Gelet op de installatievergadering van 2 januari 2025 waarin de gemeenteraadsleden werden geïnstalleerd;
Overwegende dat de gemeenteraad bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vaststelt waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad;
Overwegende dat het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de gemeenteraad tijdens de vorige legislatuur, door deze beslissing opgeheven wordt;
Overwegende dat de gemeenteraad het huishoudelijk reglement op elk moment kan wijzigen;
Gelet op artikel 38 van het decreet over het lokaal bestuur;
Enig artikel:
Het huishoudelijk reglement voor de gemeenteraad als volgt aan te nemen:
Hoofdstuk 1. Bijeenroeping Gemeenteraad
Artikel 1:
§1. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar. (Art. 18 DLB)
§2. De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.
De voorzitter zal de gemeente- en OCMW-raad bijeenroepen door een gezamenlijke oproeping met als bedoeling de vergaderingen aansluitend te laten doorgaan. Hierbij stelt de voorzitter voor gemeente en OCMW duidelijk onderscheiden agenda’s op. (Art. 19 en 20 DLB)
De oproeping wordt via het persoonlijke emailadres dat door het lokaal bestuur aan elk raadslid ter beschikking gesteld is, verzonden. De dossiers worden elektronisch ter beschikking gesteld aan de gemeenteraadsleden. De gemeenteraadsleden kunnen alle agendapunten en hun bijlagen raadplegen in eNotulen Mobile.
Er kan steeds een kopie van het document bekomen worden.
§3. De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:
• een derde van de zittinghebbende leden;
• een vijfde van de zittinghebbende leden als zes weken na de datum van de vorige gemeenteraad nog geen bijeenroeping is gebeurd. De periode van zes weken wordt geschorst van 11 juli tot en met 15 augustus;
• het college van burgemeester en schepenen;
• de burgemeester voor zover het verzoek uitsluitend betrekking heeft op de eigen bevoegdheden van de burgemeester.
In hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur moeten de aanvragers de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Deze aanvraag moet ondertekend zijn door minstens het vereiste aantal raadsleden en ingediend worden, zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in artikel 2 van dit reglement, kan nakomen.
De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda. (Art. 19, volgens art.67 DLB).
Artikel 2:
§1. De gezamenlijke oproeping wordt ten minste acht dagen vóór de dag van de vergadering aan de raadsleden bezorgd. (Art. 20 DLB)
In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.
Een gezamenlijke oproeping in spoedeisende gevallen kan enkel als er zowel voor de gemeenteraad als de OCMW-raad spoedeisende punten zijn.(Art. 19, 20 en 67 DLB)
§2. Op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop ze worden besproken, worden aan ieder lid van de gemeenteraad volgende ontwerpen bezorgd:
• het budget,
• de jaarrekening,
• het meerjarenplan en
• de wijzigingen aan het meerjarenplan.
(Art. 249 DLB)
§3. De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt waarover een beslissing moet worden genomen. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. De gezamenlijke oproeping bevat duidelijk onderscheiden agenda’s voor de gemeenteraad en de OCMW-raad. (Art. 20 DLB)
Artikel 3:
§1. Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter.
Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken. (Art. 21 DLB)
§2. De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten, zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden. (Art. 21 DLB)
§3. Een verzoek tot aanvulling van de agenda dat niet conform de opgelegde vormvoorschriften wordt ingediend, zal niet op de agenda worden opgenomen. Het gemeenteraadslid wordt hiervan in kennis gesteld en kan desgewenst binnen de gestelde termijn, bepaald in §1, aanvullingen doen.
§4. Gemeenteraadsleden kunnen aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden. Voor het stellen van een vraag, is geen toegelicht voorstel van beslissing vereist.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord. (Art. 31 DLB).
De vragen moeten duidelijk en nauwkeurig geformuleerd zijn.
Het vraagrecht stelt de raadsleden in staat om de werking van het bestuur op te volgen. Het vraagrecht heeft betrekking op de aangelegenheden die het bestuur betreffen. Op schriftelijke vragen van raadsleden aan het College van burgemeester en schepenen wordt binnen de 30 dagen na ontvangst geantwoord.
Gemeenteraadsleden kunnen voorafgaand aan de gemeenteraad schriftelijke vragen stellen. Deze vragen worden beantwoord op de zitting van de gemeenteraad tenzij de vraag heel veel opzoekwerk vergt, dan kan beslist worden tot behandeling op een latere zitting.
De vragen moeten uiterlijk tien dagen voorafgaand aan de vergadering bezorgd worden aan het secretariaat@geraardsbergen.be. Vragen die later worden ingediend worden aan de volgende raadszitting geagendeerd.
Onontvankelijke vragen zijn o.a.
• vragen met betrekking tot zaken van particulier belang of betreffende persoonlijke gevallen.
• Vragen over documenten/dossiers die nog in bewerking zijn, nog ter studie of discussie liggen en die om die reden nog geen definitieve status verworven hebben.
• Vragen die strekken tot het verkrijgen van statistische gegevens.
• Vragen die een overbelasting van de stadsadministratie tot gevolg hebben.
Hoofdstuk 2. Openbare of besloten vergadering
Artikel 4:
§1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar. (Art. 28, §1 DLB)
§2. De vergadering is niet openbaar:
• als het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
• wanneer twee derde van de aanwezige leden van de gemeenteraad in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid beslissen dat de vergadering niet openbaar is. Deze beslissing moet gemotiveerd worden.
(Art. 28, §1 DLB)
Artikel 5:
De vergaderingen over de beleidsrapporten, zijnde het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening zijn in elk geval openbaar. (Art. 249 DLB)
Artikel 6:
De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.
Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van eedaflegging van een personeelslid kan de besloten vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken. (Art. 28, §2 DLB)
Artikel 7:
De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht. (Art. 29, §4 DLB)
Hoofdstuk 3. Informatie voor raadsleden en publiek
Artikel 8:
§1 Plaats, dag en uur van de raadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt op het administratief centrum, Weverijstraat 20, uiterlijk acht dagen voor de vergadering.
Dit gebeurt door:
• publicatie op de website van de stad.
In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering openbaar gemaakt overeenkomstig het eerste lid. (Art. 22 DLB)
§2. Indien raadsleden punten aan de agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld op dezelfde wijze bekendgemaakt. (Art. 22 DLB)
§3. De agenda met een toelichtende nota die betrekking hebben op het openbaar gedeelte wordt tevens digitaal ter beschikking gesteld van alle lokale perscorrespondenten.
Artikel 9:
§1. Het lokaal bestuur Geraardsbergen maakt, aan iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de gemeenteraad en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
Artikel 10:
Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of door de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de gemeenteraad. Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.
De raadsleden richten hun verzoek per e-mail of mondeling aan de algemeen directeur. Op een schriftelijke vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen.(Art. 20 DLB)
Artikel 11:
§1. De raadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente en het autonoom gemeentebedrijf betreffen. (Art. 29 §1 DLB).
§2. De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college van burgemeester en schepenen volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, per e-mail, verstuurd aan de gemeenteraadsleden, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat deze notulen alleen bestemd zijn voor eigen gebruik en dus niet verder kunnen doorgezonden worden. (Art. 50 DLB)
§3. Onverminderd de documenten en dossiers bedoeld in artikel 10 en 11 hebben de raadsleden het recht alle andere documenten te raadplegen, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente.
De raadsleden vragen inzage via e-mail aan het secretariaat@geraardsbergen.be. Daarbij geven ze duidelijk aan welke concrete stukken ze wensen in te zien. Het moet gaan om een vraag die niet onredelijk is. Uiterlijk acht dagen na ontvangst van de wordt meegedeeld waar en wanneer de stukken worden ingezien. De stukken worden gedurende acht dagen vanaf de aanvraag ter beschikking gesteld.
§4. De gemeenteraadsleden kunnen kosteloos een afschrift krijgen van de akten en stukken betreffende het bestuur van de gemeente.
De gemotiveerde beslissing van het college tot weigering van het verstrekken van een afschrift moet uiterlijk acht werkdagen na ontvangst van de aanvraag aan het betrokken raadslid worden meegedeeld.
Artikel 12:
De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.
Om de algemeen directeur in de mogelijkheid te stellen dit bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht dagen vooraf schriftelijk via secretariaat@geraardsbergen.be mee welke instellingen of diensten ze willen bezoeken en welke dag en welk uur hun voorkeur heeft.
Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting of AGB mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker. (Art. 29, §2 en §3 en § 5 DLB)
Hoofdstuk 4. Quorum
Artikel 13:
§1. De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende gemeenteraadsleden aanwezig is. Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. (Art. 26 DLB)
§2. De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.
In de oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen. (Art. 26 DLB)
Hoofdstuk 5. Wijze van vergaderen
Artikel 14:
§1 De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.
Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur, en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend. (Art. 24 DLB)
§2 Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het DLB. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en/of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.
Artikel 15:
§1. De voorzitter van de gemeenteraad geeft kennis van de tot de raad gerichte vragen en verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.
De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.
§2. Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen, indien het geringste uitstel gevaar zou kunnen opleveren.
Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld. (Art. 23 DLB)
Artikel 16
§1. Nadat het agendapunt werd toegelicht, kan een raadslid die aan het woord wenst te komen over het voorstel de vraag richten aan de voorzitter van de gemeenteraad.
De voorzitter verleent het woord naar gelang de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar gelang de rangorde van de raadsleden.
§2 Als er amendementen zijn worden deze schriftelijk bezorgd aan de voorzitter en ze worden mondeling toegelicht op de zitting door de indiener. Een amendement is een voorstel tot wijziging van de voorgestelde beslissing bij een agendapunt, zonder dat de voorgestelde beslissing daardoor fundamenteel verandert.
§3. Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer deze aan het woord komen.
Artikel 17:
Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.
In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst:
• om te vragen dat men niet zal besluiten;
• om de verdaging te vragen;
• om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie;
• om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;
• om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;
• om naar het reglement te verwijzen.
Artikel 18:
Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.
Als een lid van de raad, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.
Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.
Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.
Artikel 19:
De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering. Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.
Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde geroepen. Elk lid dat tot de orde werd geroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt. (Art. 25 DLB)
Artikel 20:
De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.
De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op eventuele vervolging van de betrokkene. (Art 25, volgens art. 74 DLB).
Artikel 21:
Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Artikel 22:
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortduring van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.
Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.
Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.
Artikel 23:
Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking.
Hoofdstuk 6. Wijze van stemming
Artikel 24:
§1. Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken.
§2 De amendementen worden voor de hoofdvraag en de subamendementen voor de amendementen ter stemming gelegd.
§3. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.(Art. 33 DLB)
Artikel 25:
§1. De leden van de gemeenteraad stemmen in het openbaar, behalve in de gevallen bedoeld in § 3.(Art. 34 DLB)
§2. Er wordt elektronisch gestemd.
§3 Over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd:
• de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;
• het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;
• individuele personeelszaken. (Art.34 DLB)
Artikel 26:
§1. In geval van geheime stemming, geven de raadsleden in het digitaal notuleringssysteem hun stem in. De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouding. Wanneer dit niet mogelijk is (ingeval van overmacht en/of technische onmogelijkheid) gebeurt de mondelinge stemming volgens de regels beschreven in het Decreet lokaal bestuur.
§2. De voorzitter stemt het laatst, behalve bij geheime stemming.
Artikel 27:
Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan.
Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.
Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur. (Art. 35 DLB)
Artikel 28:
De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.
De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.
In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport. In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.
Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de gemeenteraad voordien zijn deel van het beleidsrapport al vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de gemeenteraad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.(Art. 249, §4 DLB)
Hoofdstuk 7. Notulen
Artikel 29:
De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen. Behalve bij geheime stemming of bij unanimiteit vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield.
De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. Het zittingsverslag is de audio opname die gemaakt wordt van de openbare zitting van de gemeenteraad. Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig Hoofdstuk 2, artikel 4, §2 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld. (Art. 278, §1 DLB)
Artikel 30:
§1. De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur. (Art. 32, 277 en 278 DLB)
§2. De notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering ter beschikking van de raadsleden, die er kennis willen van nemen.
§3. Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur.
In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering. (Art. 32 DLB).
§4. Zo dikwijls de gemeenteraad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en ter plekke door de algemeen directeur en een meerderheid van de aanwezige raadsleden ondertekend. (Art. 32 DLB).
§5. De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet lokaal bestuur.
Hoofdstuk 8: Fracties
Artikel 31§1: Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Enkel wanneer voldaan is aan artikel 71, vijfde lid, van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 kunnen de kandidaten van een lijst twee aparte fracties vormen.
§2. Elke fractie kiest een fractieleider uit haar leden en deelt op de eerstvolgende raadsvergadering mee wie de fractieleider is. Een fractie kan op elk moment een nieuwe fractieleider kiezen.
§3. De fractieleider vertegenwoordigt de fractie in de vergaderingen van de gemeenteraad en het bureau van de raad. Hij/zij fungeert als aanspreekpunt voor de algemeen directeur en het college van burgemeester en schepenen.
De fractieleider coördineert de standpunten en activiteiten van de fractie en zorgt voor een effectieve communicatie binnen de fractie
Hoofdstuk 9. Raadscommissies
Artikel 32:
§1. De gemeenteraad richt 3 commissies op die zijn samengesteld uit gemeenteraadsleden. De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen. (Art. 37, §1 DLB).
§2 De bevoegdheden van deze commissies worden als volgt bepaald:
Eerste commissie: Veiligheid en drugsbeleid, politie, brandweer, algemeen beleid & organisatie, financiën, personeel, openbare werken, stadspatrimonium, kerkenplan, communicatie en dienstverlening, ICT en digitale inclusie, stadspromotie.
Tweede commissie: jeugd, onderwijs en kind, mobiliteit, stadsontwikkeling, toerisme, cultuur, bibliotheek en evenementen, handelskern & markten, fairtrade en korte keten, ondernemen, ruimtelijke ordening en stedenbouw, landbouw, duurzaamheid, milieu, dierenwelzijn, sport en burgerzaken.
Derde commissie: seniorenbeleid, sociaal beleid, welzijn, gezin, armoedebestrijding, wonen en huisvesting, begraafplaatsen, samenleving en participatie.
Artikel 33:
§1. Per gemeenteraadscommissie zetelen 11 leden. De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld volgens eenzelfde berekeningswijze die de gemeenteraad vastlegt voor alle commissies. Hiervoor wordt het proportioneel stelsel met voorafname gehanteerd.
De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht. (Art. 37 §3 DLB)
§2. Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie. (Art. 37 §3 DLB)
§3. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie. (Art. 37 §3 DLB)
§4. Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging overeenkomstig het eerste lid van een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt. (Art 37 §3 DLB)
Artikel 34:
Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid.
De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie.
De gemeenteraad duidt de voorzitters van de commissies aan. (Art. 37 §4 DLB)
Artikel 35:
§1. De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. De oproeping wordt via e-mail bezorgd.
Een derde van de leden van de commissie kunnen de voorzitter vragen de commissie bijeen te roepen.
De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt naar alle raadsleden gestuurd.
Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek. Dit gebeurt door publicatie op de website van de stad.
§2. De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar, onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad, zie artikelen 4 t.e.m. 7.
§3. De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, in het openbaar.
Onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad, zier artikel 29 § 4, is de stemming geheim.
§4. De raadsleden kunnen, zonder stemrecht en zonder recht op presentiegeld de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.
Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die aan de algemeen directeur wordt bezorgd.
§5. Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door een of meer ambtenaren van de gemeente, op voorstel van de Algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.
§6. De deontologische commissie is geen commissie zoals bedoeld in dit artikel. De samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie wordt geregeld in de deontologische code voor mandatarissen.
Hoofdstuk 10. Presentiegeld
Artikel 36:
Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:
• de gemeenteraad;
• de gemeenteraadscommissies waarvoor zij gemandateerd zijn;
• de vergaderingen die werden hervat.
Artikel 37:
§1. Het bedrag van de presentiegelden bedraagt minimaal 28,57 euro en maximaal 124,98 euro tegen 100% (gekoppeld aan spilindex 138,01). Dit bedrag wordt verhoogd of verlaagd volgens de geldende indexregels. De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit.
§2. Aan alle gemeenteraadsleden wordt een laptop ter beschikking gesteld. Dat toestel wordt gebruikt voor het raadswerk in de gemeente en het OCMW. Bij ontvangst tekenen de raadsleden de gebruikersovereenkomst informatica voor mandatarissen van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen. Dit document wil duidelijkheid bieden over wat al dan niet kan bij gebruik van de door het Lokaal Bestuur Geraardsbergen ter beschikking gestelde laptops en gsm's, en het gebruik van internet, e-mail en software.
§3. Met ingang van heden en voor een periode eindigend op 31 december 2030 wordt bij toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 05 juni 2009 aan de leden van het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad een onkostenvergoeding toegekend voor volgende kosten die verband houden met de uitoefening van hun mandaat:
• gemeenteraadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen terugvorderen van het lokaal bestuur, voor zover deze studiedagen of vormingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.
• De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor het personeel van het lokaal bestuur. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.
• De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur in overleg met het diensthoofd P&O.(Art. 17, §3 DLB en art. 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris).
§4. Verplaatsingskosten van de gemeenteraadsleden, noodzakelijk voor de uitoefening van hun mandaat, worden door het stadsbestuur terugbetaald na voorlegging van de bewijsstukken, op basis van de wettelijk vastgestelde tarieven. Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dit document is openbaar.
§5. Het lokaal bestuur sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid , met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden. De gemeente sluit daarnaast een verzekering voor ongevallen die de gemeenteraadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun mandaat.
(Art. 17, §5 DLB en Hoofdstuk 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris).
Hoofdstuk 11. Digitaal vergaderen
Artikel 38:
§1.
De gemeenteraad kan enkel digitaal vergaderen in volgende uitzonderlijke omstandigheden:
Pas nadat de raadsvoorzitter vastgesteld heeft dat een dergelijke uitzonderlijke omstandigheid zich effectief voordoet, wordt overgegaan tot een digitale vergadering van de gemeenteraad.
§2. De gemeenteraad zal digitaal vergaderen via het digitaal vergaderplatform Office365: TEAMS.
§3. De agenda, dossiers en bijhorende documentatie wordt ter beschikking gesteld aan de raadsleden via ECHO e-notulenbeheer.
§4. Voor de stemmingen zal de stemmodule van Echo worden gebruikt.
Hoofdstuk 13. Hybride vergaderen
Artikel 39
§1 De gemeenteraad kan enkel hybride vergaderen in volgende omstandigheden:
Pas nadat de raadsvoorzitter vastgesteld heeft dat een dergelijke uitzonderlijke omstandigheid zich effectief voordoet, wordt overgegaan tot een hybride vergadering van de gemeenteraad.
§2 De voorzitter van de gemeenteraad is steeds fysiek aanwezig bij een hybride vergadering.
Dezelfde voorwaarden voor de oproeping gelden als in art. 2 van dit reglement, met daarbij de duidelijk vermelding dat het om een hybride vergadering gaat, inclusief de link met de digitale toegang tot de hybride vergadering. De oproeping vermeldt welke raadsleden digitale toegang hebben.