Overwegende dat ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest stijgt vanaf het aanslagjaar 2018 van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen;
Overwegende dat het gewijzigde artikel 2.1.4.0.2, §2, tweede lid van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de gemeenten verplicht om hun gemeentelijke opcentiemen dientengevolge als volgt aan te passen: "Voor iedere gemeente van het Vlaamse Gewest mag het tarief, vermeld in artikel 2.1.4.0.1, op zichzelf de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen van het aanslagjaar waarin dit artikel in werking treedt niet verhogen ten opzichte van het vorig aanslagjaar”;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen over de nodige financiële middelen dient te beschikken om de haar opgelegde taken, vastgesteld in het meerjarenplan 2020-2025, naar behoren te kunnen vervullen;
Gelet op artikel 170 § 4 van de grondwet;
Gelet op artikel 464/1, 1° van het wetboek op de inkomstenbelastingen van 10 april 1992;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex inzake Fiscaliteit;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 december 2022 houdende vaststelling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2023 waarin het aantal opcentiemen werd vastgesteld op 981,62 opcentiemen;
Gelet op het budget opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 AR: 73000000-Opcentiemen onroerende voorheffing – BI 002000-Fiscale aangelegenheden,
Artikel 1:
Voor het aanslagjaar 2024, ten bate van het Lokaal Bestuur 981,62 opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing ten laste van de personen die in de stad belastbaar zijn.
Artikel 2:
De vestiging en de inning zal gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Artikel 3:
Een afschrift van deze beslissing, via het Loket voor Lokale besturen – module Toezicht, over te maken.