst niet vroeg om de periode van verhindering te verlengen;
Gelet op de geboorte van het kind van raadslid Sara-Amilia Derijst op 20 mei 2024;
Overwegende dat de vervanging door de heer Filip Schotte bijgevolg op 20 juli 2024 ten einde liep;
Gelet op artikels 10,12,13 en 14 van het decreet lokaal bestuur;
Enig artikel:
Kennis te nemen van de beëindiging van de verhindering wegens zwangerschapsverlof van raadslid Sarah-Amilia Derijst.
Gelet op de email van 2 augustus 2024 van mevrouw Sarah-Amilia Derijst aan de voorzitter van de gemeenteraad, waarbij mevrouw Sarah-Amilia Derijst haar ontslag als gemeenteraadslid indient;
Gelet op de installatiezitting van de gemeenteraad van 8 januari 2019 waarbij de verkozen raadsleden en hun opvolgers werden vastgesteld;
Gelet op de eedaflegging van mevrouw Sarah-Amilia Derijst als effectief verkozen raadslid op de zitting van 8 januari 2019;
Overwegende dat het ontslag definitief is na ontvangst van de kennisgeving door de voorzitter van de gemeenteraad;
Overwegende dat het gemeenteraadslid haar mandaat blijft uitoefenen tot de opvolger geïnstalleerd is;
Gelet op artikel 13 van het decreet lokaal bestuur;
Enig artikel:
Kennis te nemen van het ontslag van mevrouw Sarah-Amilia Derijst als gemeenteraadslid.
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van vandaag, 24 september 2024, waarin kennis werd genomen van het ontslag van mevrouw Sarah-Amilia Derijst als gemeenteraadslid;
Gelet op de installatiezitting van 8 januari 2019 houdende de geldigverklaring van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen;
Gelet op de installatiezitting van 8 januari 2019 houdende de installatie van de gemeenteraadsleden en eedaflegging;
Overwegende dat Erik Leirens de eerste in aanmerking komende opvolger op de nr. 2 N-VA- lijst is om het mandaat van gemeenteraadslid op te nemen;
Gelet op de verklaring op eer van 8 april 2024, waarin Erik Leirens aangeeft dat hij afstand doet van het mandaat als raadslid;
Overwegende dat de heer Filip Schotte tot lijst nr. 2 N-VA behoort;
Overwegende dat de heer Filip Schotte tweede in aanmerking komende opvolger op de N-VA lijst, het mandaat van gemeenteraadslid wil opnemen;
Overwegende dat de heer Filip Schotte sedert de geldigverklaring van de verkiezingen door de raad voor Verkiezingsbetwistingen Oost-Vlaanderen, niet opgehouden heeft te voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en op het ogenblik nog steeds aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet;
Overwegende dat hij zich niet bevindt in een geval van onverenigbaarheid wegens bloed- of aanverwantschap in een verboden graad of wegens het uitoefenen van een ambt of mandaat;
Gelet op artikel 10, 13 en 14 van het decreet lokaal bestuur;
Enig artikel:
De geloofsbrieven van Filip Schotte, geboren te Zottegem op 10 juli 1962, wonende te Watermolenstraat 88, 9500 Geraardsbergen, opvolger op de N-VA lijst, goed te keuren.
Filip Schotte wordt ter zitting uitgenodigd en legt in handen van de voorzitter van de gemeenteraad de volgende eed af: "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen.
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van heden, 24 september 2024, waarin kennis werd genomen van het ontslag van gemeenteraadslid Sarah-Amilia Derijst;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van heden, 24 september 2024, betreffende de installatie en eedaflegging van de heer Filip Schotte, als opvolger van gemeenteraadslid Sarah-Amilia Derijst;
Overwegende dat de rangorde van de gemeenteraadsleden tijdens de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad op 8 januari 2019 onmiddellijk na de eedaflegging van de gemeenteraadsleden wordt vastgesteld;
Overwegende dat de rangschikking wordt vastgesteld aan het hand van de anciënniteit van de raadsleden, de anciënniteit omvat de hele tijdsduur dewelke een gemeenteraadslid deel heeft uitgemaakt van de gemeenteraad; de anciënniteit mag onderbroken zijn, bij gelijke anciënniteit geniet het gemeenteraadslid dat bij de laatste volledige vernieuwing van de gemeenteraad het hoogst aantal naamstemmen heeft behaald de voorkeur, indien het dezelfde lijst betreft, wordt de volgorde van de verkiezingslijst gevolgd;
Overwegende dat de opvolgers die na de installatievergadering als gemeenteraadslid worden geïnstalleerd, in volgorde van hun eedaflegging een rang innemen;
Gelet op artikel 6§7 van het decreet lokaal bestuur,
Enig artikel:
De rangorde van de gemeenteraadsleden als volgt vast te stellen:
| Volgnr. | Naam |
| 1 | DUWYN Martine |
| 2 | PANIS Ann |
| 3 | DE GEETER Bram |
| 4 | LARMUSEAU David |
| 5 | BOURLAU Stephan |
| 6 | DE BACKER Sarah |
| 7 | VAN TRIMPONT Fernand |
| 8 | MERTENS Veerle |
| 9 | VANGEYTE Kristin |
| 10 | VAN DER MAELEN Emma |
| 11 | VAN LANDUYT Rurik |
| 12 | FREDERIC Rudy |
| 13 | DAUW Godelieve |
| 14 | DE CHOU Geert |
| 15 | ROGGEMAN Ilse |
| 16 | DE PREZ Stephan |
| 17 | DEPREZ Paul |
| 18 | BRONSELAER Karla |
| 19 | VAN DER MYNSBRUGGE Jef |
| 20 | QUINTELIER Johan |
| 21 | PARDON Paul |
| 22 | D’HONDT Herman |
| 23 | DE BODT PATRICK |
| 24 | COLMAN VILLAMAYOR Jimmy |
| 25 | DE GENT Hans |
| 26 | MOHAMMADI Reza |
| 27 | DE PRIL Bram |
| 28 | STEVENS Ann |
| 29 | MATTHYS Krist |
| 30 | WALCKIERS Rudi |
| 31 | SCHOTTE Filip |
Gelet op de voordrachtakten van 15 maart 2019 en 11 september 2024 van de kandidaten voor de gemeenteraadscommissies voor de NVA -fractie;
Gelet op de gemeenteraadsbesluiten van 2 april 2019, 7 juli 2020, 25 januari 2022, 26 april 2022, 28 februari 2023, 29 juli 2023 en 8 november 2023 betreffende de samenstelling van de gemeenteraadscommissies;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 september 2024 betreffende de kennisgeving van het ontslag van mevrouw Sarah-Amilia Derijst als raadslid;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 september 2024 betreffende de installatie en eedaflegging van Filip Schotte als raadslid als opvolger van raadslid Sarah-Amilia Derijst;
Overwegende dat mevrouw Sarah Amilia Derijst voor de NVA-fractie lid was van de tweede gemeenteraadscommissie met volgende bevoegdheden: jeugdbeleid, onderwijs, kinderopvang, mobiliteit, stadsontwikkeling, internationale solidariteit, economie, tewerkstelling, ruimtelijke ordening, stedenbouw, landbouw, cultuur, toerisme, erfgoed, middenstand, duurzaamheid, milieu, dierenwelzijn, burgerzaken en sport;
Overwegende dat mevrouw Sarah-Ameiia Derijst voor de NVA -fractie lid was van de derde gemeenteraadscommissie met de volgende bevoegdheden: ouderenbeleid en eenzaamheid, mantelzorg, dienstencentrum, assistentiewoningen, dagverzorgingscentrum, burgerparticipatie, dorpsraden, integratie, gelijke kansen, vrijwilligerswerk, sociaal beleid, gezondheid en welzijn, gezinsbeleid, armoedebestrijding, wonen en huisvesting, begraafplaatsen, kinderdagverblijf & woonzorgcentra;
Gelet op de voordrachtakte van 11 september 2024 van de NVA-fractie om raadslid Filip Schotte af te vaardigen naar de tweede en naar de derde gemeenteraadscommissie ter vervanging van mevrouw Sarah-Amilia Derijst;
Gelet op artikel 37 van het decreet lokaal bestuur,
Enig artikel:
In de tweede gemeenteraadscommissie met de bevoegdheden over: jeugdbeleid, onderwijs, kinderopvang, mobiliteit, stadsontwikkeling, internationale solidariteit, economie, tewerkstelling, ruimtelijke ordening, stedenbouw, landbouw, cultuur, toerisme, erfgoed, middenstand, duurzaamheid, milieu, dierenwelzijn, burgerzaken en sport mevrouw Sarah-Amilia Derijst te vervangen door raadslid Filip Schotte.
In de derde gemeenteraadscommissie met de bevoegdheden over: ouderenbeleid en eenzaamheid, mantelzorg, dienstencentrum, assistentiewoningen, dagverzorgingscentrum, burgerparticipatie, dorpsraden, integratie, gelijke kansen, vrijwilligerswerk, sociaal beleid, gezondheid en welzijn, gezinsbeleid, armoedebestrijding, wonen en huisvesting, begraafplaatsen, kinderdagverblijf & woonzorgcentra mevrouw Sarah-Amilia Derijst te vervangen door raadslid Filip Schotte.
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen aangesloten is bij Creat Services (voorheen Tussengemeentelijke Maatschappij voor Services, Dienstverlenende vereniging, afgekort TMVS dv);
Gelet op de statuten van Creat Services dv;
Gelet op de oproepingsbrief voor de Buitengewone Algemene Vergadering van TMVS dv op 26 november 2024, waarin de agenda werd meegedeeld;
Overwegende dat de gemeenteraad zijn goedkeuring dient te verlenen aan de agenda van deze buitengewone algemene vergadering;
Overwegende dat de heer Jimmy Colman Villamayor in zitting van 29 januari 2019 door de gemeenteraad werd aangeduid als vertegenwoordiger van de stad Geraardsbergen en de heer Rurik Van Landuyt als zijn plaatsvervanger;
Gelet de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur,
Artikel 1.
De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering Creat Services dv van 26 november 2024 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten :
Artikel 2.
De gemeenteraad draagt de aangeduide vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de Buitengewone Algemene Vergadering van Creat Services dv vastgesteld op 26 november 2024, te onderschrijven en zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde Buitengewone Algemene Vergadering.
Artikel 3.
Een afschrift van dit besluit zal verzonden worden:
Gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 en van 4 februari 2022 over de afbakening van de referentieregio’s en het verdere verloop van het traject regiovorming; waarbij er 15 referentieregio’s werden gedefinieerd;
Gelet op de publicatie op 3 februari 2023 van het door de Vlaamse Regering goedgekeurde decreet over de regiovorming tot wijziging van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, verder ‘het Regiodecreet’ genoemd;
Gelet op de officiële opsplitsing hierdoor van Vlaanderen in 15 regio’s, met Geraardsbergen als onderdeel van de zogenaamde ‘Denderregio’;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2020: 'Regiovorming in Vlaanderen: standpuntinname';
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 30 mei 2023: 'Kennisname van de rapportering over de regiovorming;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 19 december 2023: 'Kennisnemen van de rapportering over de regiovorming.';
Overwegende dat het de bedoeling is dat de lokale besturen vanaf nu niet langer zelf samenwerkingen opzetten over de grenzen van de regio’s heen; dat de regio’s zelf wel partnerschappen met elkaar kunnen aangaan; dat ook grotere samenwerkingen in uitzonderlijke gevallen naast de regio’s kunnen plaatsvinden;
Overwegende dat de bestaande structuren tot eind 2030 krijgen om zich in regel te stellen (mits een aantal uitzonderingen waarvan sommige al vroeger moeten in regel zijn en andere (waaronder afvalintercommunales) later);
Overwegende dat de referentieregio’s geen nieuwe bestuurslaag vormen; dat het overlegmodellen zijn waar afspraken worden gemaakt vanuit een breed maatschappelijk perspectief, met als doel te komen tot gebiedscoalities rond maatschappelijke uitdagingen die sectoren en bestuurslagen overschrijden;
Gelet op de in het decreet opgenomen verplichting om maandelijks te rapporteren over de regiowerking aan het college van burgemeester en schepenen en minstens twee keer per jaar aan de gemeenteraad;
Gelet op het eerste overleg van de algemeen directeurs van de 14 lokale besturen van de toekomstige Denderregio in Aalst op 31 maart 2023;
Overwegende dat de opzet van dit overleg er in bestond de eerste krijtlijnen te bepalen over de afstemming van de samenwerkingsverbanden voor de regionale thema's; dat er aansluitend een voorstel werd gedaan om dit overleg in de toekomst structureel te organiseren, alsook een burgemeesteroverleg voor de 14 lokale besturen op te starten;
Gelet op de installatie van een stuurgroep bestaande uit de algemeen directeurs van Aalst, Denderleeuw, Dendermonde en Wichelen (inmiddels sinds begin 2024 Lebbeke), die het overleg Denderregio Algemeen Directeurs (DADO) voorbereiden;
Gelet op de stuurgroep van 24 januari 2024 waar het DADO van 7 februari 2024 werd voorbereid;
Gelet op het DADO van 7 februari 2024 waar inhoudelijke afstemming werd gezocht;
Gelet op de stuurgroep van 21 februari 2024 waar het algemeen directeurs- burgemeestersoverleg van 1 maart 2024 werd voorbereid;
Gelet op het algemeen directeurs- burgemeestersoverleg, dat plaatsvond op 1 maart 2024, waar de algemeen directeurs en burgemeesters samen kwamen; waar volgende punten werden besproken:
• Opvolging Burgemeestersoverleg 15 december 2023
• Afstemming bovenlokale samenwerkingen binnen de Denderregio.
o Vervoerregio. Stand van zaken met betrekking tot de gemeenteraadsbeslissingen over de regioconforme afstemming. Ronde van de tafel.
o Vrije tijd (inclusief cultuur en erfgoed, sport en jeugd). Stand van zaken.
o Planning 2024. Door het DADO werd een voorstel opgemaakt van afstemmingstrajecten die in 2024 aan bod kunnen komen.
o Opstart regionaal memorandum. Toelichting voorstel plan van aanpak, thema’s, deelnemers werktafels en timing.
• Varia
o Voorstel brief naar Minister van Mobiliteit en NMBS over verbinding Waasland - Brussel.
Gelet op het DADO van 25 april 2024; waar inhoudelijke afstemming werd gezocht;
Gelet op het burgemeestersoverleg van 12 juni 2024;
Gelet op de agenda van het overleg burgemeesters – AD:
Gelet op artikel 41 van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het regiodecreet van 3 februari 2023;
Artikel 1:
Kennis te nemen van het verslag van het overleg algemeen directeurs - burgemeester in het kader van de regiovorming Denderregio van 1 maart 2024.
Artikel 2:
Kennis te nemen van het verslag van het overleg van de algemeen directeurs van 7 februari 2024 en van 25 april 2024.
Overwegende dat de restauratie van de dakruiter van het stadhuis en het nazicht van de dakbedekking van het hoofddak (exclusief hoektorentjes) zich opdringt teneinde de instandhouding te vrijwaren;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 houdende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 houdende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 houdende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 houdende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op de beslissing van de bestelbons nrs. 2023/107 en 2023/2969 van met betrekking tot de aanstelling van het architectenbureau Bressers;
Gelet op het bestek en de raming opgesteld door architectenbureau Bressers met ref. 2277;
Gelet op het veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt door Ibeve op 11 september 2023;
Overwegende dat de uitgave van deze opdracht wordt geraamd op 302 424,35 euro exclusief btw of 365 933,46 euro inclusief btw. ;
Overwegende dat het een gesubsidieerd project is;
Overwegende dat dat de nodige budgetten zijn voorzien binnen het Meerjarenplan 2020-2025 onder AR 27100000 Onroerend erfgoed - Gebouwen - BI072900 Overig beleid inzake het erfgoed - IP Overig Patrimonium - Rest Erfgo - Restauratie onroerend erfgoed,
Artikel 1:
Goedkeuring te verlenen aan het bestek en de raming voor de opdracht 'Stadhuis - Restauratie van de dakruiter en het nazicht van de dakbedekking van het hoofddak (exclusief hoektorentjes)' opgesteld door architectenbureau Bressers. De lastvoorwaarden worden vastgelegd zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdracht. De raming bedraagt 302 424,35 euro exclusief btw of 365 933,46 euro inclusief btw.
Artikel 2:
Bovengenoemde opdracht wordt gegund via de openbare aanbesteding.
Artikel 3:
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Overwegende dat de huidige overeenkomsten inzake verzekeringen verlopen op 31 december 2024 en bijgevolg de verzekeringsportefeuille volledig dient heraanbesteed;
Overwegende dat de huidige verzekeringsportefeuille dient herzien te worden en dit voor het Lokaal Bestuur Geraardsbergen (alle entiteiten samen) en bij voorkeur voor een maximale looptijd van 4 jaar;
Overwegende dat voor het samenstellen van het aanbestedingsdossier een consultantbureau werd aangesteld bij bestelbon nr. 2024/1843;
Overwegende dat een oproep tot kandidatuurstelling reeds op 9 juli 2024 werd gepubliceerd in kader van fase 1 behorende bij de gekozen procedure zijnde de mededingingsprocedure met onderhandeling;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 houdende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2O18;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2OI7, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 houdende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van L7 juni 2013 houdende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 houdende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse Regering van 25 januari 2019 betreffende de verplichte toepassing van de wetgeving overheidsopdrachten bij verzekeringscontracten en deze opdracht periodiek en in principe om de 4 jaar moet herhaald worden;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepen van 15 januari 2024 waarin akkoord werd gegaan met de verlenging van één dienstjaar, zijnde tot en met 31 december 2024, van de huidige verzekeringscontracten;
Gelet op de bestelbon met nr. 2024/1843 inzake de aanstelling van een consultantbureau;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 8 juli 2024 waarin de selectieleidraad werd goedgekeurd en bijgevolg een bekendmaking van oproep tot kandidatuur werd gepubliceerd;
Gelet op het publicatiebericht van 9 juli 2024 waaruit blijkt dat kandidatuurstelling mogelijk is tot en met 9 augustus 2024;
Gelet op het bestek en bijhorende documenten voor de herziening van de verzekeringsportefeuille en de raming opgesteld door het consultantbureau;
Overwegende dat de opdracht wordt geraamd op 2 866 582,78 euro (btw nvt) voor maximaal 4 dienstjaren opgedeeld in vijf percelen:
- Perceel 1: Personenverzekeringen - 910.207,76 euro,
- Perceel 2: Verzekeringen materiële schade - 228.572,56 euro
- Perceel 3: Verzekeringen aansprakelijkheid - 521.342.57 euro
- Perceel 4: Verzekeringen auto - 142.656,00 euro en
- Perceel 5: Gezondheidszorgen - 1.063.803,88 euro;
Overwegende dat er voorgesteld wordt de opdracht te gunnen via de mededingingsprocedure met onderhandeling;
Overwegende dat deze raming de limieten van Europese bekendmaking overschrijdt;
Overwegende dat de nodige exploitatiebudgetten voorzien zijn binnen het Meerjarenplan 2020-2025 binnen de verschillende entiteiten en de diverse toepasselijke BI's:
- AR 61200000 Brandverzekering,
- AR 61201000 Burgerlijke aansprakelijkheid,
- AR 61209000 Overige verzekeringen
- AR 61299999 Diverse verzekeringen buiten wagenpark en personeel
- AR 61603100 Verzekering voertuigen en
- AR 62300000 Verzekering arbeidsongevallen,
Artikel 1:
Goedkeuring te verlenen aan het bestek, de raming en de gunningswijze voor de opdracht ‘Herziening van de verzekeringsportefeuille” opgesteld door het consultantbureau. De lastvoorwaarden worden vastgelegd zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 2.866.582,78 euro (btw nvt) voor maximaal 4 dienstjaren.
Artikel 2:
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van mededingingsprocedure met onderhandeling.
Artikel 3:
Het bestek zal overgemaakt worden aan de geselecteerde kandidaturen in gevolge de reeds doorgevoerde fase 1, zijnde de publicatie tot oproep kandidatuurstelling.
Gelet op de financiële toestand van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen over de nodige financiële middelen dient te beschikken om de haar opgelegde taken, vastgesteld in het meerjarenplan 2020-2025, naar behoren te kunnen vervullen;
Overwegende dat het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen werd gewijzigd;
Overwegende dat het bijgevolg noodzakelijk is om het belastingreglement op de tweede verblijven opnieuw vast te stellen, dit in overeenstemming met de wijzigingen in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
Overwegende dat het belastingreglement verplicht de uiterste datum voor de indiening van de aangifte moet vermelden;
Overwegende dat de wijzigingen in het decreet de mogelijkheid bevestigen tot het elektronisch verzenden van fiscale berichten en de impact hiervan op de termijnen voor het indienen van bezwaarschriften;
Overwegende dat uit onderzoek is gebleken dat niet alle woningen, geregistreerd als tweede verblijf, wel degelijk gebruikt worden als tweede verblijf, maar leeg staan;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen wil vermijden dat de belasting op tweede verblijven gebruikt wordt als een ontsnappingsroute aan de leegstandsheffing;
Overwegende dat, door specifieke voorwaarden en bewijsstukken op te leggen, de administratie van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen, zonder problemen de woning kan onderwerpen aan een screening op tweede verblijven;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen grote inspanningen doet voor een degelijke aanleg, beheer en onderhoud van haar openbaar domein en infrastructuur; dat personen met een tweede verblijf in de stad eveneens het gebruiksrecht en genot van deze infrastructuur hebben en er bijgevolg verwacht wordt dat zij daar ook een bijdrage in leveren;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen dan ook inkomsten wenst te halen uit woongelegenheden waar niemand staat ingeschreven in het bevolkingsregister en die worden gebruikt als tweede verblijf; dat met de heffing van deze belasting ook zij bijdragen om een deel van deze kosten te financieren;
Overwegende dat de gemeentebelasting op de tweede verblijven een directe belasting betreft; dat een directe belasting kan worden vastgesteld met terugwerkende kracht tot 1 januari van het aanslagjaar;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit daterend van 29 januari 2019 houdende vaststelling van de gemeentebelasting op de tweede verblijven voor de periode 2019-2025;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 § 3, houdende de vaststelling van de gemeentelijke reglementen;
Gelet op het budget opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 AR: 73770000-belasting op tweede verblijven – BI: 002000-Fiscale aangelegenheden;
Artikel 1:
Het gemeenteraadsbesluit van 29 januari 2019 houdende vaststelling van de gemeentebelasting op de tweede verblijven 2019-2025 met ingang van 1 januari 2024 op te heffen.
Artikel 2:
Met ingang van 1 januari 2024 het belastingreglement betreffende de gemeentebelasting op de tweede verblijven als volgt vast te stellen:
Artikel 1:
§ 1. Als tweede verblijf wordt beschouwd, elke private woongelegenheid op het grondgebied van de stad Geraardsbergen waarvan diegene die er effectief gebruik van maakt, voor deze woongelegenheid niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de stad Geraardsbergen, zelfs al gaat het om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuisjes, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans en waarvan op basis van objectieve criteria (verbruik gas, water, elektriciteit, diftar) kan aangetoond worden dat deze effectief dienst doet als tweede verblijf.
Zijn vrijgesteld van deze belasting:
§2. Een tweede verblijf voldoet bovendien aan volgende voorwaarden:
§3. De belastingplichtige dient zelf aan te tonen dat het om een tweede verblijf gaat.
Volgende feitelijkheden en bewijsstukken kunnen hiervoor in aanmerking worden genomen:
§4. Indien wordt vastgesteld dat de woongelegenheid niet wordt gebruikt als tweede verblijf, zoals beschreven in artikel 1 § 2 en § 3, wordt de woning opgenomen op de gemeentelijke inventaris van leegstaande woningen en gebouwen.
§5. De door het college van burgemeester en schepenen aangestelde personeelsleden, belast met de opsporing van tweede verblijven, bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 2:
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de woongelegenheid gebruikt als tweede verblijf. De belastingplicht geldt ongeacht of de belastingplichtige al dan niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente.
Artikel 3:
De belasting wordt vastgesteld op:
De belasting wordt berekend per kwartaal en elk gedeelte ervan wordt voor een volledig kwartaal geteld.
Artikel 4:
Aan de belastingplichtige wordt jaarlijks een voorstel van aangifte toegestuurd. De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden jaarlijks het voorstel van aangifte te ondertekenen en in te dienen bij het Lokaal Bestuur Geraardsbergen uiterlijk op 31 december van het aanslagjaar.
Indien dit voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden bevat, moet de belastingplichtige het verbeterde voorstel van aangifte, samen met de nodige bewijsstukken, indienen uiterlijk op 31 december van het aanslagjaar.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 31 december van het aanslagjaar, aan het Lokaal Bestuur Geraardsbergen de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Artikel 5:
Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn in dit reglement, of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte zal de belasting van ambtswege ingekohierd worden mits inachtneming van de in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen voorziene bepalingen.
Artikel 6:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7:
De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen, Weverijstraat 20, 9500 Geraardsbergen of via email naar belastingen@geraardsbergen.be Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingschuldige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingschuldige.
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger die gehoord wil worden, moet dit uitdrukkelijk vermelden in het bezwaarschrift.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen de vijftien kalenderdagen na de indiening ervan.
Artikel 8:
Het college van burgemeester en schepenen doet binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het bezwaarschrift, uitspraak op basis van een met redenen omklede beslissing. Die termijn van zes maanden wordt met drie maanden verlengd als de betwiste aanslag ambtshalve werd gevestigd.
Het college van burgemeester en schepenen kan bij zijn beslissing de betwiste belasting, belastingverhoging of administratieve geldboete niet vermeerderen. De beslissing van het college van burgemeester en schepenen wordt met een aangetekende brief betekend aan de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en wordt tevens ter kennis gebracht van de financieel directeur. Deze aangetekende brief vermeldt de instantie waarbij een beroep kan worden ingesteld, evenals de ter zake geldende termijn en vormen.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen is onherroepelijk wanneer het beroep niet tijdig bij de bevoegde instantie is ingesteld.
Artikel 9:
Bij gebrek aan een minnelijke betaling binnen de uiterste datum van betaling wordt tot gedwongen invordering van de belasting overgegaan bij middel van een dwangschrift uitgevaardigd door de financieel directeur die belast is met de inning van de schuldvordering.
Bij betwisting kan de schuldvordering ook burgerrechtelijk worden ingevorderd. Bij deze geschillen of betwisting zijn enkel het Vredegerecht Geraardsbergen/Brakel en/of de Rechtbank van Eerste Aanleg te Gent bevoegd.
Overwegende dat de gemeenteraad bepaalt wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan wordt voorgelegd;
Overwegende dat er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd;
Overwegende dat de opvolgingsrapportering minstens de volgende elementen bevat:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan,
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar,
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan en
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's;
Gelet op artikel 263 van het het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, en latere wijzigingen;
Enig artikel:
Kennis te nemen van het opvolgingsrapport AGB van het eerste semester 2024.
Overwegende dat de gemeenteraad bepaalt wanneer hen een opvolgingsrapportering, met een stand van zaken van de uitvoering van het meerjarenplan wordt voorgelegd;
Overwegende dat er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd;
Overwegende dat de opvolgingsrapportering minstens de volgende elementen bevat:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan,
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar,
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan en
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, en latere wijzigingen,
Enig artikel:
Kennis te nemen van het opvolgingsrapport Lokaal Bestuur Geraardsbergen van het eerste semester 2024.
Overwegende dat de stad van Aquafin de vraag kreeg om de gemeentelijke riolering in de Dagmoedstraat tussen de Pijlekaartstraat en de Hielaartstraat te mogen vernieuwen;
Overwegende dat het doel van het project de vervanging betreft van een gemeentelijke leiding welke zich in slechte staat bevindt - bij de aanleg van de AQF-collector 93.482 (1996) werd het tussenliggende gemeentelijke deel in de Dagmoedstraat behouden, maar intussen is de structurele staat hiervan dusdanig gedegradeerd dat deze niet meer voldoet;
Overwegende dat het gaat over de (her)aanleg van riolen gelegen tussen (opwaarts en afwaarts) bovengemeentelijke saneringsinfrastructuur beheerd door Aquafin en deze daarom via Lokaal Pact categorie 2 ten laste van Aquafin kan worden genomen;
Overwegende dat de stad dit als opportuniteit voor de verfraaiing en opwaardering van de publieke ruimte ziet;
Gelet op het projectplan en het ontwerp van engagementsverklaring;
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur;
De nodige budgetten voor studie en uitvoering, met overweging van de eventuele verfraaiing en opwaardering van de publieke ruimte binnen de projectzone, onder gepaste BI en AR te voorzien naargelang de noodwendigheid en vooruitgang van het project;
Artikel 1:
Principieel akkoord te gaan dat Aquafin in de Dagmoedstraat (deel tussen Pijlekaartstraat en Hielaartstraat) de gemeentelijke riolering vervangt en keurt het projectplan en de engagementsverklaring hiertoe goed.
Artikel 2:
De stad overweegt de eventuele verfraaiing en opwaardering van de publieke ruimte binnen de projectzone en zal hiertoe te gepasten tijde de nodige stappen zetten en budgetten voorzien.
Gelet op de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verbouwen/herbouwen van een hoeve tot woonerf met 8 woonentiteiten met aanpassing van de rooilijn voor het terrein gelegen aan de Kloosterstraat 15-19-21 te 9500 Overboelare en met kadastrale gegevens 4e afdeling, sectie A, nrs. 711H, 712H, 717F, 717E en 718D;
Overwegende dat het betrokken terrein zich situeert in de dorpskern van de deelgemeente Overboelare, langs een voldoende uitgeruste gemeenteweg waar zich louter residentiële bebouwing bevindt onder de vorm van één- en meergezinswoningen; dat deze woongebouwen 1 à 2 volwaardige bouwlagen hoog zijn en afgewerkt met een hellend dak; dat op het rechts aanpalend perceel een woning staat die aan de straatzijde een hoofdvolume omvat dat 2 volwaardige bouwlagen telt en is afgewerkt met een zadeldak; dat op het links aanpalend perceel een langwerpige woning staat met aan de straatzijde anderhalve bouwlaag onder hellend dak; dat deze woning niet tot tegen de rechterperceelgrens werd gebouwd; dat de vrijliggende zone naast deze woning van de straat werd afgesloten door middel van een tuinmuur; dat het terrein achteraan grenst aan de spoorlijn Geraardsbergen – Aat; dat op het betrokken terrein momenteel een hoeve staat dewelke opgenomen is in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed met volgende beschrijving:
Semi-gesloten hoeve met gekasseid erf. Aan de straatkant, links, in het verlengde van het boerenhuis, inrijpoort met houten latei, 1801, gedateerd op een balk. Eenlaags boerenhuis van het dubbelhuistype, oorspronkelijk met vier traveeën. Onder gebogen zadeldak op sierlijke daklijstbalkjes, uit 18de eeuw, uitgebreid met twee traveeën en hierdoor aansluitend bij de poort. Verankerde baksteenbouw met cementdecor uit het laatste kwart van de 19de eeuw. Erfgevel met rechthoekige vensters en deur in vlakke gecementeerde omlijsting. Lekdrempels verbonden door cordons. Aan de straatkant, sierankers, rechthoekige vensters met gecementeerde hoekblokken, arduinen lekdrempels. Segmentboogdeurtje in vlakke omlijsting met bekronend druiplijstje. Linker zijpuntgevel met aandak op schouderstuk.
Haakse éénlaagse stalvleugel ten zuidwesten onder zadeldak; rechthoekig deurtje met zandstenen lijst met kwarthol profiel uitlopend op ezelsoren.
Tegenover het woonhuis, dwarsschuur onder zadeldak tussen aandaken met vlechtingen, van 1804, volgens eigenaar. Rechts van de inrijpoort, woonhuis van 1934, volgens eigenaar. Verdere onbelangrijke aanhorigheden.
Aanvullende informatie
De haakse, éénlaagse stalvleugel met rechthoekig deurtje in een zandstenen omlijsting met kwarthol beloop bevindt zich in tegenstelling tot de inventaristekst ten noordoosten van het erf (Kloosterstraat nummer 15).
De hoeve was de woonplaats van enkele voorname burgers van Overboelare, namelijk voormalige burgemeesters, een schepen en secretaris van de gemeente.
Overwegende dat het woongebouw nr. 15 dateert uit de jaren 1930 en aan de straatzijde twee bouwlagen en een hellend dak omvat; dat daarachter zich de voormalige stallen situeren die zich momenteel in een ruïneuze toestand bevinden; dat de woning nr. 19 langs de straatzijde één bouwlaag en een hellend dak omvat, met daarachter tegen de rechterperceelsgrens een in de jaren 1930 opgericht bouwvolume met twee bouwlagen en een hellend dak; dat de woning zich in een zeer slechte staat bevindt, aangezien het dakvlak achteraan is afgeschoven door rot in de muurplaten; dat uit veiligheidsoverwegingen de pannen werden afgenomen om de windbelasting op de bestaande constructie te verminderen; dat een luifel aan de rechterkant van het perceel, ook opgetrokken in de jaren 1930, de woning met de achterliggende voormalige stallen verbindt; dat ook deze luifel zich in een slechte toestand bevindt; dat zich achter de bebouwing een tuin/boomgaard situeert, afhellend naar de spoorlijn toe;
Overwegende dat men met de omgevingsaanvraag beoogt om de bestaande hoeve te verbouwen en ook delen te herbouwen, binnen de voetafdruk en het gabariet van de historische bebouwing; dat in deze bebouwing 8 eengezinswoningen zullen worden ingericht;
Overwegende dat de bestaande bebouwing langs de straatzijde van Kloosterstraat nr. 19 binnen het bestaande volume grondig zal worden verbouwd tot 2 eengezinswoningen, elk met hun eigen toegang langs de straatzijde; dat van dit bouwvolume de bestaande buitenmuren worden behouden en gerestaureerd; dat binnenin alles wordt heringericht; dat de bestaande kroonlijst- en nokhoogte behouden blijven op respectievelijk 3,95 meter en 7,69 meter boven de vloerpas; dat de voorgevel zal behouden blijven en worden gerestaureerd; dat de achtergevel ook grotendeels wordt bewaard en dat er louter enkele aanpassingen worden doorgevoerd aan raamopeningen; dat het daarachter gelegen bouwvolume met twee bouwlagen en hellend dak zal worden gesloopt;
Overwegende dat de voormalige stallen zullen worden herbouwd en in dat volume 3 eengezinswoningen zullen worden ondergebracht, waarbij elke woning toegankelijk zal zijn via de binnenkoer; dat de bebouwing op het perceel Kloosterstraat nr. 15 ook zal worden gesloopt en er een nieuw volume zal worden voorzien dat het te behouden volume aan de straatzijde en het nieuwe achterliggende volume zal verbinden; dat in dat volume 3 eengezinswoningen zullen worden ingericht, elk met hun eigen toegang vanaf de binnenkoer; dat deze nieuwe volumes een kroonlijsthoogte zullen hebben van 3,45 meter; dat de nokhoogte van het achterste volume op 8,78 meter zal liggen en dat van het tussenliggend volume op 7,18 meter; dat de gevels van het te behouden volume aan de straatzijde zullen worden voorzien van een siercementage, zoals in de bestaande toestand, wit en lichtgrijs geverfd; dat de overige gevels zullen worden opgetrokken met een handvorm gevelsteen en zullen worden wit gekaleid; dat alle gevels worden voorzien van muurankers;
Overwegende dat aan de achterzijde van elke woning telkens een kleine private tuin wordt voorzien; dat centraal tussen de bebouwing een binnenkoer wordt voorzien met een infiltratiebekken; dat achter de bebouwing ook een gemeenschappelijke parkeerzone zal worden ingericht met 8 staanplaatsen die toegankelijk zal zijn via 2 doorgangen in de bebouwing; dat de binnenkoer en een deel van de oprit in kasseien zal worden aangelegd; dat een deel van de oprit aan de straatzijde in grasdallen zal worden aangelegd; dat voorbij de bebouwing de verharding in grint zal worden voorzien; dat de parkeerplaatsen in grasdallen zullen worden aangelegd; dat de rest van het terrein zal worden ingericht als gemeenschappelijke tuin / speelzone / boomgaard; dat naast de parkeerzone ook nog een tweede infiltratiebekken zal worden aangelegd; dat de tuintjes voorbij het achterste bouwvolume zullen worden opgehoogd en dat via een keermuur en trappen de achtergelegen parkeerzone kan worden bereikt; dat voor de aanleg van deze parkeerzone ook een beperkte ophoging nodig is;
Overwegende dat men tevens beoogt de functie van de gebouwen te wijzigen van woonfunctie + bedrijfsfunctie naar enkel woonfunctie;
Overwegende dat de bebouwing aan de straatzijde wordt doorsneden door de rooilijn van de Kloosterstraat, goedgekeurd bij KB van 15 maart 1940; dat men met de omgevingsaanvraag tevens beoogt de rooilijn te verplaatsen ter hoogte van het volledige bouwterrein en het woonhuis nr. 21 naar de rand van het voetpad;
Overwegende de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft en dat de gemeenteraad kennis moet nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek;
Overwegende dat het ontwerp, inzonderheid het rooilijnplan, door het college van burgemeester en schepenen aan een openbaar onderzoek werd onderworpen van 5 juli 2024 tot en met 3 augustus 2024 op de wijze zoals bepaald volgens de regels vermeld in het besluit betreffende de omgevingsvergunning;
Overwegende dat er tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren werden ingediend;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de brandweer (Hulpverleningszone Zuid-Oost) van 18 juli 2024;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van Infrabel van 14 juni 2024;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de Watergroep van 7 juni 2024;
Gelet op het gunstig advies van de dienst erfgoed van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen van 2 juli 2024;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst openbare werken van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen van 21 augustus 2024;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst mobiliteit van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen van 4 september 2024;
Overwegende dat de bestaande bebouwing langs de straatzijde van Kloosterstraat nr. 19 opgenomen is in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed hetgeen betekent dat deze hoeve erfgoedwaarde heeft; dat het wenselijk is dat deze hoeve niet wordt gesloopt omdat anders deze erfgoedwaarde verloren zou gaan; dat men met voorliggende aanvraag het gebouw langs de straatzijde van Kloosterstraat nr. 19 zal verbouwen; dat in principe cfr. artikel 4.3.8 VCRO afstand moet worden gedaan van de waardevermeerdering die uit de vergunde handelingen voortvloeit; dat dit tegenstrijdig is met het principe om geen inventarispanden te slopen en om deze trachten in stand te houden door verbouwingswerken uit te voeren;
Overwegende dat wordt voorgesteld om de rooilijn ter hoogte van de bouwplaats en het aanpalende woonhuis nr. 21 (omdat die op dezelfde bouwlijn als de hoeve staat) te verplaatsen naar de rand van het voetpad;
Overwegende dat de rijweg langs de bouwplaats reeds 4,8 meter breed is, met aan weerszijden een goot van 0,3 meter breedte en aan de zijde van de bouwplaats een 1,7 meter breed voetpad; dat de Kloosterstraat nog maar recent werd heraangelegd, en bij die heraanleg voornamelijk de voorbouwlijn van de bestaande bebouwing werd doorgetrokken als grenslijn met het voetpad, dat aldus kan akkoord worden gegaan om de rooilijn van de Kloosterstraat plaatselijk te verplaatsen naar de rand van het huidige voetpad;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals vastgesteld bij besluit van 15 mei 2009 van de Vlaamse Regering, houdende de coördinatie van de decreetgeving op de ruimtelijke ordening;
Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, inzonderheid artikel 31 en de artikels 71 tot en met 77;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
Gelet op het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Overwegende dat deze beslissing geen rechtstreekse budgettaire weerslag zal hebben,
Artikel 1: De aanpassing van de rooilijn van de Kloosterstraat wordt goedgekeurd zoals voorzien in de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verbouwen/herbouwen van een hoeve tot woonerf met 8 woonentiteiten met aanpassing van de rooilijn voor het terrein gelegen aan de Kloosterstraat 15-19-21 te 9500 Overboelare en met kadastrale gegevens 4e afdeling, sectie A, nrs. 711H, 712H, 717F, 717E en 718D.
Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt opgeladen in het omgevingsloket.
Gelet op de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van een terrein in 5 loten voor open bebouwing te Edingseweg, 9500 Viane en met kadastrale gegevens 16e afdeling, sectie B, nrs. 122D, 122G, 122H, 123 en 124;
Overwegende dat het te verkavelen terrein zich situeert in een landelijk woonlint ten zuidoosten van de dorpskern Viane, dat de voorliggende weg een gewestweg betreft, zijnde de Edingseweg; dat het terrein op heden bebost en vrij vlak is; dat aan de linkerzijde van het goed zich een doodlopende gemeenteweg bevindt (gekend in de Atlas der buurtwegen als chemin nr. 12 bis); dat het eerste deel verhard is met asfalt en grind; dat de straat nadien overgaat in onverharde weg richting de achterliggende landbouwgronden; dat aan de rechterkant de Beverbeek wordt aangetroffen; dat er zich een vangrail bevindt aan de straatzijde en dit over de breedte van het terrein; dat aan de overkant een hoeve 'Hof te Foncke' wordt aangetroffen, dewelke is opgenomen in de inventaris bouwkundig erfgoed; dat de directe omgeving voornamelijk wordt gekenmerkt door residentiële bebouwing, 1 à 2 bouwlagen hoog en afgewerkt met een hellend dak;
Overwegende dat de voorliggende aanvraag beoogt om het terrein te verkavelen in 5 loten voor open bebouwing; dat dit zal gepaard gaan met een ontbossing; dat het deel van het terrein voorbij het 50 meter diep woongebied met landelijk karakter uit de verkaveling wordt gesloten (en aldus bos blijft); dat er zich in deze laatste zone ook een stuk grond bevindt dat zal worden afgestaan aan het lokaal bestuur ten behoeve van het hemelwaterplan; dat deze strook een oppervlakte van 241 m² heeft, zodoende een afwateringsgracht te realiseren/op te waarderen; dat aan de linkerkant van het terrein tevens grond wordt afgestaan in functie van de verbreding van de weg nr. 12 bis (oppervlakte van nieuw openbaar domein betreft 55 m²); dat in het ontwerp een private toegangsweg wordt voorzien met een breedte van minimaal 4 m; dat de toegang hiertoe zal worden genomen via de doodlopende, secundaire weg nr. 12 bis; dat de loten 1, 2, 3, 4 en 5 resp. 825m², 776 m², 739 m², 700 m² en 1106 m² groot zijn;
Overwegende dat de bouwlijn van de woningen trapsgewijs zal verspringen; dat de bouwlijn van loten 1,3 en 4 op min. 5 meter achter de - te realiseren- toegangsweg liggen; dat de bouwlijn voor lot 2 en lot 5 hier vanaf wijkt, zijnde respectievelijk op min. 3,5 m en 8,0 m van de desbetreffende private weg; dat de voorgevelbreedte van de woningen max. 9 meter zal bedragen; dat de bouwvrije zijdelingse stroken naast de woningen min. 3 meter breed zullen zijn; dat het in deze zijdelingse stroken is toegestaan om een open carport te plaatsen; dat ten gevolge van de aanwezigheid van de waterloop er een 5 m brede onderhoudsstrook aanwezig is op lot 5; dat er achter de woningen nog een tuinzone voorzien wordt met een min. gemiddelde diepte van ca. 27 meter; dat de bouwdiepte van de woningen max. 12 meter mag bedragen op het gelijkvloers en de verdieping; dat de woningen 2 volwaardige bouwlagen dienen te omvatten (kroonlijsthoogte min. 6,3 m) en op palen worden voorzien (min. 1 m vrije hoogte tussen maaiveld en vloerplaat); dat de dakvorm voor de woningen plat is; dat het mogelijk is om loten samen te voegen ten behoeve van een ruimere woning; dat bij de aanvraag ook voorschriften werden gevoegd inzake bijgebouwen, verhardingen, reliëfwijzigingen en afsluitingen;
Overwegende de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarvoor de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft en dat de gemeenteraad kennis moet nemen van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek;
Overwegende dat het ontwerp, inzonderheid het rooilijnplan, door het college van burgemeester en schepenen aan een eerste openbaar onderzoek werd onderworpen van 17 mei 2024 tot en met 15 juni 2024 op de wijze zoals bepaald volgens de regels vermeld in het besluit betreffende de omgevingsvergunning; dat er naar aanleiding van een ongunstig adviezen van het Agentschap voor Natuur en Bos en de dienst Integraal waterbeleid van de provincie Oost-Vlaanderen een wijzigingsverzoek werd ingediend via het omgevingsloket; dat naar aanleiding van dit verzoek nieuwe adviezen werden opgevraagd en er een tweede openbaar onderzoek werd georganiseerd van 25 juni 2024 tot en met 24 juli 2024; dat enkel de documenten van dit wijzigingsverzoek zullen worden besproken en behandeld;
Overwegende dat er tijdens beide openbare onderzoeken verschillende bezwaren werden ingediend door 5 bezwaarindieners;
Overwegende dat deze bezwaren handelen over:
a) Het voldoet niet aan de doelstellingen van het Waterwetboek. Het project betekent een verlies aan waterbergend vermogen en zal het risico op overstromingen verhogen. De private toegangsweg zal dit bijkomend faciliteren.
b) Het perceel is biologisch waardevol. De ontbossing is niet conform het Bosdecreet.
c) De m.e.r.-screeningsnota is ontoereikend en onredelijk op vlak van watersysteem, natuur en biodiversiteit.
d) De smalle, doodlopende weg, waarop de verkaveling zal aantakken, is niet voldoende uitgerust om het bijkomende verkeer te dragen. Het project zal onveiligheid creëren voor de omwonenden. De positie van de toegangsweg naar de 5 loten is onwenselijk.
e) Het terrein is illegaal opgehoogd geweest. Men zal bouwen op steenpuin, afval, e.d. Deze onvergunde reliëfwijziging, in combinatie met werken door Aquafin, hebben het overstromingsrisico in de buurt verhoogd.
f) Het perceel kan niet bebouwd worden, omdat dit landbouwgrond betreft.
Overwegende dat de gemeenteraad enkel beslissingsbevoegdheid heeft inzake het deel van het terrein dat zal worden overgedragen aan het Lokaal Bestuur en dat er over de bezwaren die daarop betrekking hebben volgend standpunt wordt ingenomen:
d) Het betreft een kleinschalige verkaveling (5 loten). Het bijkomend aantal vervoersbewegingen is niet dermate dat het begin van deze doodlopende weg dit niet kan verwerken. De wegbeheerder van de gewestweg, het Agentschap Wegen en Verkeer, adviseerde het project voorwaardelijk gunstig.
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de provincie Oost-Vlaanderen, Directie Leefmilieu Dienst Integraal Waterbeleid van 15 juli 2024;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van het Agentschap voor Natuur en Bos van 29 juli 2024;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst openbare werken van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen van 21 augustus 2024;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van het Agentschap Wegen en Verkeer van 11 juni 2024;
Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de dienst duurzaamheid van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen van 20 augustus 2024;
Gelet op de adviezen van de nutsmaatschappijen;
Overwegende dat langs gemeenteweg nr. 12 bis een deel van het terrein zal worden afgestaan zodat de gemeenteweg er 5 meter breed wordt; dat op die manier het landbouwverkeer vlotter kan passeren; dat deze verbreding van de gemeenteweg ook in relatie staat tot de bijkomende grondenafstand aan het lokaal bestuur in uitvoering van de afwateringsgracht ten behoeve van het hemelwaterplan;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals vastgesteld bij besluit van 15 mei 2009 van de Vlaamse Regering, houdende de coördinatie van de decreetgeving op de ruimtelijke ordening;
Gelet op het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, inzonderheid artikel 31 en de artikels 71 tot en met 77;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
Gelet op het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Overwegende dat deze beslissing geen rechtstreekse budgettaire weerslag zal hebben,
Artikel 1:
De aanpassing van de rooilijn van de gemeenteweg nr. 12 bis wordt goedgekeurd zoals voorzien in de aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van een terrein in 5 loten voor open bebouwing aan de Edingseweg te 9500 Viane en met kadastrale gegevens 16e afdeling, sectie B, nrs. 122D, 122G, 122H, 123 en 124. Volgende voorwaarden en lasten dienen te worden opgelegd in de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden:
a. Te voldoen aan de financiële verplichtingen zoals opgelegd door Fluvius. De verkavelaar heeft de verplichting om de geldende reglementering, uitgevaardigd door de distributiebeheerder Fluvius voor elektriciteit en aardgas, inzake privé verkavelingen/sociale verkavelingen/industriële verkavelingen, strikt na te leven. Deze teksten zijn op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij de genoemde distributiebeheerder. Ze zijn eveneens raadpleegbaar op de website van de distributiebeheerder via www.fluvius.be.
b. Te voldoen aan de financiële verplichtingen zoals opgelegd in het bericht van 16 mei 2024 van Wyre.
c. Te voldoen aan de financiële verplichtingen voor uitbreiding van het waterleidingsnet zoals opgelegd in het bericht van 14 mei 2024 van de Watergroep.
d. Vooraleer tot verkoop (of een andere wijze van vervreemding) der bouwloten over te gaan moet een proces-verbaal van opmeting van de goedgekeurde verkaveling (met afpaling der loten), ondertekend door een beëdigd landmeter, kosteloos worden overhandigd aan het college van burgemeester en schepenen.
e. De gronden binnen de rooilijn dienen vrij en onbelast en zonder kosten voor het Lokaal Bestuur volgens de geëigende procedure gratis aan het Lokaal Bestuur worden afgestaan na de definitieve oplevering van de werken.
f. Voorafgaand aan de realisatie van de wegenwerken dient een coördinatievergadering te worden georganiseerd met de nutsmaatschappijen.
g. De verkaveling wordt, voor wat de verkoop of vervreemding van de kavels betreft, slechts uitvoerbaar nadat de voorziene wegenis- en rioleringswerken voorlopig werden opgeleverd. Zolang er geen voorlopige oplevering heeft plaatsgevonden, mogen de loten niet worden verkocht of vervreemd en kunnen geen gebouwen worden opgericht op basis van deze verkaveling.
Artikel 2:
Een afschrift van dit besluit wordt opgeladen in het omgevingsloket.
Overwegende dat in kader van T.OP Dender De Vlaamse Waterweg nv, Departement Omgeving en de Provincie Oost-Vlaanderen samen met de Dendergemeenten het Strategisch Plan Ruimte voor Water Dendervallei (www.ruimtevoorwater.be) hebben uitgewerkt om naar oplossingen te zoeken voor de overstromingsproblematiek vanuit de Dender die tegelijkertijd ruimtelijke en maatschappelijke meerwaarde creëren, bijvoorbeeld op vlak van openbare ruimte, wonen, toerisme, economie, landbouw;
Overwegende dat na heel wat studiewerk, onderzoek en inspraak het strategisch plan 'Ruimte voor water Dendervallei' en het daaraan gekoppelde eerste uitvoeringsprogramma 2024-2026 op 31 mei 2024 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering; dat dit strategisch plan de leidraad is waarmee de Vlaamse overheid, de Provincie Oost-Vlaanderen en de gemeentes langs de Dender de komende jaren aan de slag zullen gaan;
Overwegende dat deze overkoepelende overeenkomst de verbintenissen regelt tussen de Partners om in kader van het Territoriaal Ontwikkelingsprogramma (T.OP) Dender, Werf 1: Ruimte voor Water Dendervallei, in partnerschap de acties uit het Strategisch Plan RVW en het uitvoeringsprogramma fase 1: 2024-2026 op het grondgebied Geraardsbergen gezamenlijk vorm te geven, met name de stedelijke doortocht, inclusief de Unalsite; de dwarslinten: Majoor van Lierdelaan en Jan de Coomanstraat en de valleibrede trajecten;
De partners (De Vlaamse Waterweg nv, Departement Omgeving, Agentschap voor Natuur en Bos, Vlaamse Milieumaatschappij, Provincie Oost-Vlaanderen en lokaal bestuur Geraardsbergen), verbinden zich er toe om voor deze projecten op het grondgebied van Geraardsbergen volgende acties op te nemen, in de periode 2024-2026:
a. Stedelijke doortocht
- Invulling projectregie stedelijke doortocht
- Opstart quick wins
- Centrumdoortocht:
o opmaak projectdefinitie doortocht Geraardsbergen ivf uitbesteding
o opmaak geïntegreerde visie / raamwerk stedelijke doortocht, detecteren quick wins, onderzoek mogelijke quick win parking Karmelietenstraat
o opmaak uitvoeringsbestek en aanbesteding
- Overgangsgebieden:
o Definitieve aanduiding Worg Rood kruis en Sint-Jozef instituut
o Opstart bemiddelingstraject ifv. minnelijke verwerving woning WORG Rood Kruis
o opmaak masterplan en uitvoeringsplan Rood Kruis, integratie beschermingsdijk, openruimte doelen en openleggen van de Korte Lakebeek
o opmaak masterplan en uitvoeringsplan overgangsgebied Sint- jozefinstituut
o Aanvraag brownfield en opmaak masterplan Unalsite
b. Dwarse linten Majoor Van Lierdelaan (projectzone 1), Doortocht Geraardsbergen (projectzone 2) en Jan de Coomanstraat (projectzone 4)
- Opstart begeleidingstraject met proactief aankoopbeleid in functie van vrijwillige verwerving gebouwen en percelen en kwalitatieve nazorg
- Majoor Van Lierdelaan
o Inventarisatie eigendoms- en beheersstructuur van de bestaande dijken
- Jan de Coomanstraat
Opstart planologisch initiatief GRUP Zandbergen met gedetailleerd onderzoek om de exacte locatie van de beschermingsmaatregelen te bepalen, inclusief heraanleg Molenbeek en opmaak onteigeningsplan
c. Valleibrede trajecten Meersen
c.1. Ecologische optimalisatie van de meersen
- Invulling projectcoördinatie: begeleiding van de gefaseerde uitvoering van dit valleibreed project, het initiëren van onderzoek en overleg in nauwe samenwerking met de programmamedewerker dwarse linten.
- Korte Lakemeersen – Overboelare (projectzone 1)
o Inventarisatie eigendoms- en beheersstructuur van meersen en dijken, na te streven eco-hydrologische doelstellingen en verkenning quick wins
o Inrichtingsmaatregelen bepalen, effecten beoordelen en opmaak van een geïntegreerd inrichtingsplan
- Boelaremeersen
o Verderzetten van de inventarisatie eigendoms- en beheersstructuur van meersen en dijken, na te streven eco-hydrologische doelstellingen en verkenning quick wins
o Uitvoeren van het inrichtingsplan
- De Nuchten – Kwaadbroeken – Pollaremeesen
o Verderzetten van de inventarisatie eigendoms- en beheersstructuur van meersen en dijken, na te streven eco-hydrologische doelstellingen en verkenning quick wins
o Inrichtingsmaatregelen bepalen, effecten beoordelen en opmaak van een geïntegreerd inrichtingsplan
o Uitvoeren van het inrichtingsplan
c.2. Veilige overstroombare tuinen
- Invulling projectcoördinatie in functie van verder onderzoek.
- Opmaak van een brochure in functie van sensibilisering
- Opmaak van een stedenbouwkundige verordening. Via deze weg worden er stedenbouwkundige voorschriften opgelegd die tuinen veilig overstroombaar maken. Een overkoepelende ‘modelverordening’ wordt opgesteld in samenspraak met de gemeentes.
c.3. Trajectbegeleiding individuele bescherming
- Uitschrijven van de inhoud en taakverdeling van een begeleidingstraject voor de eigenaars met eigendom met beperkt of geïsoleerd overstromingsrisico.
Overwegende dat voor wat betreft de inzet van capaciteit de Stad Geraardsbergen zich ertoe verbindt om de verschillende projecten actief op te volgen en er aan bij te dragen vanuit stadsontwikkeling, ruimtelijke planning, mobiliteit, openbare werken en andere relevante diensten. De modaliteiten hiervoor worden geconcretiseerd in het nieuwe bestuursakkoord en meerjarenplan 2026-2031, in relatie tot de 0,5 VTE die de stad vanwege de Vlaamse overheid krijgt ter versterking van de lokale capaciteit;
Overwegende dat de Stad Geraardsbergen zich ertoe verbindt om 10.000 Euro bij te dragen aan het bestek voor de geïntegreerde visie voor de stedelijke doortocht Geraardsbergen;
Overwegende dat de Stad zich ertoe engageert om parallel aan de opmaak van de visie voor de vernieuwing van de stedelijk doortocht zowel de impact op als de kansen voor mobiliteit op de Denderkaaien en in het stadscentrum te onderzoeken, zodat hiertoe in kader van de visie voor de stedelijke doortocht tijdig keuzes gemaakt kunnen worden. De Stad Geraardsbergen zal hiertoe in 2025 een circulatiestudie, ter verdieping van het mobiliteitsplan, laten opmaken. De modaliteiten hiervoor worden geconcretiseerd in het nieuwe bestuursakkoord en meerjarenplan 2026 - 2031;
Overwegende dat de stad zich ertoe verbindt om de komende jaren te blijven investeren in kwalitatieve stadsontwikkeling en publieke ruimte langsheen de Denderkaaien en in het stadscentrum, afgestemd op de visie voor de stedelijke doortocht, voor minstens 3 miljoen Euro; in het bijzonder op plekken waar ze hiervoor hefbomen heeft;
Overwegende dat de stad zich verbindt ertoe om gemeentelijke communicatiekanalen maximaal aan te wenden voor communicatie rond deze projecten en de partners bij info en participatiemomenten in kader van deze projecten logistiek te ondersteunen;
Overwegende dat deze overkoepelende samenwerkingsovereenkomst in werking treedt vanaf de datum van de ondertekening door alle Partners en wordt afgesloten voor twee en een half jaar, met halfjaarlijkse evaluatie;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het advies door het college van Burgemeester en Schepenen van 11 maart 2024 op het ontwerp strategisch plan en synthesenota;
Gelet op de aktename advies ontwerp strategisch plan en synthesenota strategisch plan 'ruimte voor water Dendervallei' van de gemeenteraad op 26 maart 2024;
Gelet op de goedkeuring van de Vlaamse Regering op 31 mei 2024 van het Strategisch Plan 'Ruimte voor water Dendervallei' en eerste Uitvoeringsprogramma 2024-2026;
Gelet op de aktename van het goedgekeurd strategisch plan ruimte voor water Dendervallei en uitvoeringsprogramma fase 1 2024-2026 door het college van Burgemeester en Schepenen op 1 juli 2024;
Overwegende dat de Stad Geraardsbergen zich ertoe verbindt om 10.000 Euro bij te dragen aan het bestek voor de geïntegreerde visie voor de stedelijke doortocht Geraardsbergen; dat de bijdrage voor deze ruimtelijke studie wordt voorzien op AR: 21400000 en BI 060000 (budgetjaar 2025);
Overwegende dat voor de opmaak van een circulatiestudie er momenteel nog geen specifiek budget voorzien is in het meerjarenplan 2020-2025;
De gemeenteraad beslist om de overkoepelende samenwerkingsovereenkomst 'samen werken aan meer ruimte voor water in Geraardsbergen' als volgt goed te keuren:
Artikel 1: Voorwerp van de overeenkomst/ Acties en doelstellingen
Deze overeenkomst regelt de verbintenissen tussen de Partners om in kader van het Territoriaal Ontwikkelingsprogramma (T.OP) Dender, Werf 1: Ruimte voor Water Dendervallei, in partnerschap de acties uit het Strategisch Plan RVW en het uitvoeringsprogramma fase 1: 2024-2026 (beide in bijlage), op het grondgebied Geraardsbergen, gezamenlijk vorm te geven. Met name de stedelijke doortocht, inclusief de Unalsite; de dwarslinten: Majoor van Lierdelaan en Jan de Coomanstraat en de valleibrede trajecten.
De partners verbinden zich er, op basis van het uitvoeringsprogramma fase 1, toe om voor deze projecten op het grondgebied van Geraardsbergen volgende acties op te nemen, in de periode 2024-2026:
a. Stedelijke doortocht (Actiehouders: De Vlaamse Waterweg & Provincie Oost-Vlaanderen)
- Invulling projectregie stedelijke doortocht
- Opstart quick wins
- Centrumdoortocht:
o opmaak projectdefinitie doortocht Geraardsbergen ivf uitbesteding
o opmaak geïntegreerde visie / raamwerk stedelijke doortocht, detecteren quick wins, onderzoek mogelijke quick win parking Karmelietenstraat
o opmaak uitvoeringsbestek en aanbesteding
- Overgangsgebieden:
o Definitieve aanduiding Worg Rood kruis en Sint-Jozef instituut
o Opstart bemiddelingstraject ifv. minnelijke verwerving woning WORG Rood Kruis
o opmaak masterplan en uitvoeringsplan Rood Kruis, integratie beschermingsdijk, openruimte doelen en openleggen van de Korte Lakebeek
o opmaak masterplan en uitvoeringsplan overgangsgebied Sint- jozefinstituut
o Aanvraag brownfield en opmaak masterplan Unalsite
b. Dwarse linten Majoor Van Lierdelaan (projectzone 1), Doortocht Geraardsbergen (projectzone 2) en Jan de Coomanstraat (projectzone 4) (Actiehouder: Departement Omgeving)
- Opstart begeleidingstraject met proactief aankoopbeleid ifv. vrijwillige verwerving gebouwen en percelen en kwalitatieve nazorg
- Majoor Van Lierdelaan
o Inventarisatie eigendoms- en beheersstructuur van de bestaande dijken
- Jan de Coomanstraat
o Opstart planologisch initiatief GRUP Zandbergen met gedetailleerd onderzoek om de exacte locatie van de beschermingsmaatregelen te bepalen, incl. heraanleg Molenbeek en opmaak onteigeningsplan
o Ontwerp-opdracht voor gewijzigde afvoer Molenbeek-Zandbergen via De Rijt
c. Valleibrede trajecten Meersen (Actiehouder ANB)
c.1. Ecologische optimalisatie van de meersen
- Invulling projectcoördinatie: begeleiding van de gefaseerde uitvoering van dit valleibreed project, het initiëren van onderzoek en overleg in nauwe samenwerking met de programmamedewerker dwarse linten.
- Korte Lakemeersen – Overboelare (projectzone 1)
o Inventarisatie eigendoms- en beheersstructuur van meersen en dijken, na te streven eco-hydrologische doelstellingen en verkenning quick wins
o Inrichtingsmaatregelen bepalen, effecten beoordelen en opmaak van een geïntegreerd inrichtingsplan
- Boelaremeersen
o Verderzetten van de inventarisatie eigendoms- en beheersstructuur van meersen en dijken, na te streven eco-hydrologische doelstellingen en verkenning quick wins
o Uitvoeren van het inrichtingsplan
- De Nuchten (in relatie tot Kwaadbroeken – Pollaremeersen in Ninove)
o Verderzetten van de inventarisatie eigendoms- en beheersstructuur van meersen en dijken, na te streven eco-hydrologische doelstellingen en verkenning quick wins
o Inrichtingsmaatregelen bepalen, effecten beoordelen en opmaak van een geïntegreerd inrichtingsplan
o Uitvoeren van het inrichtingsplan
c.2. Veilige overstroombare tuinen
- Invulling projectcoördinatie ifv. verder onderzoek.
- Opmaak van een brochure ifv. sensibilisering
- Opmaak van een stedenbouwkundige verordening. Via deze weg worden er stedenbouwkundige voorschriften opgelegd die tuinen veilig overstroombaar maken. Een overkoepelende ‘modelverordening’ wordt opgesteld in samenspraak met de gemeentes.
c.3. Trajectbegeleiding individuele bescherming
- Uitschrijven van de inhoud en taakverdeling van een begeleidingstraject voor de eigenaars met eigendom met beperkt of geïsoleerd overstromingsrisico.
Artikel 2: Aard van de overeenkomst
— Deze overeenkomst is opgevat als een deal waarbij besturen op de verschillende niveaus een duurzame samenwerking en partnerschap aangaan om samen lokaal regionale vraagstukken op te lossen, in casu het aanpakken van de wateroverlast vanuit de Dender en het versterken van de leefomgevingskwaliteit in Geraardsbergen.
— De samenwerking is gebiedsspecifiek en realisatiegericht: zij is erop gericht om de overstromingsproblematiek die het lokale niveau overschrijdt aan te pakken op het grondgebied van de Stad Geraardsbergen vanuit een geïntegreerde, bovenlokale en sectoroverschrijdende aanpak.
— De samenwerking betreft een ‘coproductie’ met bestuurlijke actoren, waarbij vanuit een gelijkwaardig partnerschap ruimtelijke keuzes worden gemaakt, in overeenstemming met het SPRVW en de ruimtelijke beleidsplannen op de verschillende bestuursniveaus, en waarin wordt bepaald hoe, door wie en met welke middelen deze gerealiseerd zullen worden.
— In dit samenwerkingsverband gaan de Partners wederzijdse verbintenissen aan over de aanpak van deze opgave, ieders (financiële) bijdrage daaraan en het gezamenlijk bewaken van de voortgang. De Partners nemen in de SWO verbintenissen op, zowel financieel als uitvoerend. De SWO is gesteund op het principe van cofinanciering, waarbij alle Partners bijdragen aan de financiering ervan.
— Deze overeenkomst, alsook elke overeenkomst die hieruit voortvloeit (zie artikel 7) is een overeenkomst naar burgerlijk recht. Tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven zijn de verbintenissen opgenomen in deze overeenkomst te beschouwen als inspanningsverbintenissen.
— De in deze overeenkomst en eventuele navolgende overeenkomsten opgenomen verbintenissen zijn ondergeschikt aan het karakter van openbare bestuur van de Partijen, en impliceren derhalve geenszins dat toepasselijke wetten, decreten en besluiten niet zullen worden toegepast. Deze verbintenissen kunnen bijgevolg op geen enkele wijze afbreuk doen aan de opdracht van de Partijen om bij de opmaak van ruimtelijke instrumenten en het behandelen van aanvragen tot goedkeuringen, machtigingen en vergunningen steeds de geldende wettelijke en decretale regels toe te passen en de geijkte procedures te doorlopen, waarbij de Partijen op elk ogenblik hun volle discretionaire appreciatiebevoegdheid behouden.
Artikel 3: Algemene uitvoeringsverbintenissen van de Partners
De samenwerking is gestoeld op het principe van loyale en constructieve samenwerking tussen de Partners met het oog op de realisatie van de doelstellingen en acties uit deze overeenkomst.
Vanuit die geest verbinden zij zich ertoe voor de duur van de overeenkomst loyaal samen te werken aan de succesvolle uitvoering ervan, en dit onder meer op basis van de volgende principes:
- Vaste wil om de doelstellingen en acties uit te voeren op een professionele manier en met bekwame spoed rekening houdend met de duur van de samenwerking;
- Actieve en constructieve deelname aan de besprekingen en evaluaties;
- Voeren van een open, transparant en participatief proces;
- Maximale benutting van de eigen mogelijkheden en bevoegdheden;
- Wederzijds respect tussen alle Partners over de aard van de respectievelijke bevoegdheden en de wijze waarop daarvan gebruik wordt gemaakt;
- Snelheid en doeltreffendheid van de wederzijdse communicatie en informatieverstrekking;
- De goede trouw.
Daarnaast verbinden de Partners zich er toe bij de uitvoering van de acties en projecten:
- De dubbele missie van het Strategisch Plan te bewerkstelligen: verminderen overstromingsrisico en creëren maatschappelijke en ruimtelijke meerwaarde;
- Het Strategisch Plan en diens bijlagen, waaronder de Ontwikkelingsvisie, bij deze projecten als kader en leidraad te hanteren om tot kwalitatieve realisatie te komen;
- Een geïntegreerde en sector-overschrijdende aanpak, eigen aan het Strategisch Plan Ruimte voor Water toe te passen;
- Een participatieve aanpak te hanteren;
- Op regelmatige basis af te stemmen met complementaire en/of parallel-lopende projecten, in bijzonder binnen de eigen werking;
Tot slot verbinden de Partners zich ertoe om elk hun eigen beleid zo veel als mogelijk af te stemmen op deze doelstellingen en acties, en om waar nodig of nuttig voor de uitvoering van deze overeenkomst, en steeds binnen de eigen bevoegdheden, de daartoe geëigende procedure(s) op te starten. Tevens verbinden ze zich ertoe om hiervoor samen te werken met Derden die rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen bijdragen aan de uitvoering. Zonder limitatief te zijn, kan dit de samenwerking betreffen met middenveld, projectontwikkelaars, aannemers, lokale stakeholders, belangengroeperingen, enz. In het algemeen is de samenwerking tussen de Partners erop gericht om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren voor de projecten.
Artikel 4: Specifieke uitvoeringsverbintenissen van De Vlaamse Waterweg
- inzet capaciteit
o De Vlaamse Waterweg verbindt zich ertoe om de verschillende projecten actief op te volgen en inhoudelijk te begeleiden.
- Financiële verbintenissen
o De Vlaamse Waterweg verbindt zich ertoe om 50.000 Euro bij te dragen aan de studiekosten voor de projectdefinitie van de stedelijke doortocht Geraardsbergen
o De Vlaamse Waterweg verbindt zich ertoe om 120.000 Euro bij te dragen aan het bestek voor de geïntegreerde visie voor de stedelijke doortocht Geraardsbergen
o De Vlaamse Waterweg voorziet een bijdrage van 50.000 Euro voor de financiering van de studiekosten ifv. het planologisch initiatief GRUP Zandbergen
o De Vlaamse Waterweg verbindt er zich toe de aanwerving van externe personeel (mee) te financieren:
Bemiddelaar minnelijke verwerving, ter waarde van 100.000 Euro
Projectcoördinator Openbare Werken, ter waarde van 0,2 VTE en 100 werkdagen, voor een bedrag van 107.000 euro
o De Vlaamse Waterweg verbindt zich ertoe 6.600.000 euro bij te dragen ifv. het aankoopbeleid en de nazorg binnen de indicatieve zone (beleidsdomein MOW) (ondermeer in Geraardsbergen, afgestemd op noden in andere gemeenten)
o De Vlaamse Waterweg financiert 50.000 Euro voor de studiekosten voor de inventarisatie van de dijken in de Korte Lakemeersen en Overboelare. (lopende opdracht)
o De Vlaamse Waterweg voorziet 250.000 euro voor de aanwerving van extern personeel communicatie voor alle projecten van het uitvoeringsprogramma in de uitvoeringsfase 2024-2026
Artikel 5: Specifieke uitvoeringsverbintenissen van Departement Omgeving
- inzet capaciteit
o Departement Omgeving verbindt zich ertoe om de verschillende projecten actief op te volgen en inhoudelijk te begeleiden. Hiervoor wordt reguliere capaciteit (0,5 VTE) én bijkomend intern personeel; programmamedewerker ‘planner dwarse linten/meersen (1VTE gedurende 2,5 jaar) voorzien.
- financiële verbintenissen
o Departement Omgeving verbindt er zich toe de aanwerving van externe personeel (mee) te financieren:
programmacoördinator (ter waarde van 300.000 Euro)
programmamedewerker ‘versterken lokale capaciteit’ (ter waarde van 200.000 euro)
Bemiddelaar minnelijke verwerving (ter waarde van 100.000 Euro)
o Departement Omgeving verbindt zich ertoe de lokale quick wins bij de stedelijke doortocht te stimuleren en ondersteunen (ter waarde van 300.000 Euro).
o Departement Omgeving verbindt zich ertoe om 110.000 Euro bij te dragen aan het bestek voor de geïntegreerde visie voor de stedelijke doortocht Geraardsbergen
o Departement Omgeving voorziet een bijdrage van 150.000 Euro voor de financiering van de studiekosten ifv. het planologisch initiatief GRUP Zandbergen
o Departement Omgeving verbindt zich ertoe, in samenwerking met VMM, 3.400.000 euro bij te dragen ifv. het aankoopbeleid en de nazorg binnen de indicatieve zone (ondermeer in Geraardsbergen, afgestemd op noden in andere gemeenten)
- Ondersteuning communicatie en participatie
o Departement Omgeving verbindt zich ertoe om Vlaamse communicatiekanalen maximaal aan te wenden voor communicatie rond deze projecten en de partners bij info- en participatiemomenten in het kader van deze projecten logistiek te ondersteunen.
o Departement Omgeving engageert zich voor een bijdrage aan de werkingskost voor communicatie, met name 50.000 Euro voor alle projecten van het uitvoeringsprogramma in de uitvoeringsfase 2024-2026
o Departement Omgeving engageert zich om te communiceren over de uitvoeringsprojecten naar gedupeerden, buurtbewoners en de brede toe. Het communicatiemateriaal wordt vooraf voorgelegd aan de verschillende partners.
Artikel 6: Specifieke uitvoeringsverbintenissen van ANB
- financiële verbintenissen
o ANB verbindt er zich toe de aanwerving van externe personeel (mee) te financieren:
programmacoördinator meersen voor een bedrag van 100.000 Euro
o ANB financiert 200.000 Euro voor de studiekosten voor het valleibrede project De Nuchten – Kwaadbroeken – Pollaremeersen (projectzone 4)
o ANB engageert zich voor het financieren van 700.000 Euro voor de voorbereiding ifv. alle inrichtingswerken en quick wins in de meersen zoals voorzien in het uitvoeringsprogramma in de uitvoeringsfase 2024-2026
- Ondersteuning communicatie en participatie
o ANB verbindt zich ertoe om hun communicatiematerialen maximaal aan te wenden voor communicatie rond deze projecten en de partners bij info- en participatiemomenten in het kader van deze projecten logistiek te ondersteunen.
o ANB engageert zich voor een bijdrage aan de werkingskost voor communicatie, met name 30.000 Euro voor alle projecten van het uitvoeringsprogramma in de uitvoeringsfase 2024-2026
Artikel 7: Specifieke uitvoeringsverbintenissen van de VMM
- financiële verbintenissen
o VMM financiert 150.000 Euro voor de opmaak van het uitvoeringsdossier voor de aanpassingswerken aan de Molenbeek (Zandbergen) en de realisatie van de afvoer via de Rijt
o VMM verbindt zich ertoe de volgende maatregelen te nemen op onbevaarbare waterlopen:
Inrichtingswerken Mark (gecontroleerde overstromingsgebieden, beekherstel, realisatie vismigratie, aanpak sedimentproblematiek,…). Hiervoor wordt een financiële inbreng van 850.000 Euro voorzien voor alle projecten van het uitvoeringsprogramma in de uitvoeringsfase 2024-2026
Vrijwillige verwerving van slecht gelegen woningen langs onbevaarbare waterlopen 1° categorie. Hiervoor wordt een financiële inbreng van 2.000.000 Euro voorzien voor alle projecten van het uitvoeringsprogramma in de uitvoeringsfase 2024-2026
Artikel 8: Specifieke uitvoeringsverbintenissen van de Provincie Oost-Vlaanderen
- inzet capaciteit
o De Provincie Oost-Vlaanderen engageert zich tot haar aandeel in de projectcoördinatie van de stedelijke doortocht Geraardsbergen met 0,3 VTE projectcoördinator en 0,3 VTE ruimtelijk planner
o De Provincie Oost-Vlaanderen voorziet personeelsinzet voor opmaak Masterplan UNAL-site, met name 0,6 VTE, gespreid over verschillende profielen
o De Provincie Oost-Vlaanderen engageert zich tot haar aandeel in de projectcoördinatie ‘Veilig overstroombare tuinen’ met 0,2 VTE projectcoördinator (voor alle Dendergemeenten, waaronder Geraardsbergen)
- financiële verbintenissen
o De Provincie Oost-Vlaanderen verbindt zich ertoe om 40.000 Euro bij te dragen aan het bestek voor de geïntegreerde visie voor de stedelijke doortocht Geraardsbergen
o De Provincie Oost-Vlaanderen financiert 120.000 Euro voor de studiekosten bij de opmaak van het masterplan voor de Unalsite
o De Provincie Oost-Vlaanderen voorziet de financiering van de studiekosten voor de opmaak van het infopakket in functie van de senibiliseringscampagne en de opmaak van de stedenbouwkundige verordening voor de som van 80.000 Euro (voor alle Dendergemeenten, waaronder Geraardsbergen)
- Ondersteuning communicatie en participatie
o De Provincie Oost-Vlaanderen verbindt zich ertoe om Provinciale communicatiekanalen maximaal aan te wenden voor communicatie rond deze projecten en de partners bij info- en participatiemomenten in het kader van deze projecten logistiek te ondersteunen.
o De Provincie Oost-Vlaanderen engageert zich voor een bijdrage aan de werkingskost voor communicatie, met name 30.000 Euro voor alle projecten van het uitvoeringsprogramma in de uitvoeringsfase 2024-2026
Artikel 9: Specifieke uitvoeringsverbintenissen van de Stad Geraardsbergen
- inzet capaciteit
o De Stad Geraardsbergen verbindt zich ertoe om de verschillende projecten actief op te volgen en er aan bij te dragen vanuit stadsontwikkeling, ruimtelijke planning, mobiliteit, openbare werken en andere relevante diensten. De modaliteiten hiervoor worden geconcretiseerd in het nieuwe bestuursakkoord en meerjarenplan 2025-2031, in relatie tot de 0,5 VTE die de stad capaciteit die de stad vanwege de Vlaamse overheid krijgt ter versterking van de lokale capaciteit.
- financiële verbintenissen
o De Stad Geraardsbergen verbindt zich ertoe om 10.000 Euro bij te dragen aan het bestek voor de geïntegreerde visie voor de stedelijke doortocht Geraardsbergen
o De Stad engageert zich ertoe om parallel aan de opmaak van de visie voor de vernieuwing van de stedelijk doortocht zowel de impact op als de kansen voor mobiliteit op de Denderkaaien en in het stadscentrum te onderzoeken. Zodat hiertoe in kader van de visie voor de stedelijke doortocht tijdig keuzes gemaakt kunnen worden. Ze zal hiertoe in 2025 een circulatiestudie, ter verdieping van het mobiliteitsplan, laten opmaken. De modaliteiten hiervoor worden geconcretiseerd in het nieuwe bestuursakkoord en meerjarenplan 2025-2031.
o De stad verbindt zich ertoe om de komende jaren te blijven investeren in kwalitatieve stadsontwikkeling en publieke ruimte langsheen de Denderkaaien en in het stadscentrum, afgestemd op de visie voor de stedelijke doortocht, voor minstens 3 miljoen Euro. In bijzonder op plekken waar ze hiervoor hefbomen heeft (Den Bleek, Dokhuis, AC site, CM gebouw, handelskern en winkelstraten, …).
- Inbreng ondersteuning communicatie en participatie:
o De stad verbindt zich ertoe om gemeentelijke communicatiekanalen maximaal aan te wenden voor communicatie rond deze projecten en de partners bij info en participatiemomenten in kader van deze projecten logistiek te ondersteunen.
Artikel 10: Projectovereenkomsten
Ter uitvoering van de projecten of aanvulling op huidige overeenkomst kunnen één of meerdere Partners een projectovereenkomst sluiten om bijkomende verbintenissen aan te gaan.
Bij de uitwerking van een projectovereenkomst richten de Partners zich naar wat overeengekomen werd in voorliggende overeenkomst.
Projectovereenkomsten mogen op geen enkele wijze afbreuk doen aan de rechten en verplichtingen van de Partners bij huidige samenwerking die geen partner zijn bij de projectovereenkomst.
Ook Derden kunnen Partner zijn bij een projectovereenkomst zonder dat zij per se Partner zijn bij deze samenwerking. In dat geval geeft de Derde bij het sluiten van de projectovereenkomst aan dat zij in kennis is gesteld van de inhoud van de huidige overeenkomst en aanvaardt zij uitdrukkelijk de toepasselijkheid van deze overeenkomst en alle artikelen daarvan op de projectovereenkomst.
De partners van een projectovereenkomst lichten de overige Partijen in over het voornemen om een project overeenkomst te sluiten en, na het sluiten daarvan, over het bestaan en de draagwijdte van de projectovereenkomst.
De ontbinding van een projectovereenkomst brengt niet automatisch de ontbinding van deze overeenkomst mee.
Artikel 11: Werking en overlegstructuur
Gezien verschillende projecten die onder deze overeenkomst vallen na opstart een eigen coördinatie, aansturing, werking en overlegstructuur (projectovereenkomsten) zullen hebben, stellen de Partners voorstel om overkoepelende werking en overlegstructuur voor Geraardsbergen licht te houden en voornamelijk te richten op opvolging, monitoring en evaluatie.
De Partners beslissen om die reden dat de stad Geraardsbergen op gerichte tijdstippen, bvb. drie maandelijks, deelneemt aan het coördinatieteam met programma coördinator en projectcoördinatoren. Het verslag van de vergadering wordt door de programmacoördinatie bezorgd aan de stad. Indien er zich problemen stellen kunnen deze via de programma coördinator gerapporteerd worden aan de Taskforce en/of stuurgroep van T.OP Dender.
Artikel 12: Monitoring en evaluatie
De voortgang en uitvoering van de acties wordt door de Partners gemonitord en via het coördinatieteam gerapporteerd aan de programmacoördinatie, Taskforce en stuurgroep van T.OP Dender. De Partners hanteren hierbij volgende criteria:
— Uitvoering van de bepalingen in deze overeenkomst
— Voortgang en resultaten van de verschillende projecten
— Uitvoering van het gebiedsprogramma
— Nader te bepalen outcome indicatoren zoals aantal quick wins en hefboomprojecten, budgetten gemobiliseerd, toename van de waterveiligheid, bijdrage aan ruimtelijke ontwikkeling en klimaatuitdagingen, enz.
Artikel 13: Participatie
De partners verbinden zich ertoe om via een participatieve strategie (semi-) professionele stakeholders, belanghebbenden en omwonenden of andere ruimtegebruikers inspraak te geven in de verschillende projecten. Ze voorzien hiervoor in de externe ondersteuningsopdrachten ook de nodige ondersteuning.
Artikel 14: Communicatie
De Partners verbinden zich er toe om bij elke vorm of elk geval van externe communicatie (via de pers, print media, website en audiovisuele media) over de projecten ikv T.OP Dender Werf 1 ‘Ruimte voor Water’ op het grondgebied Geraardsbergen, in bijzonder m.b.t. de stedelijke doortocht van de Dender in Geraardsbergen, voor zover zij betrekking heeft op het voorwerp van deze overeenkomst en ongeacht of het initiatief tot externe communicatie uitgaat van één van de partners, specifieke communicatierichtlijnen in acht te nemen. De partners en de opdrachthouders zijn gebonden aan deze richtlijnen.
— Het kader waarbinnen deze opdracht wordt uitgevoerd dient steeds vermeld te worden ‘T.OP Dender – Werf 1: Ruimte voor water Dendervallei’, evenals de partners (‘initiatief van de Vlaamse overheid, de Provincie Oost-Vlaanderen, stad Geraardsbergen)
— Bij elke vorm van visuele communicatie zoals drukwerk of een vermelding op website, dienen steeds de logo’s van de partners (De Vlaamse Waterweg nv, Departement Omgeving, Agentschap Natuur & Bos, Vlaamse Milieumaatschappij, Provincie Oost-Vlaanderen en stad Geraardsbergen) vermeld te worden.
De Partners hebben ook bijzonder oog voor het afstemmen van de communicatie in kader van relevante lopende projecten (Den Bleek, Unalsite,…) op de communicatie in kader van deze samenwerking, in bijzonder richting zelfde doelgroepen of -publiek.
Artikel 15: Duur van de samenwerking.
Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking vanaf de datum van de ondertekening door alle Partners en wordt afgesloten voor twee en een half jaar, met halfjaarlijkse evaluatie.
Artikel 16: Uitbreiding/Toetreding
De Partners staan ervoor open dat andere bovenlokale of lokale actoren tot deze samenwerking kunnen toetreden, mits volgende voorwaarden:
— zij het geheel aan prioriteiten van de samenwerking en deze overeenkomst onderschrijven,
— hiertoe engagement opnemen en een gelijk(w)aardige capaciteit inbrengen,
— en de partners van deze samenwerking hiermee akkoord gaan.
Artikel 17: Verlenging
Deze samenwerkingsovereenkomst kan, mits goedkeuring van de Partners, na afloop worden verlengd met oog op halen of uitbreiden van de projectdoelstellingen. Of om met de Partners vanaf 2026 de uitvoeringsfase samen vorm te geven.
Artikel 18: Uittreding
Elk van de Partners is in de mogelijkheid om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen. Een effectieve verbreking van de overeenkomst kan ten vroegste één jaar na de datum van het afsluiten van de overeenkomst en vervolgens telkens naar aanleiding van de halfjaarlijkse evaluatie door de partners.
De partner die de samenwerking wenst te verbreken brengt de andere partners hierbij minstens 30 dagen vóór de halfjaarlijkse evaluatie op de hoogte per aangetekend schrijven. Vervolgens start een opzeggingstermijn van 6 maanden, ingaand de maand volgend op de maand waarin de opzegging per aangetekend schrijven werd betekend.
De partner die opzegt is een schadevergoeding verschuldigd aan de andere partners voor de door de opzegging veroorzaakte schade. In elk geval van opzegging blijven de partners gehouden om de reeds in het kader van de samenwerking gegunde opdrachten te betalen.
Artikel 19: Ontbinding
Alle Partners kunnen de samenwerkingsovereenkomst door de rechtbank laten ontbinden, in geval van een ernstige tekortkoming door één van de Partners aan zijn verbintenissen.
Artikel 20: Geschillen
De Partners verbinden zich ertoe ieder tussen hen gerezen geschil in de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst, te bespreken binnen de stuurgroep om aldaar tot een onderhandelde oplossing te komen, en dit binnen een termijn van 15 kalenderdagen nadat één der Partners aan de andere partij schriftelijk heeft gesteld dat er sprake is van een geschil.
Indien een geschil niet tot een onderhandelde oplossing komt, kan dit worden voorgelegd aan de bevoegde rechtbank.
Overwegende dat in kader van T.OP Dender De Vlaamse Waterweg nv, Departement Omgeving en de Provincie Oost-Vlaanderen samen met de Dendergemeenten het Strategisch Plan Ruimte voor Water Dendervallei (www.ruimtevoorwater.be) hebben uitgewerkt om naar oplossingen te zoeken voor de overstromingsproblematiek vanuit de Dender die tegelijkertijd ruimtelijke en maatschappelijke meerwaarde creëren, bijvoorbeeld op vlak van openbare ruimte, wonen, toerisme, economie, landbouw;
Overwegende dat na heel wat studiewerk, onderzoek en inspraak het strategisch plan 'Ruimte voor water Dendervallei' en het daaraan gekoppelde eerste uitvoeringsprogramma 2024-2026 op 31 mei 2024 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering; dat dit strategisch plan de leidraad is waarmee de Vlaamse overheid, de Provincie Oost-Vlaanderen en de gemeentes langs de Dender de komende jaren aan de slag zullen gaan;
Overwegende dat deze projectovereenkomst de verbintenissen regelt tussen de Partners (De Vlaamse Waterweg nv, Departement Omgeving, Provincie Oost-Vlaanderen en lokaal bestuur Geraardsbergen) om in kader van het Territoriaal Ontwikkelingsprogramma (T.OP) Dender, Werf 1: Ruimte voor Water Dendervallei, vanuit partnerschap de acties uit het Strategisch Plan RVW en het uitvoeringsprogramma fase 1: 2024-2026, voor het vernieuwen van de stedelijke doortocht van de Dender in Geraardsbergen, vorm te geven.
Overwegende dat de Partners beslissen om in kader van deze samenwerking een geïntegreerde visie op te maken voor de stedelijke doortocht van de Dender in Geraardsbergen, inclusief herontwikkeling van het publiek en privaat domein langs de Dender, alsook inrichtingsplannen op te maken voor de overgangsgebieden Rood-Kruis en Sint-Jozef, zodat vervolgens een uitvoeringsdossier kan opgemaakt worden in kader van het uitvoeringsprogramma fase 2 (2026-2031). Voor het overgangsgebied Unalsite wordt parallel een masterplan opgemaakt. Hiervoor wordt een aparte samenwerkingsovereenkomst afgesloten en projectstructuur opgezet.
Overwegende dat de Partners beslissen bij de opmaak van de geïntegreerde visie en inrichtingsplannen het Strategisch Plan en diens bijlagen, waaronder de Ontwikkelingsvisie, en de verkenningsnota stedelijke doortocht Geraardsbergen als kader en leidraad te hanteren om tot kwalitatieve realisatie te komen. Tevens verbinden ze zich er toe hierbij steeds de dubbele doelstelling van het Strategisch Plan te bewerkstelligen:
̶ verminderen van het overstromingsrisico en
̶ creëren maatschappelijke en ruimtelijke meerwaarden. Hieronder verstaan we voor Geraardsbergen ondermeer:
o Het verbeteren (van het functioneren) van het publiek domein en aansluitend privaat domein op vlak van waterbeheer, mobiliteit, wonen, veiligheid, werken, leven, energietransitie, …
o Het benoemen van hefboomplekken voor kwaliteitsvolle stadsontwikkeling en (her)ontwikkeling, inclusief renovatie verouderd patrimonium
o Het creëren en aangrijpen van opportuniteiten voor gemengde en duurzame woon-werkomgeving, inclusief voorzieningenaanbod en sociale woonvormen
o Het versterken van de beleving en leefomgevingskwaliteit van het publiek en aansluitende privaat domein.
o Het ontwikkelen van nabij en toegankelijk groen, in bijzonder in overgangsgebieden (koppeling met Werf 2 T.OP Dender)
Overwegende dat de Partners beslissen voor dit project in 2 fases te werken:
1. Een onderzoek, raamwerk en visie fase, die in 2024 van start gaat volgend op de ondertekening van deze overeenkomst, en via een externe ondersteuningsopdracht (zie Titel II) en een participatief traject (zie Artikel 6) volgende producten oplevert:
̶ Een geïntegreerde visie voor de volledige stedelijke doortocht, afgestemd met het masterplan voor de Unalsite, bestaande uit
o Een raamwerk, dat maatschappelijk gedragen is en ruimtelijk een duurzame ontwikkeling garandeert, in relatie tot het omliggend landschap (Dendervallei en flanken)
o De doorvertaling van het raamwerk naar een gedetailleerde structuurschets
o Ontwikkelingskaders voor strategische ontwikkelingszones
o Inrichtingsplannen voor strategische projectzones
̶ Inrichtingsplannen voor de overgangsgebieden, Sint-Jozef en Rood-Kruis, afgestemd met het masterplan voor de Unalsite,
̶ Identificatie quick wins die door een of meerdere partners, al dan niet met ondersteuning van T.OP Dender, op korter termijn kunnen gerealiseerd worden.
̶ Actieprogramma, dat de taakstelling in beeld brengt, deze toewijst aan de Partners of andere betrokken actoren, prioriteiten en fasering voorziet voor de periode 2026-2031.
Overwegende dat de Partners beslissen deze producten in verschillende stappen op te maken (zie projectfiche in bijlage die samen met deze overeenkomst door Partners wordt onderschreven). Op bepaalde momenten (we noemen ze mijlpalen) wordt aan de Partners gevraagd om de tussentijdse output van het proces te valideren in de stuurgroep en de eigen bevoegde, formele besluitvormingsorganen. Dit om een helder mandaat te verkrijgen en te garanderen dat deze stappen door de stuurgroep als finaal afgewerkt en goedgekeurd kunnen worden beschouwd. Zo kan het raamwerk pas worden opgemaakt eens de ambities en randvoorwaarden (bijvoorbeeld op vlak van waterbeheer, mobiliteit, stadsontwikkeling,…) vastliggen, of de structuurschets en inrichtingsplannen pas als het raamwerk is afgeklopt door de Partners;
Overwegende dat om deze stapsgewijze aanpak mogelijk te maken een aantal Partners zich er toe verbinden om in het voorjaar van 2025 en ten laatste tegen mijlpaal 1 (zie tijdslijn doortocht in bijlage) parallel enkele bijkomende onderzoeken te voeren, voor eigen rekening, zodat er in het proces van de opmaak van visie voor de stedelijke doortocht tijdig keuzes gemaakt kunnen worden:
̶ De Vlaamse Waterweg: Optionele inventarisatie staat kades en dijken en/of opmetingen door landmeter
̶ Stad Geraardsbergen: Opmaak van een circulatiestudie, ter verdieping van mobiliteitsplan, die zowel de impact op als de kansen voor mobiliteit op de Denderkaaien en in het stadscentrum te onderzoekt.
̶ De Provincie Oost-Vlaanderen: Verdiepend onderzoek samen met de stad Geraardsbergen naar concretisering kansen voor aqua- en riothermie binnen studie- en plangebied.
2. Een uitvoeringfase, die van start gaat van zodra de geïntegreerde visie en inrichtingsplannen definitief vastgesteld zijn door de stuurgroep en besluitvormingsorganen van de Partners (verwacht in 2026), en waarbij de Partners het engagement aangaan om het actieprogramma te gaan realiseren. Hiervoor kan deze overeenkomst worden verlengd of kan er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst onder de Partners worden afgesloten (zie Artikel 10);
Overwegende dat onder de stedelijke doortocht de Partners verstaan het ruime vallei gebied rondom de Dender tussen de spoorweg over de Dender en de Zonnebloembrug. Met in begrip van de overgangsgebieden Rood-Kruis, Unal-site en Sint-Jozef;
Overwegende dat het exacte studie en plangebied voor de geïntegreerde visie en inrichtingsplannen voor de stedelijke doortocht wordt in overleg tussen de Partners bepaald bij opmaak van het bestek voor de externe ondersteuningsopdracht (zie Titel II);
Overwegende dat deze overkoepelende samenwerkingsovereenkomst in werking treedt vanaf de datum van de ondertekening door alle Partners en wordt afgesloten voor twee en een half jaar, met halfjaarlijkse evaluatie;
Overwegende dat de toezegging van de budgetten vanuit Omgevingsbeleid voor de stedelijke doortocht, conform de beslissing van de Vlaamse regering omtrent de begrotingskredieten in 2024, enkel gegarandeerd is als de gunning door departement Omgeving in 2024 gebeurd. Om gunning in 2024 te halen moet het departement Omgeving het bestek eind september op de markt plaatsen;
Overwegende dat de Partners gezamenlijk een ontwerp van bestek opstellen voor de externe ondersteuningsopdracht en beslissen Departement Omgeving aan te duiden om in gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van de opdracht als aanbestedende overheid op te treden;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2027;
Gelet op het advies door het college van Burgemeester en Schepenen van 11 maart 2024 op het ontwerp strategisch plan en synthesenota;
Gelet op de aktename advies ontwerp strategisch plan en synthesenota strategisch plan 'ruimte voor water Dendervallei' van de gemeenteraad op 26 maart 2024;
Gelet op de goedkeuring van de Vlaamse Regering op 31 mei 2024 van het Strategisch Plan 'Ruimte voor water Dendervallei' en eerste Uitvoeringsprogramma 2024-2026;
Gelet op de aktename van het goedgekeurd strategisch plan ruimte voor water Dendervallei en uitvoeringsprogramma fase 1 2024-2026 door het college van Burgemeester en Schepenen op 1 juli 2024.
Gelet op het voorstel tot goedkeuring door de gemeenteraad op 24 september 2024 van de overkoepelende overeenkomst 'samen werken aan meer ruimte voor water in Geraardsbergen' tot het verzekeren van het uitvoeringsprogramma fase 1 2024-2026;
De Partners ramen de kostprijs van de ondersteuningsopdracht op 280.000 Euro, incl. btw.
De Partners streven er in kader van de onderhandelingsprocedure samen naar de opdracht tegen de geraamde kostprijs te kunnen opstarten. De opdracht zal door middel van een cofinanciering door de Partners, met volgende verdeling gebeuren:
— Departement Omgeving: 200.000 Euro, incl. btw.
— Vlaamse Waterweg: 30.000 Euro, incl. btw
— Provincie Oost-Vlaanderen: 40.000 Euro, incl. btw.
— Stad Geraardsbergen: 10.000 Euro, incl. btw. Deze bijdrage voor deze ruimtelijke studie wordt voorzien op AR: 21400000 en BI 060000 (budgetjaar 2025).
Indien de kostprijs in kader van de aanbestedingsprocedure alsnog hoger ligt dan de raming beslissen de Partners samen hoe ze dit aanpakken: hetzij door de ambities bij te stellen, hetzij door tot een vergelijk te komen. Ze hanteren de verdeelsleutel opgenomen tussen de Partners in het uitvoeringsprogramma als kader;
Met het ondertekenen van deze samenwerkingsovereenkomst verbindt Geraardsbergen zich er toe om in het voorjaar van 2025 en ten laatste tegen mijlpaal 1 (zie tijdslijn doortocht in bijlage) parallel en op eigen kosten een circulatiestudie ter verdieping van het mobiliteitsplan uit te voeren, die zowel de impact op als de kansen voor mobiliteit op de Denderkaaien en in het stadscentrum onderzoekt, zodat er in het proces van de opmaak van visie voor de stedelijke doortocht tijdig keuzes gemaakt kunnen worden;
Voor een circulatiestudie is momenteel nog geen specifiek budget voorzien in het meerjarenplan 2020 -2025; dit kan een onderdeel uitmaken van de studie Masterplan Centrum of gerealiseerd worden via een interne budgetverschuiving vanuit de budgetten van Mobiliteit;
De gemeenteraad beslist projectsamenwerkingsovereenkomst 'Geïntegreerde visie stedelijke doortocht Dender & inrichtingsplannen overgangsgebieden in Geraardsbergen' als volgt goed te keuren:
TITEL 1. Algemeen
Artikel 1: Voorwerp van de overeenkomst: Ambities, doelstellingen en output
Deze overeenkomst regelt de verbintenissen tussen de Partners om in kader van het Territoriaal Ontwikkelingsprogramma (T.OP) Dender, Werf 1: Ruimte voor Water Dendervallei, vanuit partnerschap de acties uit het Strategisch Plan RVW en het uitvoeringsprogramma fase 1: 2024-2026 (beide in bijlage), voor het vernieuwen van de stedelijke doortocht van de Dender in Geraardsbergen, vorm te geven.
De Partners beslissen om in kader van deze samenwerking een geïntegreerde visie op te maken voor de stedelijke doortocht van de Dender in Geraardsbergen, inclusief voor de herontwikkeling van het publiek en privaat domein langs de Dender, alsook inrichtingsplannen op te maken voor de overgangsgebieden Rood-Kruis en Sint-Jozef. Zodat vervolgens een uitvoeringsdossier kan opgemaakt worden in kader van het uitvoeringsprogramma fase 2 (2026-2031). Voor het overgangsgebied Unalsite wordt parallel een masterplan door de Provincie Oost-Vlaanderen, in samenwerking met de Partners, opgemaakt. Hiervoor wordt een aparte samenwerkingsovereenkomst afgesloten en projectstructuur opgezet.
De Partners beslissen bij de opmaak van de geïntegreerde visie en inrichtingsplannen het Strategisch Plan en diens bijlagen, waaronder de Ontwikkelingsvisie, en de verkenningsnota stedelijke doortocht Geraardsbergen (eveneens in bijlage), als kader en leidraad te hanteren om tot kwalitatieve realisatie te komen. Tevens verbinden ze zich er toe hierbij steeds de dubbele doelstelling van het Strategisch Plan te bewerkstelligen:
̶ verminderen van het overstromingsrisico en
̶ creëren maatschappelijke en ruimtelijke meerwaarden. Hieronder verstaan we voor Geraardsbergen ondermeer:
o Het verbeteren van de functionele-, technische en beeldkwaliteit van het publiek domein en aansluitend privaat domein op vlak van waterbeheer, mobiliteit, wonen, veiligheid, werken, leven…
o Het benoemen van hefboomplekken voor kwaliteitsvolle stadsontwikkeling en (her)ontwikkeling, inclusief renovatie verouderd patrimonium
o Het creëren en aangrijpen van opportuniteiten voor gemengde en duurzame woon-werkomgeving, inclusief voorzieningenaanbod, sociale woonvormen en energietransitie.
o Het versterken van de beleving en leefomgevingskwaliteit van het publiek en aansluitende privaat domein.
o Het ontwikkelen van nabij en toegankelijk groen, in bijzonder in overgangsgebieden (koppeling met Werf 2 T.OP Dender)
De Partners beslissen voor dit project in 2 fases te werken:
1. Fase 1: Een onderzoek, raamwerk en visie fase, die in 2024 van start gaat volgend op de ondertekening van deze overeenkomst, en via een externe ondersteuningsopdracht (zie Titel II) en een participatief traject (zie Artikel 6) volgende producten oplevert:
̶ Een geïntegreerde visie voor de volledige stedelijke doortocht, afgestemd met het masterplan voor de Unalsite, bestaande uit
o Een raamwerk, dat maatschappelijk gedragen is en ruimtelijk een duurzame ontwikkeling garandeert, in relatie tot het omliggend landschap (Dendervallei en flanken)
o De doorvertaling van het raamwerk naar een gedetailleerde structuurschets
o Een raming van de kostprijs en geïntegreerde beoordeling van de meerwaarden
o Ontwikkelingskaders voor strategische ontwikkelingszones
o Inrichtingsplannen voor strategische projectzones, waaronder de overgangsgebieden, Sint-Jozef en Rood-Kruis.
̶ Inventarisatie van en plan van aanpak voor quick wins, als basis voor een of meerdere partners, of andere actoren, die, al dan niet met ondersteuning van T.OP Dender, bepaalde acties op korte termijn willen realiseren.
̶ Actieprogramma, dat de taakstelling in beeld brengt, deze toewijst aan de Partners of andere betrokken actoren, prioriteiten en fasering voorziet voor de periode 2026-2031.
Ze beslissen deze producten in verschillende stappen op te maken (zie projectfiche in bijlage die samen met deze overeenkomst door Partners wordt onderschreven). Op bepaalde momenten (we noemen ze mijlpalen) wordt aan de Partners gevraagd om de tussentijdse output van het proces te valideren in de stuurgroep en de eigen bevoegde, formele besluitvormingsorganen. Dit om een helder mandaat te verkrijgen en te garanderen dat deze stappen door de stuurgroep als finaal afgewerkt en goedgekeurd kunnen worden beschouwd. Zo kan het raamwerk pas worden opgemaakt eens de ambities en randvoorwaarden (bvb. op vlak van waterbeheer, mobiliteit, stadsontwikkeling,…) vastliggen, of de structuurschets en inrichtingsplannen pas als het raamwerk is afgeklopt door de Partners.
Om deze stapsgewijze aanpak mogelijk te maken verbinden een aantal Partners zich er toe om in het voorjaar van 2025 en ten laatste tegen mijlpaal 1 (zie projectfiche) parallel enkele bijkomende onderzoeken te voeren, voor eigen rekening, zodat er in het proces van de opmaak van visie voor de stedelijke doortocht tijdig keuzes gemaakt kunnen worden:
̶ De Vlaamse Waterweg verbindt zicht er toe om uit te klaren of een inventarisatie van de staat van kades en dijken in de doortocht van Geraardsbergen en/of opmetingen door een landmeter noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van deze samenwerking. En zo ja, voert deze tijdig uit.
̶ Stad Geraardsbergen verbindt zich er toe om tijdig een circulatiestudie, ter verdieping van mobiliteitsplan op te maken, die zowel de impact op als de kansen voor mobiliteit op de Denderkaaien en in het stadscentrum te onderzoekt. De modaliteiten hiervoor worden geconcretiseerd in het nieuwe bestuursakkoord en meerjarenplan 2025-2031.
̶ De Provincie Oost-Vlaanderen verbindt zich ertoe om tijdig een verdiepend onderzoek samen met de stad Geraardsbergen te voeren naar de concretisering van de kansen voor aqua- en riothermie binnen studie- en plangebied (opdracht van maximum 30.000 Euro, incl. btw. ten laste van de Provincie Oost-Vlaanderen).
2. Fase 2: Een uitvoeringfase, die van start gaat van zodra de geïntegreerde visie en inrichtingsplannen definitief vastgesteld zijn door de stuurgroep en besluitvormingsorganen van de Partners (verwacht in 2026), en waarbij de Partners het engagement aangaan om het actieprogramma te gaan realiseren. Hiervoor kan deze overeenkomst worden verlengd of kan er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst onder de Partners worden afgesloten (zie Artikel 10).
Artikel 2: Stedelijke doortocht
Onder de stedelijke doortocht verstaan de Partners het ruime vallei gebied rondom de Dender tussen de spoorweg over de Dender en de Zonnebloembrug. Met in begrip van de overgangsgebieden Rood-Kruis, Unal-site en Sint-Jozef.
Het exacte studie en plangebied voor de geïntegreerde visie en inrichtingsplannen voor de stedelijke doortocht wordt in overleg tussen de Partners bepaald bij opmaak van het bestek voor de externe ondersteuningsopdracht (zie Titel II).
Artikel 3: Aard van de overeenkomst
— Deze overeenkomst betreft een projectovereenkomst, binnen de ruimere samenwerking rond Ruimte voor Water Dendervallei tussen de Partners, die bijkomende verbintenissen omvat voor de stedelijke doortocht van de Dender in Geraardsbergen.
— De samenwerking betreft een ‘coproductie’ met bestuurlijke actoren, waarbij vanuit een gelijkwaardig partnerschap ruimtelijke keuzes worden gemaakt, in overeenstemming met het Strategisch Plan Ruimte voor Water en de ruimtelijke beleidsplannen op de verschillende bestuursniveaus, en waarin wordt bepaald hoe, door wie en met welke middelen deze gerealiseerd zullen worden.
— In dit samenwerkingsverband gaan de Partners een eerste keer wederzijdse verbintenissen aan over de aanpak van deze opgave, ieders (financiële) bijdrage daaraan en het gezamenlijk bewaken van de voortgang. De Partners nemen in de SWO verbintenissen op, zowel financieel als uitvoerend, voor de fase 1: onderzoek, raamwerk en visie.
— Deze overeenkomst is een overeenkomst naar burgerlijk recht. Tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven zijn de verbintenissen opgenomen in deze overeenkomst te beschouwen als inspanningsverbintenissen.
— De in deze overeenkomst opgenomen verbintenissen zijn ondergeschikt aan het karakter van openbare bestuur van de Partners, en impliceren derhalve geenszins dat toepasselijke wetten, decreten en besluiten niet zullen worden toegepast. Deze verbintenissen kunnen bijgevolg op geen enkele wijze afbreuk doen aan de opdracht van de Partners om bij de opmaak van ruimtelijke instrumenten en het behandelen van aanvragen tot goedkeuringen, machtigingen en vergunningen steeds de geldende wettelijke en decretale regels toe te passen en de geijkte procedures te doorlopen, waarbij de Partners op elk ogenblik hun volle discretionaire appreciatiebevoegdheid behouden.
Artikel 4: Algemene uitvoeringsverbintenissen van de Partners
De samenwerking is gestoeld op het principe van loyale en constructieve samenwerking tussen de Partners met het oog op de realisatie van de doelstellingen en acties uit deze overeenkomst.
Vanuit die geest verbinden zij zich ertoe om voor de duur van de overeenkomst loyaal samen te werken aan de succesvolle uitvoering ervan, en dit onder meer op basis van de volgende principes:
- Vaste wil om de doelstellingen en acties uit te voeren op een professionele manier en met bekwame spoed rekening houdend met de duur van de samenwerking;
- Actieve en constructieve deelname aan de besprekingen en evaluaties;
- Voeren van een open, transparant en participatief proces;
- Maximale benutting van de eigen mogelijkheden en bevoegdheden;
- Wederzijds respect tussen alle Partners over de aard van de respectievelijke bevoegdheden en de wijze waarop daarvan gebruik wordt gemaakt;
- Snelheid en doeltreffendheid van de wederzijdse communicatie en informatieverstrekking;
- Werken ter goede trouw.
Alle Partners verbinden zich ertoe om alle redelijke inspanningen te leveren met het oog op de realisatie van de gemeenschappelijke doelstellingen en acties vermeld in Artikel 1. Zij verbinden zich ertoe om elk hun eigen beleid en lopende projecten zo veel als mogelijk af te stemmen op de doelstellingen en acties van deze samenwerking. En vice versa. Hieronder verstaan de Partners ook dat ze tijdens de opmaak van de geïntegreerde visie en inrichtingsplannen, vanuit het voorzorgs- en rechtszekerheidsprincipe, terughoudend en omzichtig omspringen met vergunningsaanvragen binnen het studie en plangebied. En bij de boordeling van vergunningsaanvragen minstens nagaan of het voorgestelde project verzoenbaar is met de visie en plannen in opmaak. Zodat kansen voor samenhang publiek-private ruimte, stadsontwikkeling,… niet verloren gaan.
De Partners verbinden zich ertoe om, waar nodig of nuttig voor de uitvoering, en steeds binnen de eigen bevoegdheden, samen te werken met derden die rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen bijdragen aan de uitvoering. Zonder limitatief te zijn, kan dit de samenwerking betreffen met middenveld, projectontwikkelaars, aannemers, lokale stakeholders, belangengroeperingen, enz. In het algemeen is de samenwerking tussen de Partners erop gericht om een zo groot mogelijk maatschappelijk draagvlak te creëren.
Artikel 5: Werking en overlegstructuur5.1. Strategische sturing vanuit stuurgroep
Deze samenwerking behelst de opstart van een projectstructuur met een stuurgroep, projectcoördinatie, eventuele werkgroepen, en projectnota.
Door akkoord te gaan met deze samenwerkingsovereenkomst, engageren de Partners zich om zo snel als mogelijk een stuurgroep op te richten, waarin elk van de Partners evenwaardig vertegenwoordigd is en inspraak heeft, en waarin gestreefd wordt om per consensus te beslissen door gemandateerde afgevaardigden van de Partners.
De stuurgroep wordt belast met de strategische beslissingen aangaande het project. De stuurgroep doet telkens een tussentijdse evaluatie van het project, via aansturing op de projectnota, en beslist daarbij over proces, plan van aanpak, timing en eventuele wijziging van doelstellingen (in geval van problemen of opportuniteiten), fundamentele budgettaire aspecten (en andere middelen),… Wijzigingen in deze fases worden per unanimiteit goedgekeurd nadat de impact van de wijziging op de verschillende projectonderdelen onderzocht werd.
Om een goede werking van de stuurgroep te garanderen, werken de Partners aan een actieve open communicatie, waarbij problemen en kansen tijdig worden besproken op de stuurgroep. De leden van de stuurgroep zijn door hun organisatie gemandateerd om operationele keuzes te maken met betrekking tot bovenstaande taken. Hiertoe neemt iedere Partner na de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2024 een besluit, waarin volgende punten zijn opgenomen:
̶ Politieke vertegenwoordiging stuurgroep (effectief en plaatsvervanger)
̶ Mandaat aan de afgevaardigde om het bestuur in de stuurgroep te vertegenwoordigen en beslissingen te nemen
Op bepaalde momenten (we noemen ze mijlpalen) wordt aan de Partners gevraagd om de tussentijdse output van het proces te valideren in de eigen bevoegde, formele besluitvormingsorganen, dit om een helder mandaat te verkrijgen en te garanderen dat deze stappen door de stuurgroep als finaal afgewerkt en goedgekeurd kunnen worden beschouwd.
Tijdens de eerste samenkomst van de stuurgroep wordt allereerst een huishoudelijk reglement voorgelegd aan de stuurgroepleden. Dit huishoudelijk reglement omschrijft praktische afspraken voor de goede werking van de stuurgroep. Tevens wordt bepaald hoe de stuurgroepleden beslissingen van de stuurgroep over mijlpalen valideren binnen hun eigen besluitvormingsorganen. Daarnaast omvat het huishoudelijk reglement een procedure voor als de partners van het project het (lange tijd) niet eens kunnen raken in de stuurgroep.
De stuurgroep wordt voorgezeten door de Provincie Oost-Vlaanderen en het verslag en administratieve afhandeling worden verzorgd door de projectcoördinatie. De stuurgroep komt samen in functie van de goede vooruitgang van het projectproces en minimaal elke 3 maanden .
De stuurgroep kan beslissen om relevante stakeholders als adviserende leden te laten deelnemen aan de stuurgroep, dit kan op tijdelijke of permanente basis. Ook adviserende stuurgroepleden dienen het huishoudelijk reglement te onderschrijven om te kunnen zetelen in de stuurgroep.
5.2. Projectcoördinatie
De projectcoördinatie staat in voor de dagelijkse inhoudelijke opvolging en coördinatie van het project, alsook de wisselwerking ervan met andere relevante lopende projecten en initiatieven. De coördinatie bewaakt de kwaliteit van het project en het proces en is verantwoordelijke voor een transparante rapportage naar de stuurgroep. De projectcoördinatie wordt aangestuurd door de stuurgroep. De projectcoördinatie kan stuurgroepleden aanspreken indien bevestigde engagementen niet, onvolledig of niet tijdig worden nagekomen.
De projectcoördinatie roept eventuele werkgroepen tezamen en zit deze voor, staat in voor opvolging van dienstverleners, zowel inhoudelijk als administratief. Hij/zij nemen deel aan alle vergaderingen die betrekking hebben op en relevant zijn voor de inhoudelijke uitwerking van het project. Hij/zij bereiden de externe communicatie vanuit het project voor en zijn het eerste aanspreekpunt en eindverantwoordelijke voor het verlenen van informatie naar alle betrokkenen.
De projectcoördinatie wordt voorzien door de Vlaamse Waterweg (Openbare Werken) en Provincie Oost-Vlaanderen (Omgevingsaspecten). Via deze samenwerkingsovereenkomst erkennen de Vlaamse Waterweg en het provinciebestuur het autonome karakter van de taakstelling van de projectcoördinatie in het kader van deze opdracht.
5.3. Projectnota ifv monitoring en evaluatie
De projectcoördinatie maakt bij opstart van de samenwerking een projectnota op (verdere uitwerking van de projectfiche in bijlage), waarin de bepalingen uit deze overeenkomst vertaald worden. Deze projectnota wordt voorafgaand aan elke stuurgroep door de projectcoördinatie geactualiseerd. Hierbij wordt via een tijdslijn uitgezet welke output gerealiseerd zal worden door werkgroepen en/of via externe opdrachten en hoe en wanneer beslissingen worden genomen. Een begroting met middelenbesteding (actueel en geraamd) wordt altijd toegevoegd aan de projectnota. Het doel is een logische onderbouwde en transparante aansturing mogelijk te maken vanuit de stuurgroep opdat zowel genomen beslissingen, nieuwe elementen uit onderzoek als participatieve input geïntegreerd raken bij de opmaak van het masterplan. Hierbij worden alternatieve opties voor toekomstige processtappen gerapporteerd en wordt aangegeven wanneer besluitvormingsmomenten worden geagendeerd. De Partners leven de beslissingen uit goedgekeurde projectnota’s na.
5.4. Werkgroepen
De stuurgroep beslist, op voorstel van de projectcoördinatie, over de oprichting van werkgroepen. Deze worden voor een bepaalde duur belast met afgebakende operationele en/of voorbereidende taken binnen het project. Werkgroepen worden voorgezeten door de projectcoördinatie en samengesteld met relevante vertegenwoordigers vanuit het partnerschap, experts en dienstverleners. De taken en output van de werkgroepen worden omschreven in de projectnota.
Alle Partners engageren zich om – afhankelijk van de inhoudelijke noodwendigheden van het project – projectpersoneel met de nodige expertise vrij te maken om deel te nemen aan werkgroepen. Hierbij is de logica dat elke partner die competenties inbrengt die corresponderen met de expertise of het belang van deze partner. Deze engagementen worden telkens vertaald in de projectnota. Na de goedkeuring van de projectnota engageren de Partners zich om de voorziene tijdsbesteding van deze personeelsleden vrij te maken.
De input of aanbevelingen die door deze experts wordt geformuleerd wordt, door het projectteam opgevolgd, gerapporteerd of verwerkt voor andere werkgroepen.
Artikel 6: Participatie
De partners verbinden zich ertoe om via een participatieve strategie (semi-) professionele stakeholders, belanghebbenden en omwonenden of andere ruimtegebruikers inspraak te geven in het project. Ze voorzien hiervoor in de externe ondersteuningsopdracht ook de nodige ondersteuning.
De stuurgroep bepaalt welke inspraakmomenten (werkateliers, informatie en/of buurtmomenten,…) er voor welke doelgroepen worden ingericht en bepaalt in welke mate tegemoet gekomen zal worden aan voorstellen die voortvloeien uit het participatief traject. Voorafgaand aan ieder inspraakmoment wordt telkens bepaald welke mate van inspraak er over welk voorwerp wordt aangeboden, hoe dit geïntegreerd en teruggekoppeld zal worden.
Na elk participatief moment wordt de stuurgroep ingelicht en beslissen de partners hoe de participatieve input wordt meegenomen.
Artikel 7: Communicatie
De Partners verbinden zich er toe om bij elke vorm of elk geval van externe communicatie (via de pers, print media, website en audiovisuele media) over de projecten ikv T.OP Dender Werf 1 ‘Ruimte voor Water’ op het grondgebied Geraardsbergen, in bijzonder m.b.t. de stedelijke doortocht van de Dender in Geraardsbergen, voor zover zij betrekking heeft op het voorwerp van deze overeenkomst en ongeacht of het initiatief tot externe communicatie uitgaat van één van de partners, specifieke communicatierichtlijnen in acht te nemen. De partners en de opdrachthouders zijn gebonden aan deze richtlijnen.
— Het kader waarbinnen deze opdracht wordt uitgevoerd dient steeds vermeld te worden ‘T.OP Dender – Werf 1: Ruimte voor water Dendervallei’, evenals de partners (‘initiatief van de Vlaamse overheid, de Provincie Oost-Vlaanderen, stad Geraardsbergen)
— Bij elke vorm van visuele communicatie zoals drukwerk of een vermelding op website, dienen steeds de logo’s van de partners vermeld te worden.
De Partners hebben ook bijzonder oog voor het afstemmen van de communicatie in kader van relevante lopende projecten (Den Bleek, Unalsite,…) op de communicatie in kader van deze samenwerking, in bijzonder richting zelfde doelgroepen of -publiek.
Artikel 8: Duur van de samenwerking.
Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking vanaf de datum van de ondertekening door alle Partners en wordt afgesloten voor twee en een half jaar, met halfjaarlijkse evaluatie.
Artikel 9: Uitbreiding/Toetreding
De Partners staan ervoor open dat andere bovenlokale of lokale actoren tot deze samenwerking kunnen toetreden, mits volgende voorwaarden:
— zij het geheel aan prioriteiten van de samenwerking en deze overeenkomst onderschrijven,
— hiertoe engagement opnemen en een gelijk(w)aardige capaciteit inbrengen,
— en de partners van deze samenwerking hiermee akkoord gaan.
Artikel 10: Verlenging
Deze samenwerkingsovereenkomst kan, mits goedkeuring van de Partners, na afloop worden verlengd met oog op halen of uitbreiden van de projectdoelstellingen. Of om met de Partners vanaf 2026 de uitvoeringsfase samen vorm te geven.
Artikel 11: Uittreding
Elk van de Partners is in de mogelijkheid om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen. Een effectieve verbreking van de overeenkomst kan ten vroegste één jaar na de datum van het afsluiten van de overeenkomst en vervolgens telkens naar aanleiding van de halfjaarlijkse evaluatie door de partners.
De partner die de samenwerking wenst te verbreken brengt de andere partners hierbij minstens 30 dagen vóór de halfjaarlijkse evaluatie op de hoogte per aangetekend schrijven. Vervolgens start een opzeggingstermijn van 6 maanden, ingaand de maand volgend op de maand waarin de opzegging per aangetekend schrijven werd betekend.
De partner die opzegt is een schadevergoeding verschuldigd aan de andere partners voor de door de opzegging veroorzaakte schade. In elk geval van opzegging blijven de partners gehouden om de reeds in het kader van de samenwerking gegunde opdrachten te betalen.
Artikel 12: Ontbinding
Alle Partners kunnen de samenwerkingsovereenkomst door de rechtbank laten ontbinden, in geval van een ernstige tekortkoming door één van de Partners aan zijn verbintenissen.
Artikel 13: Geschillen
De Partners verbinden zich ertoe ieder tussen hen gerezen geschil in de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst, te bespreken binnen de stuurgroep om aldaar tot een onderhandelde oplossing te komen, en dit binnen een termijn van 15 kalenderdagen nadat één der Partners aan de andere partij schriftelijk heeft gesteld dat er sprake is van een geschil.
Indien een geschil niet tot een onderhandelde oplossing komt, kan dit worden voorgelegd aan de bevoegde rechtbank.
TITEL 2. Uitbesteding van een externe ondersteuningsopdracht
Artikel 14: Onderwerp van de ondersteuningsopdracht
De Partners beslissen om voor de kwalitatieve opmaak van het Masterplan Beneden Dender een externe ondersteuningsopdracht voor 2 jaar uit te schrijven, met volgende delen:
̶ Een geïntegreerde visie voor de volledige stedelijke doortocht, afgestemd met het masterplan voor de Unalsite, bestaande uit
o Een raamwerk, dat maatschappelijk gedragen is en ruimtelijk een duurzame ontwikkeling garandeert, in relatie tot het omliggend landschap (Dendervallei en flanken)
o De doorvertaling van het raamwerk naar een gedetailleerde structuurschets
o Een raming van de kostprijs en geïntegreerde beoordeling van de meerwaarden
o Ontwikkelingskaders voor strategische ontwikkelingszones
o Inrichtingsplannen voor strategische projectzones, waaronder de overgangsgebieden, Sint-Jozef en Rood-Kruis.
̶ Inventarisatie van en plan van aanpak voor quick wins, als basis voor een of meerdere partners, of andere actoren, die, al dan niet met ondersteuning van T.OP Dender, bepaalde acties op korte termijn willen realiseren.
̶ Actieprogramma, dat de taakstelling in beeld brengt, deze toewijst aan de Partners of andere betrokken actoren, prioriteiten en fasering voorziet voor de periode 2026-2031.
De Partners ramen de kostprijs van de opdracht op 280.000 Euro, incl. btw.
Artikel 15: Opmaak bestek en gunning opdracht
De Partners stellen gezamenlijk een ontwerp van bestek op voor de externe ondersteuningsopdracht en beslissen Departement Omgeving aan te duiden om in gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van de opdracht als aanbestedende overheid op te treden.
De Partners nemen deel aan de gunningscommissie. Departement Omgeving zal de opdracht slechts gunnen en sluiten na gezamenlijke beoordeling van de offertes en nadat alle Partnerts schriftelijk met het gemotiveerde gunningsverslag en het bericht van sluiting hebben ingestemd.
Als aanbestedende overheid staat Departement Omgeving in voor het juridisch correcte verloop van de gunningsprocedure en de uitvoering van de opdracht. Alle kosten en volledige verantwoordelijkheid i.v.m. de vernoemde opmaak, toewijzing en opvolging van de vastlegging worden volledig door Departement Omgeving gedragen. Departement Omgeving zal hiervoor de overige Partners vrijwaren.
Artikel 16: Financiering
De Partners streven er in kader van de onderhandelingsprocedure samen naar de opdracht tegen de geraamde kostprijs te kunnen opstarten. De opdracht zal financieel vergoed worden gebeurt d.m.v. een cofinanciering door de Partners, met volgende verdeling:
— Departement Omgeving: 200.000 Euro, incl. btw. (Aanpassing bijdrage tov uitvoeringsprogramma, akkoord met de Vlaamse Waterweg)
— De Vlaamse Waterweg: 30.000 Euro, incl. btw (Aanpassing bijdrage tov uitvoeringsprogramma, akkoord met Departement Omgeving)
— Provincie Oost-Vlaanderen: 40.000 Euro, incl. btw.
— Stad Geraardsbergen: 10.000 Euro, incl. btw.
Indien de kostprijs in kader van de aanbestedingsprocedure alsnog hoger ligt dan de raming beslissen de Partners samen hoe ze dit aanpakken: hetzij door de ambities bij te stellen, hetzij door tot een vergelijk te komen. Ze hanteren de verdeelsleutel opgenomen tussen de Partners in het uitvoeringsprogramma als kader.
Artikel 17: Betaling
Er wordt gewerkt met het principe van split-facturatie. Alle partners voorzien in de rechtstreekse betaling van hun aandeel in de opdracht. De opdrachthouder zal deze diensten rechtstreeks aan de betrokken partner(s) factureren (gesplitste factuur) à rato van hun aandeel.
Indien bepaalde Partner(s) meerwerken wens(en) af te nemen, worden deze werken uitgevoerd voor rekening van (elk van) de partner(s) (à rato van hun aandeel).
Indien een van de Partners de wettelijk of contractueel voorziene betalingstermijnen niet naleeft en hierdoor verwijlinteresten en/of andere schadevergoedingen verschuldigd is, zal zij de andere Partner(s) volledig vrijwaren.
Artikel 18: Leiding, uitvoering en wijziging van de opdracht
Departement Omgeving duidt als aanbestedende overheid de leidend ambtenaar aan. De leidend ambtenaar neemt de leiding van de opdracht waar samen met de projectcoördinatie. Dit betekent dat zij alleen gemachtigd zijn om - voor alle opdrachten, wie ze ook ten laste neemt - opdrachten te geven aan de aannemer, proces-verbaal van ingebrekestelling op te maken, proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering van de dienst op te maken, te schorsen, vorderingsstaten goed te keuren, verrekeningen op te maken en voor te stellen, eventuele maatregelen van ambtswege voor te stellen, enz.
De leidend ambtenaar en projectcoördinatie streven er evenwel naar de ondersteuningsopdracht in nauw overleg met de andere Partners (via de stuurgroep) aan te sturen en zo nodig voorafgaandelijk aan zijn/haar beslissing advies vragen aan de overige partners. Indien de aanbestedende overheid tijdens de uitvoering een belangrijke wijziging van de opdracht noodzakelijk acht, wordt vóór de betekening aan de opdrachthouder de goedkeuring op basis van een advies van de overige Partners bekomen met de vooropgestelde wijzigingen en verrekeningen.
Advies aan de leidend ambtenaar dient gegeven te worden binnen een termijn die noodzakelijk is voor de vlotte voorgang der werken. De leidend ambtenaar bepaalt de adviestermijn. De Partners dragen de volledige verantwoordelijkheid, ook financiële, voor onder meer het tijdig verlenen van dit advies. In principe is dit advies bindend. Wanneer de leidend ambtenaar meent dat hierdoor de opdracht in zijn geheel in het gedrang komt, bijvoorbeeld door belangenconflicten en/of onvoorziene omstandigheden (zoals bvb. technische moeilijkheden, het uitblijven van beslissingen,…) of niet in overeenstemming met de vooropgezette planning kan worden uitgevoerd, zal de leidend ambtenaar deze situatie met de vertegenwoordigers van alle Partners bespreken en zullen zij in onderling overleg een beslissing proberen te nemen. Komen de partners niet overeen wordt de leidend ambtenaar bij deze bepaling door hen gemachtigd om een beslissing te nemen in het belang van de opdracht als geheel.
Overwegende dat het Lokaal Bestuur zich op deze manier engageert om in de toekomst de korte ketenmarkt te ondersteunen in de vorm van advies, samenwerking en ondersteuning waar mogelijk;
Overwegende dat de korte ketenmarkt Hunnegem een subsidiedossier zal indienen bij LEADER; dat de uiterste datum voor indiening 9 september 2024 is; dat de goedkeuring van de intentieverklaring daarom aan het college van burgemeester en schepenen van 9 september 2024 geagendeerd werd en de bekrachtiging van deze goedkeuring op de dagorde van de gemeenteraad van 24 september 2024 geagendeerd wordt;
Overwegende dat het LEADER-project aanvat in januari 2025 en loopt tot eind december 2026;
Overwegende dat er in het verleden reeds logistieke ondersteuning werd geleverd aan de korte ketenmarkt Hunnegem;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur via het lokaal voedselplan wil inzetten op het stimuleren van lokale voeding;
Overwegende dat er voor de aanvraag van een LEADER-project een sterk partnerschap moet kunnen aangetoond worden;
Gelet op het meerjarenplan van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen 2020 - 2025, goedgekeurd op de gemeenteraad van 30 december 2019, waarin onder andere werd opgenomen dat we lokale, duurzame handel en korte keten stimuleren met een lokale voedselstrategie;
Gelet op de goedkeuring van het lokaal voedselplan tijdens de Gemeenteraad van 29 juni 2023;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur;
Overwegende dat er geen financiële gevolgen zijn verbonden aan deze intentieverklaring,
Enig besluit:
De goedkeuring van de intentieverklaring rond samenwerking met de korte ketenmarkt in het kader van de indiening van het LEADER-project 2025 - 2026, zoals goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen van 9 september 2024, te bekrachtigen.
Gelet op het schrijven van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 27 juni 2024 houdende klacht tegen het collegebesluit van 10 juni 2024 tot weigering van een aanvullende renovatiepremie;
Gelet op de gemotiveerde antwoordbrief van het Lokaal Bestuur van 15 juli 2024 aan het Agentschap Binnenlands Bestuur;
Gelet op de bevindingen van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 23 juli 2024 betreffende de klacht tegen het collegebesluit van 10 juni 2024 tot weigering van een aanvullende renovatiepremie;
Gelet op het artikel 332 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Enig artikel:
Kennis te nemen van de bevindingen van het Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende de klacht tegen het collegebesluit van 10 juni 2024 tot weigering van een aanvullende renovatiepremie. De Gouverneur oordeelt dat het Lokaal Bestuur geheel correct conform het gemeentelijk reglement de premie heeft geweigerd. Ze zal niet optreden.
Enig artikel:
De notulen van de gemeenteraad van 25 juni 2024 goed te keuren.
De voorzitter sluit de zitting op 24/09/2024 om 22:01.
Namens Gemeenteraad,
Veerle Alaert
Algemeen Directeur
Rudy Frederic
Voorzitter gemeenteraad