Gelet op de email van raadslid Ilse Roggeman aan de algemeen directeur waarin meegedeeld wordt dat Karel De Moyer geen deel meer zal uitmaken van de N-VA fractie;
Overwegende dat een raadslid juridisch gezien verkozen is op basis van dezelfde lijst als de collega-fractieleden, dat dit onveranderlijk is in een lopende bestuursperiode; dat in de praktijk een raadslid de fractie kan verlaten of uit de fractie gezet kan worden maar dat dit geen impact heeft op de "grootte" van de fractie;
Overwegende dat er bij de gemeenteraadscommissies rechtstreekse gevolgen zijn voor wie onafhankelijk wordt: onafhankelijke leden kunnen immers niet meer als lid zetelen in de raadscommissies; het raadslid mag wel de commissievergaderingen nog bijwonen en heeft er ook spreekrecht.
Enig artikel:
Kennis te nemen dat raadslid Karel De Moyer geen deel meer uitmaakt van de N-VA fractie en zal zetelen als onafhankelijk raadslid.
Overwegende dat bij het begin van een nieuwe bestuursperiode de gemeenteraad naast een effectieve afgevaardigde ook een plaatsvervanger kan aanduiden om te zetelen in het beheerscomité van de Interlokale Vereniging Regiosportdienst Zuid-Oost-Vlaanderen;
Gelet op het statuut ILV Regiosportdienst Zuid-Oost-Vlaanderen - hoofdstuk 4 artikel 7, dat bepaalt dat de afgevaardigde van de gemeenten in het beheerscomité steeds schepen, bevoegd voor sport zijn en dat de plaatsvervanger een gemeenteraadslid moet zijn;
Overwegende dat de schepen van sport voor het Lokaal Bestuur Geraardsbergen Stephan De Prez is;
Gelet op de geheime stelling met volgend resultaat: 18 stemmen voor, 7 stemmen tegen, 6 stemmen onthouden;
Overwegende dat Jimmy Colman Villamayor en Karel De Moyer als plaatsvervangende afgevaardigde wordt voorgedragen;
Gelet op de geheime lijststelling met volgend resultaat: Jimmy Colman Villamayor 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 4 stemmen tegen, 8 stemmen onthouden;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid artikel 41 en Deel 3, Titel 3, Hoofdstuk 2 artikel 392 tot en met artikel 395§1;
Gelet op de gewijzigde statuten van de ILV Regiosportdienst Zuid-Oost-Vlaanderen, goedgekeurd door de gemeenteraad dd. 30 oktober 2017, inzonderheid Hoofdstuk 4, artikel 7 waarin staat dat de vertegenwoordiger van de gemeente de schepen bevoegd voor sport moet zijn en dat er bijkomend een plaatsvervangend afgevaardigde kan aangesteld worden,
Met 18 stemmen voor, 7 stemmen tegen, 6 stemmen onthouden.
Jimmy Colman Villamayor 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 4 stemmen tegen, 8 stemmen onthouden.
Artikel 1:
Schepen Stephan De Prez aan te duiden als afgevaardigde in het beheerscomité van de Interlokale Vereniging Regiosportdienst Zuid-Oost-Vlaanderen.
Artikel 2:
Jimmy Colman Villamayor als plaatsvervangende afgevaardigde in het beheerscomité van de Interlokale Vereniging Regiosportdienst Zuid-Oost-Vlaanderen aan te duiden.
Artikel 3:
Afschrift van dit besluit zal overgemaakt worden aan de beherende gemeente van de ILV Regiosportdienst Zuid-Oost-Vlaanderen.
Artikel 4:
Deze mandataris wordt door de stad Geraardsbergen aangeduid voor de volledige legislatuur 2025-2030.
Overwegende dat de mandaten van de bestuurders van de raad van bestuur van De Watergroep die zijn voorgedragen door de provinciale vennotenvergaderingen eindigen op de algemene vergadering van De Watergroep op 13 juni 2025;
Gelet op de e-mails van 4 februari 2025 en 3 maart 2025 waarin het lokaal bestuur gevraagd wordt een kandidaat-bestuurder voor te dragen;
Gelet op de samenstelling van deze raad van bestuur conform de statuten van De Watergroep (PDF, 4 MB) en in overeenstemming met het decreet deugdelijk bestuur, namelijk maximaal 13 bestuurders inclusief de voorzitter:
1. De algemene vergadering benoemt 4 bestuurders. De provinciale vennotenvergaderingen dragen de kandidaten voor.
2. De Vlaamse regering kiest 1 bestuurder uit 4 kandidaten die zijn voorgedragen door de provinciale vennotenvergaderingen.
3. De Vlaamse regering benoemt rechtstreeks 3 bestuurders, inclusief de voorzitter.
4. De Vlaamse regering benoemt 5 onafhankelijke bestuurders op voordracht van de raad van bestuur.
Gelet op de provinciale vennotenvergaderingen die op 23, 29 en 30 april 2025 georganiseerd worden; waar de door het Lokaal Bestuur Geraardsbergen voorgedragen kandidaat - bestuurde voor de algemene vergadering gekozen kan worden als voor te dragen kandidaat - bestuurder voor de Provincie;
Overwegende dat de gemeentelijke vertegenwoordigers in het aandeelhoudersbestuur van de drinkwaterdienst een uitnodiging voor de vergadering in hun provincie; dat de vertegenwoordiger van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen ook stemgerechtigde is in deze vennotenvergadering; dat iedere vertegenwoordiger in de vennotenvergadering evenveel stemrechten heeft als het aantal aandelen van de vennoot in De Watergroep;
Overwegende dat indien de vaste vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur niet in persoon kan aanwezig zijn in de vennotenvergadering, het Lokaal Bestuur uitzonderlijk een volmacht kan verlenen aan een ander gemeenteraadslid. De volmacht moet ondertekend worden door de burgemeester;
Overwegende dat er voor de bestuurders aan te stellen door de algemene vergadering één kandidaat per provincie gekozen wordt; dat er voor de bestuurder aan te stellen door de Vlaamse regering één kandidaat per provincie gekozen wordt; dat een kandidaat die wordt gekozen om voor te dragen aan de algemene vergadering niet meer kan worden verkozen om voor te dragen aan de Vlaamse regering;
Overwegende dat schepen Veerle Mertens en raadslid Karel De Moyer worden voorgedragen als vertegenwoordiger in de raad van bestuur van De Watergroep;
Gelet op de geheime lijststemming met volgend resultaat: Veerle Mertens 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden;
Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
Gelet op artikel 34 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017,
Gelet op de geheime lijst stemming met volgend resultaat: Veerle Mertens 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden.
Artikel 1:
Veerle Mertens, Reepstraat 39 te 9500 Geraardsbergen, voor te dragen als kandidaat-bestuurder voor de raad van bestuur van De Watergroep.
Artikel 2:
Deze mandataris wordt door de stad Geraardsbergen aangeduid voor de volledige legislatuur 2025-2030.
Overwegende dat de gemeenteraad in zijn geheel werd vernieuwd op 2 januari 2025;
Overwegende dat het mandaat van de afgevaardigden, die door de raad tijdens de vorige legislatuur werden aangeduid, vervalt na de algehele vernieuwing van de gemeenteraad;
Gelet op de email van Jochen Soetens, directiesecretaris van de Onderwijsvereniging van steden en gemeenten, van 15 januari 2025 met betrekking tot de vraag tot afvaardiging in de algemene vergadering van de Onderwijsvereniging van steden en gemeenten;
Overwegende dat de afgevaardigde lid dient te zijn van de gemeenteraad;
Overwegende dat Jef Van der Mynsbrugge en Karel De Moyer worden voorgedragen;
Gelet op de geheime lijststemming met volgend resultaat: Jef Van der Mynsbrugge 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden;
Gelet op artikel 34 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017,
Jef Van der Mynsbrugge 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden.
Artikel 1:
Raadslid Jef Van der Mynsbrugge aan te duiden als vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van Onderwijsvereniging van steden en gemeenten.
Artikel 2:
Deze mandataris wordt door de stad Geraardsbergen aangeduid voor de volledige legislatuur 2025-2030.
Overwegende dat de gemeenteraad in zijn geheel werd vernieuwd op 2 januari 2025;
Overwegende dat het mandaat van de afgevaardigden, die door de raad tijdens de vorige legislatuur werden aangeduid, vervalt na de algehele vernieuwing van de gemeenteraad;
Overwegende dat het daarom noodzakelijk is dat de nieuwe gemeenteraad de vertegenwoordigers van de stad aanduidt in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en in de andere rechtspersonen waarvan de gemeenteraad lid is;
Overwegende dat de stad lid is in het Lokaal Gezondheidsoverleg Dender vzw (LOGO Dender);
Overwegende dat uit de statuten blijkt dat de stad een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger in de algemene vergadering mag aanduiden;
Overwegende dat Emma Van der Maelen en Karel De Moyer worden voorgedragen als vertegenwoordiger;
Gelet op de geheime lijststemming met volgend resultaat: Emma Van der Maelen 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden;
Overwegende dat Bram De Geeter en Karel De Moyer worden voorgedragen als plaatsvervanger;
Gelet op de geheime lijststemming met volgend resultaat: Bram De Geeter 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 6 stemmen tegen, 6 stemmen onthouden;
Gelet op artikel 34 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017,
Gelet op de geheime lijststemming met volgend resultaat: Emma Van der Maelen 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden.
Gelet op de geheime lijststemming met volgend resultaat: Bram De Geeter 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 6 stemmen tegen, 6 stemmen onthouden.
Artikel 1:
Emma Van der Maelen aan te duiden als vertegenwoordiger van de stad in de algemene vergadering van het Lokaal Gezondheidsoverleg Dender vzw en Bram De Geeter als plaatsvervanger.
Artikel 2:
Deze mandatarissen worden door de stad Geraardsbergen aangeduid voor de volledige legislatuur 2025-2030.
Overwegende dat de gemeenteraad in zijn geheel werd vernieuwd op 2 januari 2025;
Overwegende dat het mandaat van de afgevaardigden, die door de raad tijdens de vorige legislatuur werden aangeduid, vervalt na de algehele vernieuwing van de gemeenteraad;
Overwegende dat het daarom noodzakelijk is dat de nieuwe gemeenteraad de vertegenwoordigers van de stad aanduidt in de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en in de andere rechtspersonen waarvan de gemeenteraad lid is;
Overwegende dat de stad lid is van Medisch Oost-Vlaanderen vzw (Medov vzw);
Overwegende dat uit de statuten blijkt dat de stad een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger in de algemene vergadering mag aanduiden;
Overwegende dat Fernand Van Trimpont wordt voorgedragen als vertegenwoordiger en Ann Panis als plaatsvervanger;
Gelet op de geheime stemming met 18 stemmen voor, 8 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden;
Gelet op artikel 34 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017,
Gelet op de geheime stemming met 18 stemmen voor, 8 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden.
Artikel 1:
Fernand Van Trimpont als afgevaardigde en Ann Panis als plaatsvervanger voor de stad Geraardsbergen in de algemene vergadering van Medov vzw aan te duiden.
Artikel 2:
Deze mandatarissen aan te duiden voor de volledige legislatuur 2025-2030.
Overwegende dat de gemeenteraad in zijn geheel werd vernieuwd op 2 januari 2025;
Gelet op de e-mail van 11 maart 2025 van De Lijn met betrekking tot het aanduiden van vertegenwoordigers voor de legislatuur 2025-2030;
Overwegende dat het mandaat van de afgevaardigden, die door de raad tijdens de vorige legislatuur werden aangeduid, vervalt na de algehele vernieuwing van de gemeenteraad;
Overwegende dat de stad aandeelhouder is van de vervoersmaatschappij De Lijn;
Overwegende dat een afgevaardigde en een plaatsvervanger in de algemene vergadering van aandeelhouders van De Lijn kan worden aangeduid;
Overwegende dat Manu Lion en Karel De Moyer als afgevaardigde worden voorgedragen;
Gelet op de geheime lijststemming met als resultaat: Manu Lion 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden;
Overwegende dat Karla Bronselaer en Karel De Moyer als plaatsvervanger worden voorgedragen;
Gelet op de geheime lijststemming met als resultaat: Karla Bronselaer 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden;
Gelet op artikel 34 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017,
Gelet op de geheime lijststemming met als resultaat: Manu Lion 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden;
Gelet op de geheime lijststemming met als resultaat: Karla Bronselaer 18 stemmen voor, Karel De Moyer 1 stem voor, 7 stemmen tegen, 5 stemmen onthouden;
Artikel 1:
Manu Lion aan te duiden als afgevaardigde en Karla Bronselaer, raadslid als plaatsvervanger in de algemene vergadering van aandeelhouders van De Lijn.
Artikel 2:
Deze mandatarissen aan te duiden voor de volledige legislatuur 2025-2030.
Overwegende dat adviesraden sinds de jaren '70 fora zijn waar burgers participeren door mee te denken en inspraak te hebben in het lokale beleid;
Overwegende dat adviesraden een structureel onderdeel zijn van het beleid ven het Lokaal Bestuur Geraardsbergen; dat ze een instrument voor burgerparticipatie vormen dat het Lokaal Bestuur ondersteunt bij zowel de ontwikkeling als de uitvoering van beleid;
Overwegende dat lokale besturen sterk geloven in het belang van deze adviesraden, dat structureel kunnen terugvallen op adviesraden bijzonder nuttig blijft, maar dat de werking van adviesraden een nieuwe dynamiek kan gebruiken;
Overwegende dat sinds 2019 lokale besturen autonoom kunnen beslissen over de invulling van het adviesradenlandschap;
Gelet op het werkdocument 'Stadsmakers: ronde van de raden', waarin de bevraging van de adviesraden, bevraging van de contactambtenaren en het wetgevende luik worden weergegeven en waar uit deze 3 luiken een plan van aanpak wordt voorgesteld;
Gelet op de toelichting aan het college van 20 januari 2025, waarin het college instemde met de externe begeleiding voor de hervorming van de huidige adviesraden, binnen het voorziene budget;
Overwegende dat 2025 als transitiejaar zal fungeren voor de opmaak van een nieuw beleidskader voor de niet decretaal verplichte adviesraden;
Overwegende dat niet decretaal verplichte adviesraden met de huidige leden hun werking verder zetten in 2025 en pas opnieuw samengesteld zullen worden wanneer de nieuwe werkvorm bekend is;
Overwegende dat er voor het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK), de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (GECORO) en de jeugdraad decretale verplichtingen zijn, die bepalen dat deze raden in 2025 dienen samengesteld te worden; zullen dat deze raden bijgevolg in 2025 opnieuw samengesteld worden,
Overwegende dat ook deze decretaal verplichte adviesraden mee betrokken zullen worden in de opmaak van een nieuw beleidskader;
Gelet op artikel 304 van het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het cultuurdecreet;
Gelet op het jeugddecreet;
Overwegende dat er voldoende middelen voorzien zijn op BI 017100, AR61599999 voor een overheidsopdracht voor de externe begeleiding voor de hervorming van de adviesraden;
Enig artikel:
Goed te keuren dat 2025 als transitiejaar zal fungeren voor de opmaak van een nieuw beleidskader voor de niet decretaal verplichte adviesraden.
Gelet op de deelname van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen aan het opdrachthoudend samenwerkingsverband ILvA, waarbij het Lokaal Bestuur op datum van 27 april 2021 de beheersoverdracht heeft gedaan voor een hernieuwbare termijn van 18 jaar;
Overwegende dat de totale kosten voor de inzameling en verwerking van afval sterk zijn toegenomen sinds de invoering van gewogen diftar;
Overwegende dat de vervuiler dient te betalen, en aldus moet worden vermeden dat te veel algemene middelen worden aangewend voor dienstverlening inzake het verwerven en verwerken van huishoudelijk afval;
Overwegende dat ondanks de gestegen levensduurte en de energiecrisis de tarieven sinds 2021 niet meer gewijzigd zijn en het dus billijk lijkt de retributies aan te passen en voortaan te koppelen aan de consumptieprijsindex, zodat deze jaarlijks deze index volgen en automatisch worden aangepast van zodra bepaalde drempels worden overschreden;
Overwegende dat de verdere aanpassing aan de consumptieprijsindex slechts jaarlijks geschiedt, en dit voor zover ten gevolge van de gestegen levensduurte een effectief bereikt veelvoud bereikt wordt, zodat nooit afronding naar bovenliggend rond getal kan geschieden;
Overwegende dat de Raad van Bestuur ILvA op datum van 18 juni 2024 instemde met een ontwerp van nieuw retributiereglement; dat dit nieuwe retributiereglement in werking dient te treden op datum van 1 april 2025;
Gelet op de publieke stemming met 17 stemmen voor (Jimmy Colman Villamayor, Fernand Van Trimpont, Ann Panis, Bram De Geeter, Veerle Mertens, Stephan De Prez, Rudy Frederic, Griet Blaton, Patricia Flamez, Emma Van der Maelen, Rurik Van Landuyt, Paul Pardon, Karla Bronselaer, Jef Van der Mynsbrugge, Patrick De Bodt, Bram De Pril, Manu Lion), 9 stemmen tegen (Ilse Roggeman, Karel De Moyer, Hans De Gent, Krist Matthys, Filip Pletinckx, Sofie Gommers, Johan Sirjacobs, Leen Duffeleer, Jana Vanderlinden), 5 onthoudingen (Jens Rottiers, Vince Gaublomme, Lena Moulart, Anja Ritserveldt, Jonas Hanssens);
Gelet op artikel 173 van de Grondwet aangaande retributies ten behoeve van het Lokaal Bestuur;
Gelet op het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid van 5/04/1995;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1/06/1995 houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II);
Gelet op het decreet van 23/12/2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet);
Gelet op het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen van 17/02/2012;
Gelet op het Ministerieel besluit houdende de goedkeuring van de verlenging en van de wijzigingen die de opdrachthoudende vereniging ILvA in haar statuten heeft aangebracht op de buitengewone algemene vergadering van 22/06/2021;
Gelet op de deelname van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen aan het opdrachthoudend samenwerkingsverband ILvA, waarbij het Lokaal Bestuur op datum van 27 april 2021 de beheersoverdracht heeft gedaan voor een hernieuwbare termijn van 18 jaar;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 maart 2023 houdende vaststelling van het retributiereglement voor de inzameling van afval;
Gelet op de voorafgaande bespreking op de Raad van Bestuur van ILvA van 18/06/2024;
Gelet op artikel 40 §3 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 aangaande de bevoegdheid van de gemeenteraad inzake het vaststellen van gemeentelijke retributiereglementen;
Gelet op het budget opgenomen in het meerjarenplan AR: 61399999 – Diverse dienstprestaties van derden – BI: 030000-Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval;
Artikel 1:
Het retributiereglement voor de inzameling van afval van 28 maart 2023 wordt met ingang van 1 april 2025 opgeheven.
Artikel 2:
Met ingang van 1 april 2025 wordt het retributiereglement voor de inzameling van afval als volgt vastgesteld:
Artikel 1:
Een retributie wordt geheven op de inzameling van afvalstoffen waarbij het intergemeentelijke samenwerkingsverband ILvA gemachtigd is de retributie voor het Lokaal Bestuur te innen.
Artikel 2: Definitie
De retributie is verschuldigd door de aanbieder van het afval.
Onder de aanbieder van het afval wordt verstaan: een bij ILvA aangesloten gemeentelijke dienst, hierna de gemeente(n) genoemd, of de referentiepersoon van:
Afdeling 1: Recyclagepark
Artikel 3: Retributie voor de globaal aangebrachte hoeveelheid afvalstoffen
Er wordt vanaf 01 april 2025 een retributie geheven op de aanvoer van afvalstoffen op de recyclageparken van de in de desbetreffende algemene politieverordening toegelaten soorten en hoeveelheden afval.
Toegang tot het recyclagepark wordt verkregen door middel van:
Artikel 4: Kostprijs voor de globaal aangebrachte hoeveelheid
De retributie voor de globaal aangebrachte hoeveelheid wordt vastgesteld als volgt, per kalenderjaar:
Bovenvermelde tarieven worden op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de stijging van de consumptieprijsindex. Voor aanpassing wordt de consumptieprijsindex van de maand oktober jongstleden vergeleken met deze van oktober 2024. De aanpassing aan de stijging van de consumptieprijsindex geschiedt met veelvouden van € 0,01 waarbij afronding steeds naar het effectief bereikte veelvoud van € 0,01 gebeurt.
Artikel 5: Vrijstelling retributie voor de globaal aangebrachte hoeveelheid
§1. De referentiepersoon van het gezin of het tweede verblijf wordt per kalenderjaar van het betalen van de in artikel 4 bepaalde retributie vrijgesteld voor de eerste aangebrachte 125 kg, voor zover bij een bezoek uitsluitend recycleerbaar afval wordt aangebracht.
Als ook niet-recycleerbaar afval wordt aangebracht, wordt het nog niet gebruikte deel van deze vrijstelling voorbehouden voor een volgend bezoek waarbij uitsluitend recycleerbaar afval wordt aangebracht.
§2. Elke aanbieder die enkel recycleerbare materialen aanbiedt, heeft recht op een korting van 10% op het verschuldigde bedrag zoals bepaald via de tarieven in artikel 4.
Artikel 6:
Indien tijdens een bezoek aan het recyclagepark uitsluitend afvalstoffen, waarvoor een aanvaardingsplicht geldt, worden aangebracht, zijn de in artikel 5 bedoelde gezinnen tijdens het hele kalenderjaar vrijgesteld van de in dit retributiereglement vastgelegde retributies, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat zij voor 15 december van het voorgaande kalenderjaar bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband ILvA, dat voor de gemeente het recyclagepark uitbaat, een verklaring neerleggen waarin zij afstand doen van de in artikel 5 vastgelegde vrijstelling.
Artikel 7: Hechtgebonden asbest
Bijkomend wordt de aanvoer van 200 kg hechtgebonden asbest per aanbieder per kalenderjaar gratis aanvaard op voorwaarde dat deze afvalstof niet samen met ander afval wordt aangeboden.
Artikel 8: Berekening te betalen retributie
De te betalen retributie wordt voor elk bezoek bepaald aan de hand van twee wegingen van de aanbieder met zijn voertuig of met een ter beschikking gestelde kruiwagen in het geval de aanbieder te voet is, een eerste maal bij het binnenrijden van het recyclagepark, een tweede maal bij het buiten rijden. Het verschil tussen de tweede en de eerste weging is de grondslag van de retributie.
Artikel 9: Betaling retributie
§1. De retributie wordt overeenkomstig artikel 13 voor het verlaten van het recyclagepark betaald door middel van een provisierekening. Wanneer de provisierekening onvoldoende saldo bevat om de volledig verschuldigde retributie te betalen, kan het deel dat niet betaald kan worden door middel van de provisierekening ter plaatse betaald worden, door middel van bancontact.
§2. Bezoek aan het recyclagepark is niet mogelijk van zodra de provisierekening een saldo vertoont lager dan € 0,00. Het is mogelijk in dit geval het saldo op de provisierekening ter plaatse aan te zuiveren, aan de ingangszuil van het recyclagepark.
Afdeling 2: Beschikbaar stellen van recipiënten, aanbieden van afvalcontainers, verkoop van compostvaten en inzamelen van restfractie via ondergrondse containers.
Artikel 10:
Er wordt vanaf 01 april 2025 een retributie geheven op het beschikbaar stellen van recipiënten bestemd voor het ophalen van huishoudelijk afval, op de verkoop van compostvaten en het inzamelen van huishoudelijk afval via ondergrondse containers, en voor het verlenen van een aantal dienstverleningen in het kader van afvalinzameling en- verwerking.
Artikel 11: Bedrag retributie
De retributie wordt als volgt samengesteld:
11.1. Voor de verkoop van zakken:
11.2. Aanbieden van de restfractie en GFT-afval:
11.2.1. Voor het aanbieden van restfractie enerzijds een forfaitaire kost van € 0,30 per aanbieding van een container van 40 liter of 140 liter, € 0,60 per aanbieding van een container van 240 liter, € 1,20 per aanbieding van een container van 500 liter, € 1,75 per aanbieding van een container van 750 liter en € 2,35 per aanbieding van een container van 1050 liter, en anderzijds voor elk containervolume een variabele kost van € 0,30 per aangeboden kilogram restfractie. De te betalen retributie wordt voor elke aanbieding bepaald aan de hand van twee wegingen van de aangeboden afvalcontainer, een eerste maal voor de lediging ervan, een tweede maal na de lediging ervan. Het verschil tussen de tweede en de eerste weging is de grondslag van de retributie.
11.2.2. Voor het aanbieden van GFT-afval enerzijds een forfaitaire kost van € 0,30 per aanbieding van een container van 40 liter of 140 liter, € 0,60 per aanbieding van een container van 240 liter, en anderzijds voor elk containervolume een variabele kost van € 0,15 per aangeboden kilogram GFT. De te betalen retributie wordt voor elke aanbieding bepaald aan de hand van twee wegingen van de aangeboden afvalcontainer, een eerste maal voor de lediging ervan, een tweede maal na de lediging ervan. Het verschil tussen de tweede en de eerste weging is de grondslag van de retributie.
11.2.3. Vanaf 1/1/2026 worden de volgende tarieven op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de stijging van de consumptieprijsindex.
- De forfaitaire kost per aanbieding van een container voor het aanbieden van restfractie;
- De forfaitaire kost per aanbieding van een container voor het aanbieden van GFT-afval;
- De variabele kost per aangeboden kilogram restfractie;
- De variabele kost per aangeboden kilogram GFT-afval;
11.2.4. De in 11.2.3. genoemde aanpassing aan de stijging van de consumptieprijsindex geschiedt met veelvouden van € 0,05 waarbij afronding steeds naar het effectief bereikte veelvoud van € 0,05 gebeurt.
11.2.5. Voor de in 11.2.3. en 11.2.4. genoemde aanpassing worden jaarlijks de consumptieprijsindex van de maand oktober jongstleden vergeleken met deze van oktober 2024;
11.2.6. Het maximale gewicht van de inhoud van een aangeboden container bedraagt:
|
40 liter |
140 liter |
240 liter |
GFT |
15 kilogram |
70 kilogram |
110 kilogram |
Restfractie |
15 kilogram |
60 kilogram |
110 kilogram |
11.3. Ondergrondse containers
11.3.1. Voor het gebruik van de ondergrondse containers voor restfractie: een retributie van € 1,20 per inworp met een volume van maximaal 30 liter. Vanaf 1/1/2026 wordt deze retributie op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de stijging van de consumptieprijsindex. Voor aanpassing wordt de consumptieprijsindex van de maand oktober jongstleden vergeleken met deze van oktober 2024. De aanpassing aan de stijging van de consumptieprijsindex geschiedt met veelvouden van € 0,05 waarbij afronding steeds naar het effectief bereikte veelvoud van € 0,05 gebeurt.
11.3.2. Voor het gebruik van de ondergrondse containers voor PMD een retributie van € 0,125 per inworpvolume van 30 liter.
11.3.3. Alle ondergrondse containers worden bediend met een door ILvA ter beschikking gestelde afvalpas. De referentiepersoon van het gezin of van het tweede verblijf die voor het aanbieden van huishoudelijk afval van een ondergrondse container gebruik dient te maken, wordt één afvalpas gratis ter beschikking gesteld.
11.3.4. Voor de aankoop van een afvalpas voor het bedienen van de ondergrondse containers: € 5,00.
11.4. Sloten
Voor de aankoop van een containerslot met twee sleutels voor een restfractiecontainer: € 35,00.
11.5. Voor het ophalen van grofvuil, snoeiafval en tuinafval aan huis:
11.5.1. Voor grofvuil
11.5.2. Voor snoeiafval en tuinafval
11.5.3. Vanaf 1/1/2026 worden de retributies vermeld in 11.5.1. op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de stijging van de consumptieprijsindex. Voor aanpassing wordt de consumptieprijsindex van de maand oktober jongstleden vergeleken met deze van oktober 2024. De aanpassing aan de stijging van de consumptieprijsindex geschiedt met veelvouden van € 0,50 waarbij afronding steeds naar het effectief bereikte veelvoud van € 0,50 gebeurt.
11.5.4. Vanaf 1/1/2026 worden de retributies vermeld in 11.5.2. op 1 januari van ieder jaar aangepast aan de stijging van de consumptieprijsindex. Voor aanpassing wordt de consumptieprijsindex van de maand oktober jongstleden vergeleken met deze van oktober 2024. De aanpassing aan de stijging van de consumptieprijsindex geschiedt met veelvouden van € 0,20 waarbij afronding steeds naar het effectief bereikte veelvoud van € 0,20 gebeurt.
11.6. Evenementen van verenigingen en gemeenten:
Verenigingen en gemeenten kunnen naar aanleiding van een evenement recipiënten voor de afvalinzameling aanvragen. Hiervoor wordt een leverkost aangerekend, afhankelijk van het volume, alsook een verwerkingskost per kilogram ingezameld afval, afhankelijk van de fractie.
Indien onvoldoende goed werd gesorteerd, wordt in elk geval de verwerkingskost van “restfractie” aangerekend. Verlies of schade van ontleende materialen wordt op de ontlener verhaald.
Product |
|
Volume |
Leverkost |
Verwerkingskost per kg |
|
|
|
|
|
Restcontainer |
|
240 liter |
€ 5,00 |
€ 0,30 |
|
|
500 liter |
€ 10,00 |
€ 0,30 |
|
|
1050 liter |
€ 20,00 |
€ 0,30 |
Afvaleiland |
Rest + PMD |
480 liter |
€ 5,00 |
€ 0,30 voor de restfractie |
Glas |
|
240 liter |
€ 5,00 |
- |
PMD |
|
240 liter |
€ 5,00 |
- |
Papier & karton |
|
240 liter |
€ 5,00 |
- |
|
|
500 liter |
€ 10,00 |
- |
11.7. Composteren
11.7.1. Een door ILvA ter beschikking gestelde GFT-container kan gratis geruild worden voor een compostvat met beluchtingsstok.
11.7.2. Voor de aankoop van een compostvat met beluchtingsstok: het bedrag gelijk aan de aankoopprijs van een compostvat bij ILvA met een korting van 60%, met een maximale korting van 25 euro.
11.7.3. Voor de aankoop van een compostbak in kunststof: het bedrag gelijk aan de aankoopprijs van een compostbak in kunststof bij ILvA met een korting van 60%, met een maximale korting van 25 euro.
11.7.4. Voor de aankoop van een beluchtingsstok: het bedrag gelijk aan de aankoopprijs van een beluchtingsstok bij ILvA met een korting van 60%, met een maximale korting van 25 euro.
11.7.5. Na het afstaan van een gratis door ILvA ter beschikking gestelde GFT-container of het ruilen van een gratis door ILvA ter beschikking gestelde GFT-container voor een compostvat het opnieuw aanvragen van een GFT-container: € 50,00 of gratis als de gezinssamenstelling dusdanig is gewijzigd dat de aanvraag gerechtvaardigd is.
11.7.6. Voor het afhalen van compost op het recyclagepark: € 4,00 per zak van 40 liter, met een maximum van 5 zakken per jaar per aanbieder van het afval. Afhalen van compost in bulk bij de composteringsinstallatie in Geraardsbergen: € 10 per begonnen schijf van 500 kg.
11.8. Asbest
11.8.1. Voor verkoop aan gemeenten, verenigingen, tweede verblijvers en gezinnen, van platen- en kuubzakken voor het inzamelen van hechtgebonden asbest: € 30 per zak, waarbij maximaal 5 platen- of kuubzakken per kalenderjaar en per adres kunnen worden besteld. De platen- en kuubzakken kunnen door de aanbieder ervan na betaling worden afgehaald op het gekozen recyclagepark, tijdens de openingsuren, en op vertoon van het betalingsbewijs. De platen- en kuubzakken worden geleverd met twee sets van persoonlijke beschermingsmiddelen en een infobrochure.
Per kalenderjaar en per adres heeft de aanbieder recht op één gratis inzameling van maximaal 5 aangekochte platen- en kuubzakken. Voor bijkomende inzamelingen wordt een retributie van € 90 aangerekend, ongeacht het aantal platen- en kuubzakken. Deze retributie van € 90 wordt tevens aangerekend als de platen- of kuubzakken op het aangegeven moment niet of niet correct zijn aangeboden door de aanbieder.
11.9. Andere dienstverlening in het kader van afvalinzameling en verwerking
11.9.1. Voor het ruilen van een gratis door ILvA ter beschikking gestelde GFT-container of restfractiecontainer voor een ander volume GFT-container of restfractiecontainer:
- de eerste wissel binnen het eerste jaar na ontvangst van de container is gratis;
- vanaf de tweede wissel: € 50,00 of gratis als de gezinssamenstelling dusdanig is gewijzigd dat de aanvraag gerechtvaardigd is.
11.9.2. Voor levering gemalen snoeihout: € 90,00 per vracht, waarbij het volume van één vracht op vraag van het gezin kan variëren van minimaal 15 m³ tot maximaal 30 m³.
11.9.3. Voor het ter beschikking stellen van kunststof zakken (1,5m³) voor piepschuimtransport:
€ 45,00 per bundel van 5 zakken.
11.9.4. Voor het ter beschikking stellen van een ‘recyclageparkkaart niet-particulieren’ aan gemeenten, verenigingen, bedrijven voor toegang op het recyclagepark: € 40,00. Het ter beschikking stellen van één ‘recyclageparkkaart particulieren’ aan gezinnen en tweede verblijvers is gratis. De wissel van een ter beschikking gestelde recyclageparkkaart particulieren of niet particulieren kost € 5,00.
11.9.5. Voor de aankoop van maximaal één bijkomende container per leveradres en per fractie:
40 en 140 liter |
€ 40 |
240 liter |
€ 60 |
Artikel 12: Verschuldigdheid retributie
De volgende retributies zijn verschuldigd bij:
De andere retributies vermeld in dit reglement zijn verschuldigd meteen na uitvoering van de bijhorende dienstverlening.
Artikel 13: Provisierekening
§1. Onverminderd de bepalingen in de artikelen 9 en 12 van dit retributiereglement kunnen, met uitzondering van de aankoop van blauwe PMD-zakken en biozakjes, het ter beschikking stellen van kunststof zakken voor piepschuimtransport, de aankoop van compostvaten, compostbakken en beluchtingsstokken en het leveren van snoeihout, de retributies vermeld in dit reglement enkel betaald worden door middel van een door ILvA ter beschikking gestelde provisierekening.
§2. De provisierekening kan steeds op het eigen initiatief van de hieraan gekoppelde referentiepersoon worden aangezuiverd via overschrijving van een saldo op de provisierekening. De eerste betalingsuitnodiging voor de provisierekening bedraagt € 35,00.
§3. Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon de eerste limiet van € 12,50 bereikt – d.w.z. wanneer het saldo gelijk aan of kleiner dan € 12,50 wordt – zal aan de referentiepersoon een eerste betalingsuitnodiging worden gezonden. Dit laat de gebruiker toe tijdig de nodige betalingen te laten uitvoeren, opdat de dienstverlening niet in het gedrang zou komen.
§4. Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon geen krediet meer bevat – d.w.z. wanneer het saldo kleiner wordt dan € 0,00 – zal vervolgens de referentiepersoon een betalingsuitnodiging worden toegezonden, met een betaaltermijn van 14 dagen.
Het aanbieden van de restfractie en GFT-afval blijft net als het gebruik van ondergrondse containers mogelijk tot verstrijken van de betaaltermijn. De referentiepersoon en het eventueel daaraan gekoppelde gezin, vereniging, tweede verblijf of bedrijf zal van zodra het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon geen krediet meer bevat, d.w.z. als het saldo kleiner is dan € 0,00, echter geen gebruik meer kunnen maken van de andere dienstverlening zoals beschreven in dit retributiereglement tot wanneer het saldo op de provisierekening opnieuw € 0,00 of meer bedraagt.
§5. Als de referentiepersoon na verzending van ten minste één kosteloze herinnering nalaat het provisiekrediet aan te zuiveren, zal een aangetekende aanmaning aan de betreffende referentiepersoon worden toegezonden. In deze aangetekende aanmaning worden de volgende bijkomende kosten verrekend:
§6. De financieel directeur kan hierna, overeenkomstig artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur, een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen om de retributie in te vorderen.
§7. Bij afmelding van een referentiepersoon of bij vaststellen van een overlijden van een referentiepersoon wordt de dienstverlening stopgezet. Het nog beschikbare krediet wordt ten vroegste zes weken na stopzetten van de dienstverlening teruggestort op het rekeningnummer dat laatst werd gebruikt voor het storten van krediet op de provisierekening.
Afdeling 3: Weghalen en/of opkuisen van achtergelaten afval.
Artikel 14:
Er wordt een retributie geheven op het weghalen en/of opkuisen door het lokaal bestuur van afval achtergelaten op niet-reglementaire plaatsen of tijdstippen, of in niet-reglementaire recipiënten.
De retributie is verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen achtergelaten heeft.
Desgevallend zijn diegenen die daartoe opdracht of toelating gaven en/of eigenaar van de afvalstoffen zijn, hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie.
Het tarief van de retributie wordt als volgt vastgesteld:
De retributie moet betaald worden binnen de twee maanden na de toezending van de factuur.
Artikel 15:
Afschrift van deze beslissing toe te sturen aan het opdrachthoudend intergemeentelijk samenwerkingsverband Land van Aalst voor Milieu.
Gelet op de goedkeuring van het klimaatplan in het kader van het Burgermeesterconvenant en het project “Klimaatgezond Zuid-Oost-Vlaanderen”, inclusief de daarbij horende maatregelen- en actietabel door de gemeenteraad op 19 juni 2018;
Gelet op de toetreding tot het lokaal energie- en klimaatpact 1.0 (LEKP 1.0), beslist door de gemeenteraad op 7 september 2021;
Gelet op de toetreding tot het lokaal energie- en klimaatpact 2.0 (LEKP 2.0), beslist door de gemeenteraad op 8 november 2022;
Overwegende dat binnen het Lokaal Energie- en Klimaatpact een jaarlijkse inhoudelijke en financiële rapportering moet opgemaakt worden; dat deze na het voorleggen ervan aan de gemeenteraad bij Agentschap Binnenlands Bestuur moet ingediend worden uiterlijk op 1 mei 2025;
Overwegende dat hiervoor gebruik gemaakt wordt van het Lokaal Klimaatpactportaal, waar de Vlaamse overheid de monitoring van de doelstellingen bijhoudt;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de goedkeuring van het klimaatplan in het kader van het Burgermeesterconvenant en het project “Klimaatgezond Zuid-Oost-Vlaanderen”, inclusief de daarbij horende maatregelen- en actietabel door de gemeenteraad op 19 juni 2018;
Gelet op de toetreding tot het lokaal energie- en klimaatpact 1.0 (LEKP 1.0), beslist door de gemeenteraad op 7 september 2021;
Gelet op de toetreding tot het lokaal energie- en klimaatpact 2.0 (LEKP 2.0), beslist door de gemeenteraad op 8 november 2022;
Subsidiebedrag LEKP 1.0 jaartal 2023 bedraagt 135.997,07€
Subsidiebedrag LEKP 2.0 jaartal 2023 bedraagt 47.331,41€
Subsidiebedrag LEKP 1.0 jaartal 2024 bedraagt 137.157,23€
Subsidiebedrag LEKP 2.0 jaartal 2024 bedraagt 46.938,04€
Deze worden geboekt onder AC23DUU0101 - AR74052000 - BI 03500.
Enig artikel:
Kennis te nemen van de inhoudelijk rapportering 2024 en de financiële rapportering 2023-2024 van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (1.0 en 2.0).
Gelet op de door de gemeenteraad op 24 september 2024 goedgekeurde project-samenwerkingsovereenkomst 'Geïntegreerde visie stedelijke doortocht Dender & inrichtingsplannen overgangsgebieden in Geraardsbergen';
Gelet op het daarin opgenomen engagement van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen tot het opmaken van een circulatiestudie, ter verdieping van het mobiliteitsplan, die zowel de impact op als de kansen voor mobiliteit op de Denderkaaien en in het stadscentrum onderzoekt;
Overwegende de complexiteit van dergelijke opdracht en gelet op de binnen het lokaal bestuur beschikbare know-how en capaciteit;
Gelet op de publieke stemming met 23 stemmen voor (Jimmy Colman Villamayor, Fernand Van Trimpont, Ann Panis, Bram De Geeter, Veerle Mertens, Stephan De Prez, Rudy Frederic, Griet Blaton, Patricia Flamez, Emma Van der Maelen, Ilse Roggeman, Rurik Van Landuyt, Paul Pardon, Karla Bronselaer, Jef Van der Mynsbrugge, Patrick De Bodt, Bram De Pril, Jens Rottiers, Manu Lion, Vince Gaublomme, Lena Moulart, Anja Ritserveldt, Jonas Hanssens), 1 stem tegen (Johan Sirjacobs), 7 onthoudingen (Karel De Moyer, Hans De Gent, Krist Matthys, Filip Pletinckx, Sofie Gommers, Leen Duffeleer, Jana Vanderlinden);
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 30, betreffende opdrachten die niet onder het toepassingsgebied van deze wet vallen;
Gelet op artikel 30 van de wetgeving overheidsopdrachten dat volgende drie voorwaarden vooropstelt waaraan een in-house opdracht dient te voldoen:
- de aanbestedende overheid dient toezicht uit te oefenen op de rechtspersoon zoals op zijn eigen diensten,
- meer dan 80% van de activiteiten van de gecontroleerde rechtspersoon worden uitgevoerd ten behoeve van de controlerende aanbestedende overheid of door andere controlerende aanbestedende overheden en
- er is geen directe participatie van privé-kapitaal in de gecontroleerde rechtspersoon, met uitzondering van geen controle of blokkerende macht opgeleverde vormen van participatie van privé-kapitaal, vereist krachtens de nationale wetgeving, in overeenstemming met de verdragen, die geen beslissende invloed uitoefenen op de gecontroleerde rechtspersoon;
Gelet op artikel 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Gelet op de raming van deze studie tussen 65.000 euro en 85.000 euro;
Gelet op het in het huidig MJP voorziene budget AR 21400000 - BI 029000 voor 'Mobiliteitsplan';
Gelet op het in het huidig MJP voorziene budget AR 21400000 ) BI 020000 voor 'Masterplan stadcentrum';
Artikel 1:
De dienstverleningsovereenkomst 'ondersteuning dienst mobiliteit' tussen het Lokaal Bestuur Geraardsbergen en SOLVA als volgt goed te keuren:
Artikel 1. VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
1.1. In het kader van deze Overeenkomst geeft de Opdrachtgever aan SOLVA de opdracht voor de begeleiding van de stad Geraardsbergen bij haar rol in de projectsamenwerkingsovereenkomst 'Geïntegreerde visie stedelijke doortocht Dender & inrichtingsplannen overgangsgebieden in Geraardsbergen’ zoals goedgekeurd op de gemeenteraad bij zitting van 24 september 2024. Binnen het voornoemde project engageert de stad Geraardsbergen zich tot ‘de opmaak van een circulatiestudie, ter verdieping van het mobiliteitsplan, die zowel de impact op als de kansen voor mobiliteit op de Denderkaaien en in het stadscentrum te onderzoekt.’ In het kader van dit engagement bestaat de Opdracht minstens uit volgende onderdelen: uitwerken van de projectomschrijving voor een externe studiepartner, opmaak van de noodzakelijke aanbestedingsdocumenten, begeleiding bij de gunningsprocedure en aansturing van de externe studiepartner.
De stad Geraardsbergen en SOLVA komen overeen dat minimaal volgende inhoudelijke aspecten binnen de begeleiding kunnen worden voorzien:
- de circulatie van het gemotoriseerd verkeer in het stadscentrum;
- de routering van het busverkeer door het stadscentrum;
- de bereikbaarheid van de voornaamste attractiepolen voor alle modi;
- de parkeervoorzieningen in het centrum en randparkings;
- het functioneren van de fiets- en voetgangersnetwerken en trage wegen;
- de impact en kansen voor mobiliteit op de ‘ringstructuur’ rond het stadscentrum, inclusief de doortocht van de N42 Astridlaan.
(hierna: de “Opdracht”)
1.2. De realisatie door SOLVA van de Opdracht is steeds onderworpen aan de bepalingen van deze Overeenkomst.
Artikel 2. TOEWIJZING EN AANVAARDING VAN DE OPDRACHT
2.1. Voorafgaand aan de toewijzing en aanvaarding van deze opdracht (en de ondertekening van de Overeenkomst) hebben de bevoegde beslissingsorganen van de Opdrachtgever respectievelijk SOLVA een (positieve) beslissing genomen over die toewijzing respectievelijk aanvaarding.
2.2. Voor zoveel als nodig erkennen en bevestigen Partijen dat de toewijzing van de opdracht door de Opdrachtgever aan SOLVA (en deze Overeenkomst) niet onderworpen is aan de wetgeving overheidsopdrachten, op grond van de in-house-vrijstelling uit art. 30 Wet Overheidsopdrachten van 17 juni 2016.
Artikel 3. VERPLICHTINGEN VAN PARTIJEN IN KADER VAN DE OPDRACHT
3.1. Samenwerking en overleg
Gedurende de uitvoering van de opdracht werken SOLVA en de Opdrachtgever op constructieve en loyale wijze samen met elkaar, alsook met derde partijen die betrokken worden bij de realisatie van de opdracht (zoals bv. aannemers of aangestelden van SOLVA).
SOLVA en de Opdrachtgever plegen hierbij zoveel als nodig onderling overleg en wisselen steeds en onverwijld alle informatie uit waarover zij beschikken en die relevant en/of nuttig kan zijn voor de realisatie van de Opdracht.
3.2. Besluitvorming
Voor zover van toepassing, laten SOLVA en de Opdrachtgever de voor de realisatie van de Opdracht noodzakelijke beslissingen van hun bevoegde beslissingsorganen binnen een zo kort mogelijke termijn nemen (en bezorgen elkaar onverwijld een kopie van zulke beslissingen).
3.3. Communicatie – projectverantwoordelijke
In het kader van de Opdracht duidt SOLVA een projectverantwoordelijke aan, die optreedt als contactpersoon voor SOLVA. Gedurende de gehele realisatie van de Opdracht verlopen de contacten tussen SOLVA en de Opdrachtgever via deze projectverantwoordelijke. Hij/zij is de eerste gesprekspartner en verantwoordelijk voor de voortgang en de kwaliteit van de Opdracht alsook de coördinatie binnen SOLVA. Alle mededelingen die noodzakelijk of nuttig zijn in het kader van de realisatie van de Opdracht worden derhalve schriftelijk gericht aan deze projectverantwoordelijke.
3.4. Uitvoering
SOLVA zal alle redelijke inspanningen leveren om de haar toegewezen Opdracht volledig en correct uit te voeren. Partijen erkennen en bevestigen dat enige termijnen en/of deadlines die worden opgegeven, louter een middelenverbintenis betreffen in hoofde van SOLVA.
3.5. Intellectuele eigendomsrechten
3.5.1. De resultaten en producten van de Opdracht (daaronder begrepen, intellectuele eigendomsrechten) zijn eigendom van SOLVA en de Opdrachtgever, zodat beide partijen hierover vrij mogen beschikken.
3.5.2. Voor zoveel als nodig geeft de Opdrachtgever aan SOLVA het recht om alle merken, handelsnamen of andere intellectuele eigendomsrechten waarvan de Opdrachtgever eigenaar of licentiehouder zou zijn, te gebruiken tijdens de duur en voor de uitvoering van deze Overeenkomst.
3.6. Geschillen met derden
De Opdrachtgever zal SOLVA schadeloosstellen voor en vrijwaren tegen alle vorderingen, kosten, aansprakelijkheid, kosten, boetes, vergoedingen, interesten, belastingen, of eisen in verband met de uitvoering van de Opdracht, tenzij deze te wijten zouden zijn aan opzet of een zware fout van SOLVA of de niet-nakoming door SOLVA van essentiële verbintenissen die het voorwerp van de overeenkomst uitmaken. De Opdrachtgever zal desgevallend op eerste verzoek van SOLVA vrijwillig tussenkomen in eventuele gerechtelijke of administratieve procedures die lastens SOLVA zouden worden ingesteld in verband met de uitvoering van de Opdracht.
3.7. Wijziging van de Opdracht
3.7.1. Gedurende de Overeenkomst kunnen SOLVA en de Opdrachtgever de aard en/of de omvang van de toegewezen Opdracht wijzigen, mits akkoord van beide Partijen.
3.7.2. Telkens wanneer de Opdrachtgever het voornemen heeft om de Opdracht te wijzigen, deelt deze dit voornemen onverwijld aan SOLVA mee. SOLVA en de Opdrachtgever overleggen vervolgens over de concrete, inhoudelijke aard, draagwijdte en gevolgen van de door te voeren wijzigingen van de Opdracht. Op vraag van de Opdrachtgever maakt SOLVA een bijkomende raming en (indicatief) tijdsbestek omtrent de voorgenomen wijzigingen.
3.7.3. In geval van een voorgestelde wijziging van de Opdracht dient:
- het bevoegde beslissingsorgaan van de Opdrachtgever over de effectieve wijziging van de Opdracht een beslissing te nemen, waarna SOLVA een kopie wordt bezorgd van de beslissing in kwestie.
- het bevoegde beslissingsorgaan van SOLVA over de effectieve wijziging van de Opdracht een beslissing te nemen, waarna de Opdrachtgever een kopie wordt bezorgd van de beslissing in kwestie.
Partijen erkennen dat SOLVA de voorgestelde wijziging kan weigeren, indien zulke wijziging een schending van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en/of van de statuten van SOLVA zou betekenen.
3.7.4. Voor zoveel als nodig erkennen en bevestigen Partijen dat alle bepalingen van deze Overeenkomst onverkort van toepassing zijn op de gewijzigde Opdracht.
3.8. Overmacht
3.8.1. De Partijen zijn niet aansprakelijk voor de niet-nakoming van hun verplichtingen krachtens deze Overeenkomst, wanneer de niet-nakoming het gevolg is van Overmacht.
3.8.2. Elke partij bij deze Overeenkomst is gehouden de andere partij onmiddellijk en schriftelijk in kennis te stellen van het bestaan van een geval van Overmacht. Deze kennisgeving moet een gedetailleerde beschrijving bevatten van de omstandigheden die tot het geval van Overmacht aanleiding geven.
3.8.3. Indien de situatie van Overmacht meer dan negentig (90) dagen duurt, heeft de andere partij het recht deze Overeenkomst te beëindigen. Partijen zijn niet aansprakelijk tegenover elkaar voor de beëindiging van deze Overeenkomst ten gevolge van Overmacht.
3.8.4. Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt onder “Overmacht” begrepen: elke onvoorzienbare en onoverkomelijke gebeurtenis voor een Partij die de uitvoering door deze Partij van haar verplichtingen redelijkerwijs onmogelijk maakt, met inbegrip van doch niet beperkt tot: natuurrampen, pandemie, oproer of burgerlijke ongehoorzaamheid, oorlog en militaire operaties, lokale of nationale noodtoestanden, beschikkingen van hogerhand en in het algemeen van elke regeringsautoriteit of administratieve autoriteit, staking (uitgezonderd deze van de werknemers van de partijen), het ontslag gegeven door een personeelslid van SOLVA, brand, wateroverlast, bliksem, explosies, instortingen, handelingen of nalatigheden van personen of organismen die aan de redelijke controlemacht van de betreffende Partijen ontsnappen.
Artikel 4. BETALING VAN DE OPDRACHT
4.1. Vergoeding
4.1.1. De definitieve vergoeding voor de Opdracht zal bepaald worden in functie van het totaal aantal effectief gepresteerde uren door (de medewerkers van) SOLVA ter uitvoering van de (in voorkomend geval gewijzigde) Opdracht.
4.1.2. Op datum van deze Overeenkomst zijn de uurtarieven van de projectmedewerkers van SOLVA als volgt vastgelegd:
- 85 € voor een medewerker;
- 97 € voor een deskundige;
- 114 € voor een expert.
4.1.3. Deze uurloontarieven zijn onderhevig aan de evolutie van de wedden van het overheidspersoneel. Wanneer de spilindex voor de overheidswedden bereikt wordt, worden de overheidswedden 2 maanden later met 2% verhoogd. De uurtarieven die door SOLVA toegepast worden volgen deze stijging in de loonkosten. Deze herziening van het uurloontarief van SOLVA en derhalve de prijs voor de realisatie van de Opdracht gebeurt automatisch bij elke stijging van 2% van de overheidswedden.
4.1.4. Bij de facturatie past SOLVA de tarieven toe, zoals deze gelden op het ogenblik dat de daarmee overeenstemmende kosten effectief gemaakt werden.
4.1.5. De prestaties die SOLVA aan de Opdrachtgever zal leveren in het kader van de Opdracht zullen door deze laatste uitsluitend aangewend worden in het kader van activiteiten die buiten de werkingssfeer van de BTW vallen of van de BTW zijn vrijgesteld op grond van artikel 44, §1 en/of §2 van het WBTW. Mochten deze diensten uitzonderlijk toch al dan niet gedeeltelijk voor aan BTW onderworpen diensten worden aangewend of voor handelingen die op grond van artikel 44, §3 van het WBTW zijn vrijgesteld, dan zal de Opdrachtgever hiervan uiterlijk bij de bestelling van deze diensten (overeenkomstig artikel 3.7 van deze Overeenkomst) melding maken aan SOLVA, zodat SOLVA over deze diensten BTW kan aanrekenen aan de Opdrachtgever.
Indien achteraf (nadat een bepaalde schijf werd gefactureerd) blijkt dat BTW moest worden aangerekend en zulks niet gebeurde, dan zal SOLVA gerechtigd zijn deze BTW alsnog te factureren aan de Opdrachtgever.
4.2. Betalingsmodaliteiten
4.2.1. SOLVA zal haar prestaties in schijven op kwartaalbasis berekenen en factureren.
4.2.2. De Opdrachtgever beschikt over een betalingstermijn van 60 kalenderdagen, na ontvangst van de factuur van SOLVA
4.2.3. Bij niet-tijdige betaling van de gehele factuur of een deel ervan, is de Opdrachtgever van rechtswege gehouden tot betaling van verwijlinteresten aan de interestvoet zoals voorzien in de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, te rekenen vanaf de vervaldag, op elk onbetaald gelaten bedrag tot de datum van volledige betaling.
Artikel 5. BEËINDIGING OF SCHORSING VAN DE OVEREENKOMST
5.1. De Opdrachtgever kan op elk ogenblik de Overeenkomst schorsen of opzeggen, mits er een voorafgaandelijk overleg met SOLVA plaatsvindt. In voorkomend geval zal de Opdrachtgever, die het voornemen heeft om de Opdracht te schorsen of op te zeggen, dit voornemen onverwijld meedelen aan SOLVA, waarna Partijen (in toepassing van artikel 3.1 van deze Overeenkomst) zullen overleggen omtrent de praktische gevolgen en eventuele modaliteiten van de schorsing of beëindiging van de Overeenkomst.
Na voormeld overleg beslist het bevoegde beslissingsorgaan van de Opdrachtgever over de eigenlijke schorsing of beëindiging van de Overeenkomst en brengt SOLVA hiervan op de hoogte middels bezorging van de kopie van het door het bevoegde beslissingsorgaan genomen besluit over de schorsing of beëindiging en zulks bij een ter post aangetekende brief, die uitwerking heeft de derde werkdag na de datum van verzending.
5.2. SOLVA kan de Overeenkomst op elk ogenblik opzeggen middels een opzegtermijn van één (1) maand. De opzeggingsbrief vermeldt het begin en de duur van de opzeggingstermijn. De kennisgeving geschiedt bij een ter post aangetekende brief, die uitwerking heeft de derde werkdag na de datum van verzending.
5.3. Onverminderd artikel 5.2, heeft SOLVA het recht deze Overeenkomst met onmiddellijke ingang en zonder opzegtermijn of –vergoeding en onverminderd enig recht op schadeloosstelling te beëindigen, mits kennisgeving per aangetekende brief (en de beslissing van SOLVA’s bevoegde beslissingsorgaan aangehecht) ingeval:
i. Van een schending door de Opdrachtgever van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, van de statuten van SOLVA of van deze Overeenkomst , indien de schending kan worden hersteld maar dit niet gebeurt binnen de in de (aangetekende) ingebrekestelling vermelde termijn, of
ii. Van een ernstige wanprestatie van de Opdrachtgever (bv. middels schending van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, van de statuten van SOLVA of van deze Overeenkomst), indien de tekortkoming niet meer kan worden hersteld.
5.4. In geval de Overeenkomst wordt geschorst of beëindigd (ongeacht de reden) zal de Opdrachtgever aan Solva de vergoeding voor de Opdracht, welke op dat ogenblik is verschuldigd (en dus berekend overeenkomstig artikel 4.1.2) betalen, vermeerderd met enige kosten (i) ontstaan door de schorsing of beëindiging of (ii) opgelopen door SOLVA en welke zij niet kan meer kan recupereren, terugvorderen, en/of niet wegvallen door de loutere schorsing of beëindiging.
Artikel 6. Vertrouwelijkheid – privacy
6.1. Zowel tijdens de duur van deze Overeenkomst als tot vijf (5) jaar na haar beëindiging, zal geen Partij de inhoud van deze Overeenkomst, alsook alle vertrouwelijke, beschermde en andere niet-publieke informatie met betrekking tot de Opdracht of een Partij die door de ene Partij aan de andere Partij (schriftelijk of mondeling) wordt medegedeeld of wordt verworven tijdens de uitvoering van deze Overeenkomst (hierna: “Vertrouwelijke Informatie”)) meedelen of op enige andere wijze onthullen. De Vertrouwelijke informatie omvat niet informatie waarvan is bewezen dat ze :
a) al algemeen bekend was of die, anders dan door een schending van deze Overeenkomst, algemeen bekend werd;
b) onthuld werd door een derde die daartoe het recht had en die deze informatie niet verkregen heeft als gevolg van een schending van deze Overeenkomst; en
c) ze op zelfstandige wijze door een Partij is voortgebracht zonder dat hiervoor Vertrouwelijke Informatie werd gebruikt;
d) op grond van een wettelijke of reglementaire verplichting (zoals de regels inzake openbaarheid van bestuur) dient worden meegedeeld.
Artikel 7. ALGEMENE BEPALINGEN
7.1. Onafhankelijk bestaan van de bepalingen
Indien een of meerdere bepalingen van deze Overeenkomst, om welke reden ook, nietig, ongeldig of onuitvoerbaar worden bevonden, zal de geldigheid, de wettelijkheid of de uitvoerbaarheid van de andere bepalingen van deze Overeenkomst niet worden aangetast.
In dat geval zullen Partijen naar best vermogen en in gezamenlijk overleg deze ongeldige of nietige bepaling vervangen door een geldige bepaling die zo nauw mogelijk aansluit bij de initiële bedoeling van Partijen.
7.2. Wijzigingen
Deze Overeenkomst kan slechts gewijzigd worden middels schriftelijk akkoord tussen de Partijen, ondertekend door hun gemachtigde vertegenwoordigers, tenzij elders anders aangegeven in deze Overeenkomst.
7.3. Kennisgevingen
Tenzij indien anders aangegeven in deze Overeenkomst (in het bijzonder artikel 3.3), dient elke kennisgeving of communicatie in het kader van deze Overeenkomst schriftelijk te gebeuren (i) per post op de adressen van de Partijen bovenaan vermeld of (ii) per e-mail op de gebruikelijke e-mailadressen van de Partijen.
7.4. Volledige overeenkomst
Deze Overeenkomst en haar bijlage(n) bevatten de volledige rechtsverhouding tussen de Partijen met betrekking tot het voorwerp van deze Overeenkomst. Zij vervangen alle vroegere overeenkomsten, overeenstemmingen en verbintenissen tussen de Partijen betreffende het voorwerp van deze Overeenkomst, evenals enige mondelinge of schriftelijke waarborg door een partij gegeven betreffende hetzelfde voorwerp.
7.5. Toepasselijk recht, geschillen en bevoegde rechtbank
7.5.1. Deze Overeenkomst wordt beheerst en geïnterpreteerd in overeenstemming met het Belgisch recht.
7.5.2. Indien tussen SOLVA en de Opdrachtgever geschillen ontstaan over de overeenkomst leveren zij – met inachtneming van principes vermeld in de Overeenkomst- alle redelijke inspanningen om deze in der minne tot een aanvaardbare oplossing te komen, rekening houdend met de wederzijdse gerechtvaardigde belangen.
7.5.3. Voor zover ze niet minnelijk zouden kunnen geregeld worden, vallen alle geschillen met betrekking tot deze Overeenkomst onder de toepassing van het Belgisch recht en onder de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Gent, afdeling Oudenaarde.
7.5.4. Alle kosten die door SOLVA gemaakt worden in het kader van geschillen met betrekking tot de Overeenkomst met uitzondering van eventuele advocatenkosten (welke desgevallend worden vergoed via een rechtsplegingsvergoeding) zullen door de Opdrachtgever worden vergoed aan SOLVA, voor zover SOLVA in het gelijk wordt gesteld ingevolge een definitieve beslissing in toepassing van dit artikel 7.5.
Artikel 2:
Een afschrift van dit besluit samen met een ondertekend exemplaar van het de dienstverleningsovereenkomst aan SOLVA, Gentsesteenweg 1B te Sint-Lievens-Houtem over te maken.
Graag had ik volgend agendapunt toegevoegd aan de Gemeenteraad van 25 maart 2025 ter goedkeuring.
Agendapunt ter goedkeuring: Installatie van buiten watertappunten in Geraardsbergen
Voorstel:
Karel De Moyer onafhankelijk raadslid stelt voor om in een eerste fase zes buiten watertappunten te voorzien op strategische locaties in Geraardsbergen. Dit initiatief draagt bij aan duurzaamheid, kostenbesparing voor gezinnen en de toegankelijkheid van gratis drinkwater in de openbare ruimte.
De kostprijs:
Op basis van bestaande plaatsingen wordt de totale kostprijs voor de installatie van zes buiten watertappunten geschat op €33.000. Dit komt neer op net geen €1 per inwoner van Geraardsbergen.
Voorstel tot besluit:
De gemeenteraad van Geraardsbergen keurt het voorstel goed om zes buiten watertappunten te installeren op de volgende locaties:
Motivatie:
Gelet op de publieke stemming met 6 stemmen voor (Karel De Moyer, Jens Rottiers, Vince Gaublomme, Lena Moulart, Anja Ritserveldt, Jonas Hanssens), 17 stemmen tegen (Jimmy Colman Villamayor, Fernand Van Trimpont, Ann Panis, Bram De Geeter, Veerle Mertens, Stephan De Prez, Rudy Frederic, Griet Blaton, Patricia Flamez, Emma Van der Maelen, Rurik Van Landuyt, Paul Pardon, Karla Bronselaer, Jef Van der Mynsbrugge, Patrick De Bodt, Bram De Pril, Manu Lion), 8 onthoudingen (Ilse Roggeman, Hans De Gent, Krist Matthys, Filip Pletinckx, Sofie Gommers, Johan Sirjacobs, Leen Duffeleer, Jana Vanderlinden);
Besluit:
De gemeenteraad geeft geen goedkeuring voor de installatie van de zes voorgestelde waterpunten.
Bijkomend agendapunt aan de gemeenteraad van 25 maart 2025.
Aan de Raad wordt gevraagd akkoord te gaan met het opleggen van enkele bindende voorwaarden door het College van Burgemeester en Schepenen bij het afleveren van een vergunning aan de Vlaamse Waterweg : goedkeuring
Motivering :
- gelet op de aanvraag van de Vlaamse Waterweg (OMV 2024 061 078) tot het herbouwen van de stuw te Idegem en het aanleggen van een nieuwe brug,
- gelet op de huidige plaatselijke toestand waar ter bescherming van het stuwhuis palen werden geplaatst waardoor de breedte werd vernauwd tot 3,30 meter,
- gelet op de moeilijkheden die landbouwers vandaag reeds ervaren omwille van de te smalle doorgang
- gelet ook op de bochten van 90 graden langs beide zijden van de brug/sluis waardoor de huidige brug geenszins bruikbaar is voor landbouwvoertuigen met aanhangwagens of werktuigen en daardoor enorme omwegen moeten genomen worden,
- dat deze omwegen door dorpskernen van Idegem, Schendelbeke, Onkerzele (Ganzestraat, Kampstraat, Botermelkstraat, Onkerzelestraat) enorm belastend zijn voor de hele omgeving door het vele slalomwerk van geparkeerde wagens en de wachtzones tussen geparkeerde wagens te klein zijn,
- gelet op de voertuigen die er langs beide zijden van de brug/sluis nu moeten wachten bij tegemoet komend verkeer,
-gelet op het openbaar onderzoek, waarbij door de landbouwraad en omwonenden grote zorgen worden geuit omtrent de bruikbaarheid van de nieuwe brug;
dat uit de plannen blijkt dat de nieuwe brug weliswaar een breedte heeft van 7 meter, maar deze breedte geenszins efficiënt wordt ingericht met oog voor het algemeen belang en het gebruik van de brug door eenieder;
- dat langs beide zijden van de brug zowel een VERHOOGD FIETS- als een verhoogd voetpad wordt aangelegd met een breedte van 2 meter en daardoor slechts 3 meter ruimte als rijweg overblijft voor landbouwvoertuigen en anderen (auto’s, wielertoeristen, brandweervoertuigen,…),
- dat dit smaller is dan de huidige afstand tussen de palen dewelke nu 3,30 m bedraagt en de brug hierdoor geheel onbruikbaar wordt voor landbouwvoertuigen,
- dat gezien de onmogelijkheid om vanaf beide kanten van de brug ‘recht op recht’ aan te rijden, grote draaicirkels noodzakelijk om beschadiging aan de brug en materieel te voorkomen bij passage van landbouwvoertuigen;
- dat tevens verkeerslichten worden voorzien om beurtelings de brug over te steken;
- dat ‘voortschrijdend inzicht’, zowel van de Vlaamse Waterweg als aanvrager en het CBS als beslissende overheid, resulteert in een doordachte toekomstgerichte inrichting van de brug en de omliggende site om hinder en ongemakken voor gebruikers en omwonenden ten allen tijde te vermijden;
- dat gelet op het beperkt gebruik door voetgangers (het is geen drukke as, noch een centrumbrug), het logischer zou zijn om minstens de verhoogde stroken links en rechts van de brug te verminderen naar één meter zodat een bredere rijweg ontstaat van 3 naar 5 meter,
- dat verhoogde voetpaden de norm zijn, geen verhoogde fietspaden (zie beide bruggen aan de Kaai (centrum), viaduct Lessensestraat en Oudenaardsestraat, brug Overboelare – Majoor Van Lierdelaan, brug Kampstraat (Gavers),
- dat fietsers zich op voornoemde bruggen ook op de rijweg voortbewegen;
- dat in de huidige situatie in de Ankerstraat ook reeds gemend verkeer (fietsers en wagens gebruiken allebei de rijweg) geldt;
- dat verhoogde fietspaden in combinatie met voetgangers (enkel) op deze brug zelfs gevaarlijk kunnen zijn, en aanleiding kan geven tot aanrijdingen tussen fietsers en voetgangers;
- dat het de taak is van een overheid de veiligheid te verzekeren,
- dat door enkel een verhoogd voetpad te voorzien er meer ruimte vrijkomt voor de weggebruikers, zijnde fietsers, voertuigen en landbouwvoertuigen;
- dat een breedte van 5 meter dienstig als rijweg tal van voordelen oplevert,
1. dat kruisend verkeer mogelijk is,
2. dat geen wachtenden langs beide zijden van de brug staan,
3. dat ook landbouwvoertuigen de brug ten allen tijde kunnen gebruiken wegens voldoende breedte en nodige grotere draaicirkels voor hun aanhangwagens door de bochten van 90° op die plaats,
4. dat hierdoor grote omwegen langs drukke straten/kruispunten en door nu al drukke dorpskernen zullen vermeden worden,
5.dat de voorgestelde verkeerslichten in deze enkel dienen tot het stil leggen van het verkeer bij opgehaalde brug
- dat het voorgestelde, nl. het verkleinen van de verhoogde stroken enkel voor voetgangers, geen ernstige ingreep betekent voor de aanvrager en geen enkele financiële impact heeft,
- dat het algemeen belang gediend is bij die zeer beperkte ingreep.
Omwille van hetgeen voorafgaat wordt de stemming gevraagd om over te gaan tot het opleggen van de volgende bindende voorwaarden door het CBS in de vergunning aan de Vlaamse Waterweg. De ingreep (nieuwe brug) is openbaar domein en sluit immers aan op het openbaar domein/patrimonium van de stad zodat dit een zaak is van de gemeenteraad.
Wij hopen dat de meerderheid, zoals aangekondigd tijdens de installatievergadering ook wil luisteren naar voorstellen van de oppositie en bewijst dat zij ‘goede bruggenbouwers’ zijn, en dit in het algemeen belang en in het kader van verkeersveiligheid.
Wij vragen de stemming en goedkeuring (per artikel) om volgende voorwaarden in de vergunning op te nemen
Artikel 1:
De verhoogde stroken voor voetgangers te beperken tot 1 meter links en rechts van de brug. Fietsers dienen gebruik te maken van de rijweg.
Artikel 2:
De rijweg te verbreden van 3 naar 5 meter zodat kruisend verkeer mogelijk is.
Artikel 3:
Landbouwvoertuigen moeten ten allen tijde en zonder tonnagebeperking gebruik kunnen maken van de brug, op een veilige manier en zonder hierdoor schade aan te brengen aan de infrastructuur en eigen materieel.
Artikel 4:
De parkeerzone maximaal te behouden en de groenzone in te richten met ‘laag’ groen om maximale zichtbaarheid in de bocht van 90° te garanderen.
Vraag om de beslissing van het CBS in te trekken en een aangepast advies te geven volgens de 4 voor gelegde voorstellen zoals nu ingediend.
Deprez verwijst naar adviezen die niet in het dossier werd gevraagd. Er werd daarom een administratieve lus gemaakt. Het dossier van de wegenis moet nog officieel gevraagd worden en zal op 29/4 aan de raad voorgelegd worden en dan zal het dossier ten gronde worden behandeld.
VDMaelen: in uw vraag stelt u om in de omgevingsvergunning voorwaarden op te nemen, maar er ligt hier geen vergunning voor en dus kan je zelfs geen voorwaarden stellen.
Hanssens
Enig artikel:
De gemeenteraad van Geraardsbergen verwerpt het voorstel.
Enig artikel:
De notulen van de gemeenteraad van 25 februari 2025 goed te keuren.
De voorzitter sluit de zitting op 25/03/2025 om 23:30.
Namens Gemeenteraad,
Veerle Alaert
Algemeen Directeur
Jimmy Colman Villamayor
Voorzitter gemeenteraad