Gelet op de installatiezitting van 8 januari 2019 houdende de geldigverklaring van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018;
Gelet op de installatiezitting van 8 januari 2019 houdende de installatie van de gemeenteraadsleden en eedaflegging;
Gelet op de voordrachtakte van 20 december 2018 voor het mandaat van schepen waarin Martine Duwyn, de heer Stephan De Prez aanduidt als haar opvolger vanaf 1 januari 2022;
Overwegende dat de akte van voordracht ontvankelijk wordt verklaard en dat de voorgedragen kandidaat-schepen verkozen wordt verklaard;
Gelet op de geloofsbrieven onderzocht overeenkomstig artikels 6§3 van het decreet lokaal bestuur;
Overwegende dat Stephan De Prez sedert de geldigverklaring van de verkiezingen door de Raad voor Verkiezingsbetwistingen niet heeft opgehouden te voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en op het ogenblik nog steeds aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet;
Overwegende dat hij zich niet bevindt in een geval van onverenigbaarheid wegens bloed- of aanverwantschap in een verboden graad of wegens het uitoefenen van een ambt of mandaat;
Overwegende dat Stephan De Prez op verzoek van Rudy Frederic, voorzitter van de gemeenteraad, de volgende eed aflegt in handen van de burgemeester: 'Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen";
Overwegende dat de eedaflegging van de verkozen schepen als aanstelling in zijn functie geldt en betreffende het vervullen van deze formaliteit een afzonderlijke akte werd opgesteld;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 van het lokaal bestuur, artikelen 41, 42, 43, 44 en 49;
Enig artikel:
De geloofsbrieven van Stephan De Prez, geboren te Geraardsbergen op 12 november 1961, worden goedgekeurd.
Stephan De Prez wordt ter zitting uitgenodigd en legt in handen van de burgemeester de volgende eed af: 'Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen'. Stephan De Prez zal het ambt van schepen opnemen met ingang van 1 januari 2022.
Gelet op de voorgestelde GIS-samenwerkingsovereenkomst van de Provincie Oost-Vlaanderen;
Overwegende dat de Provincie Oost-Vlaanderen een POLIS-dienstverlening aanbiedt aangaande GIS; dat hiermee informatica-gerelateerde ondersteuning wordt geboden;
Overwegende dat de Provincie specifieke GIS-ondersteuning biedt om als Lokaal Bestuur te kunnen voldoen aan de wettelijke GIS-verplichtingen;
Overwegende dat de Provincie in onderling overleg met het Lokaal Bestuur het takenpakket van de ter beschikking gestelde medewerker bepaalt, de gepresteerde diensten evalueert en de opdrachten bijstuurt;
Overwegende dat de Provincie tegen betaling een GIS-coördinator ter beschikking stelt, à rato van 18 dagen per jaar; dat de Provincie voor specifieke opdrachten een GIS-medewerker ter beschikking kan stellen; dat het aantal beschikbare dagen voor de provinciale GIS-coördinator verhoudingsgewijs verminderd naargelang de inschakeling van een provinciale GIS-medewerker;
Overwegende dat de kostprijs voor een provinciale GIS-coördinator 490,25€ per dag bedraagt en dat de kostprijs voor een provinciale GIS-medewerker 329,97€ per dag bedraagt;
Overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst aanvangt op 1 januari 2022; minimaal 2 jaar duurt en daarna stilzwijgend kan verlengd worden;
Gelet op het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009;
Gelet op het Decreet betreffende de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen van 20 februari 2009;
Gelet op artikel 2, §2, van het Provinciedecreet van 09/12/2005;
Gelet dat er budget voorzien is op budgetsleutel AR 61399999 BI 060000;
Het voorstel inzake de samenwerkingsovereenkomst tussen het Lokaal Bestuur Geraardsbergen en de Provincie Oost-Vlaanderen, voor de minimale periode van 2 jaar, met aanvang op 1 januari 2022, als volgt goed te keuren:
Artikel 1:
1.1 De Provincie stelt tegen betaling aan de Organisatie een GIS-coördinator, hierna 'een werknemer' genoemd, ter beschikking à rato van 18 dagen per jaar.
1.2 Voor specifieke opdrachten kan een GIS-medewerker ter beschikking gesteld worden. Het aantal beschikbare dagen voor de GIS-coördinator wordt dan verhoudingsgewijs verminderd naargelang het aantal gebruikte GIS-medewerker dagen.
Artikel 2:
2.1 De Organisatie betaalt aan de Provincie de kosten die de ter beschikking met zich meebrengt.
2.2 De kostprijs voor de terbeschikkingstelling van een GIS-coördinator zoals vermeld onder 1.1 bedraagt op jaarbasis forfaitair € 8.824,43 (achtduizend achthonderdvierentwintig euro, drieënveertig eurocent). Dit komt neer op € 490,25 (vierhonderdnegentig euro, vijfentwintig eurocent) per dag. De Organisatie ontvangt hiertoe van de Provincie halfjaarlijks een kostennota à rato van de helft van de jaarlijkse kostprijs.
2.3 De kostprijs voor de terbeschikkingstelling van een GIS-medewerker zoals vermeld onder 1.2 bedraagt € 329,97 (driehonderdnegenentwintig euro, zevenennegentig eurocent) per dag. De kostprijs voor de GIS-coördinator wordt dan verhoudingsgewijs verminderd naargelang het aantal gebruikte GIS-medewerker dagen.
2.4 De kostprijs wordt vanaf 2022 jaarlijks op 1 januari aangepast in verhouding met de verhoging of de verlaging van de gezondheidsindex van de maand december van het voorgaande jaar overeenkomstig de formule "(kostprijs x index december van het voorgaande jaar) / index december 2020".
2.5 De Organisatie zorgt voor een degelijk uitgeruste werkplek voor de werknemer.
Artikel 3:
3.1 De Provincie en de Organisatie bepalen in onderling overleg het takenpakket van de werknemer, evalueren de gepresteerde diensten en sturen de opdrachten bij. De verantwoordelijken zijn voor de Organisatie Ingmar De Loor en voor de Provincie Mélanie Veeck bij POLIS.
3.2 De bepalingen van deze overeenkomst kunnen steeds worden gewijzigd en aangevuld op basis van de ervaringen die in de loop van het project worden opgedaan mits zowel de Provincie als de Organisatie daarmee instemmen.
Artikel 4:
4.1 Deze overeenkomst vangt aan op 1 januari 2022.
4.2 Mits afspraak is in december 2021 een beperkte voorafname van maximaal 3 ondersteuningsdagen mogelijk voor de meest dringende zaken.
4.3 De overeenkomst geldt voor een periode van twee jaar. Gedurende die periode kan de Organisatie de overeenkomst niet beëindigen.
4.4 Na afloop van die twee jaar wordt de overeenkomst stilzwijgend jaarlijks verlengd. Ze kan door de Organisatie en de Provincie worden opgezegd mits inachtneming van een vooropzeg van drie maanden voor 1 april of 1 oktober.
4.5 De Provincie kan de overeenkomst te allen tijde opschorten of beëindigen als de werknemer ontslag neemt of krijgt en er niet in vervanging kan worden voorzien.
4.6 Indien de Provincie de overeengekomen terbeschikkingstelling zoals vermeld onder Artikel 1 door overmacht niet tijdig kan verwezenlijken, wordt met de Organisatie een passende regeling uitgewerkt. Een geval van overmacht kan geenszins leiden tot een opschorting van deze overeenkomst door de Organisatie.
Artikel 5:
5.1 Voor de uitoefening van deze overeenkomst dient onder gegevens te worden begrepen alle informatie van de Organisatie, in welke vorm dan ook, die niet voor het publiek beschikbaar is (hierna ‘de Gegevens’). Wanneer de in eerste alinea bedoelde informatie doelbewust door de Organisatie in het publieke domein gebracht wordt, maakt deze niet langer deel uit van de Gegevens
5.2 De werknemer verbindt er zich toe:
- zich alleen toegang verschaffen tot de Gegevens die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de haar/hem toevertrouwde opdracht;
- de Gegevens waarvan hij kennis heeft genomen geheim houden overeenkomstig het Unierecht of het lidstatelijk recht, en alleen toevertrouwen aan anderen in de mate dat dit voor de uitvoering van zijn opdracht noodzakelijk is en op voorwaarde dat de natuurlijke of rechtspersoon aan wie deze Gegevens kenbaar worden gemaakt gemachtigd is er kennis van te nemen;
- in voorkomend geval, de toegangscodes of de wachtwoorden om zich toegang te verschaffen tot de Gegevens niet kenbaar te maken;
- in voorkomend geval, zijn wachtwoord dat toegang biedt tot de Gegevens regelmatig te wijzigen;
- indien blijkt dat hij niet over de noodzakelijke informatie beschikt voor de uitvoering van zijn opdracht dan zal hij in overleg met de Organisatie nagaan wat de nog ontbrekende informatie is.
De werknemer erkent:
- van de provincie alle informatie te hebben gekregen voor het uitvoeren van de aan hem toevertrouwde opdracht;
- dat hij werkt in overeenstemming met de geldende wetgeving inzake privacy en bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 5.3 Deze vertrouwelijkheidsplicht blijft ook na beëindiging van het contract tussen de organisatie en de Provincie voortbestaan, en ook na het verstrijken van het contract tussen de werknemer en de Provincie.
Gelet dat in het kader van het burgemeestersconvenant de klimaatgezonde regio Zuid-Oost-Vlaanderen inzet op het verduurzamen van transport en in de regio het autodelen wil stimuleren;
Gelet dat met de goedkeuring van het klimaatproject "Autodelen Zuid-Oost-Vlaanderen" er in twee fasen 28 elektrische deelwagens verspreid zijn over 15 steden en gemeenten;
Gelet op de vraag van Solva en het Regionetwerk Mobiliteit om deelvoertuigen in Zuid-Oost-Vlaanderen een parkeervergunning te geven voor de volledige regio van Klimaatgezond Zuid-Oost-Vlaanderen en dat voor alle bestaande autodeelsystemen;
Overwegende dat het noodzakelijk is hiertoe een erkenningsreglement voor autodeelorganisaties vast te stellen;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017,
Artikel 1:
Het reglement betreffende de erkenning voor autodeelorganisaties als volgt vast te stellen:
Artikel 1. Doel
Het Lokaal Bestuur Geraardsbergen wenst de erkenningsvoorwaarden en de erkenningsprocedure voor autodeelorganisaties te regelen.
Artikel 2. Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
Artikel 3. Doelgroep en toepassingsgebied
Dit reglement is van toepassing op alle autodeelorganisaties die actief zijn op het grondgebied van Geraardsbergen en die, in het kader van de lokale dienstverlening, wensen te beschikken over een erkenning.
Artikel 4. Erkenningsvoorwaarden
Om erkend te worden als autodeelorganisatie dient de organisatie het bewijs te leveren dat ze aan volgende voorwaarden voldoet:
Artikel 5. Verplichtingen erkende autodeelorganisatie
Een vereniging die erkend wordt, verbindt zich tot volgende afspraken:
Minimaal elke 3 jaar houdt ze een enquête bij de gebruikers in samenwerking met het Lokaal Bestuur Geraardsbergen. Het Lokaal Bestuur kan de resultaten van deze enquête opvragen en inkijken.
Ze maakt een jaarlijkse evaluatie op. In de maand januari levert ze een rapport aan het Lokaal Bestuur. Deze informatie bestaat uit (niet-limitatieve lijst):
Ze garandeert dat alle autodeelvoertuigen voldoende gedeeld worden en rapporteert aan het Lokaal Bestuur in de jaarlijkse evaluatie welke voertuigen onvoldoende gedeeld worden op basis van volgende criteria:
Het Lokaal Bestuur Geraardsbergen kan op elk moment bijkomende relevante informatie opvragen.
Artikel 6. Erkenningsprocedure
De aanvraag voor een erkenning wordt schriftelijk ingediend bij het Lokaal Bestuur Geraardsbergen. De autodeelorganisatie gebruikt hiervoor het aanvraagformulier “erkenning autodeelorganisatie”, voorzien op de website www.geraardsbergen.be en voegt daar de bewijsstukken nodig voor controle van de erkenningsvoorwaarden aan toe.
Het Lokaal Bestuur onderzoekt vervolgens de ingediende bewijsstukken en gaat na of de organisatie daadwerkelijk voldoet aan de gestelde erkenningsvoorwaarden. Indien er stukken ontbreken of onduidelijk zijn, zal aan de betrokken autodeelorganisatie bijkomende informatie worden opgevraagd.
De aanvraag tot erkenning wordt door gemeente in te vullen voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, dat beslist om de autodeelorganisatie al dan niet als dusdanig te erkennen. De betrokken autodeelorganisatie wordt uiterlijk 7 dagen na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing.
Artikel 7. Principes erkenning
Artikel 8. Controle
1. Het college van burgemeester en schepenen kan op elk moment beslissen de reeds toegekende erkenning in te trekken indien blijkt dat:
2. Geraardsbergen voorziet een jaarlijkse evaluatie van de autodeelorganisaties. Hiertoe is de autodeelorganisatie verplicht de nodige informatie zoals bepaald in art. 5 over te maken.
Indien tijdens de evaluatie wordt vastgesteld dat een autodeelorganisatie niet meer voldoet aan 1 of meer erkenningsvoorwaarden of de op haar rustende verplichtingen, kan de betrokken organisatie haar erkenningsdossier regulariseren.
Hiertoe dient de betrokken organisatie schriftelijk een regularisatiedossier in met acties waarmee de organisatie de tekortkomingen wenst weg te werken. Deze mogelijkheid wordt slechts eenmalig aangeboden per organisatie.
Deze aanvraag tot regularisatie dient te gebeuren binnen twee maanden na kennisgeving van de beslissing omtrent het niet vervullen van alle erkenningsvoorwaarden en/of de op haar rustende verbintenissen en dient gericht te worden aan College van Burgemeester en Schepenen, Weverijstraat 20 te 9500 Geraardsbergen.
Indien er geen aanvraag tot regularisatie wordt ingediend binnen de voormelde termijn kan met toepassing van art. 8.1 de reeds toegekende erkenning ingetrokken worden.
Artikel 9. Non-discriminatieclausule
De autodeelorganisatie verbindt er zich toe:
Wanneer de non-discriminatieclausule niet nageleefd wordt, kan het Lokaal Bestuur Geraardsbergen - rekening houdend met alle elementen - maatregelen nemen.
Artikel 10. Vrijstelling retributie parkeren
De voertuigen van elke erkende organisatie worden vrijgesteld van de retributie in de betaal- en blauwe zone.
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022.
Overwegende het verplichte winstoogmerk voor autonome gemeentebedrijven (AGB) om een volledige btw-aftrek te kunnen genieten;
Overwegende dat door corona er gedurende de periode van verplichte sluiting beperkte omzet was, terwijl de vaste kosten (verzekeringen, afschrijvingen …) gewoon verderlopen;
Overwegende dat na het hernemen van de activiteiten de omzet niet het niveau zal halen dat nodig is om winst te genereren en om de verliezen als gevolg van de sluiting te neutraliseren;
Overwegende dat de fiscus deze verliezen ziet als uitzonderlijk, betekent dit dat de AGB’s na de heropening niet verplicht zijn om de prijssubsidies sterk op te trekken teneinde het verlies aan omzet te compenseren;
Overwegende dat in het geval het AGB in 2021 verliezen lijdt als gevolg van de Corona-crisis, deze verliezen best weggewerkt worden door een uitzonderlijke ‘gewone’ werkingssubsidie (niet gerelateerd aan prestaties, en zonder toepassing van BTW) toe te kennen in het boekjaar;
Overwegende dat artikel 6 van de wet van 29 mei 2020 houdende "diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van COVID-19" (B.S., 11 juni 2020) voorziet dat de vergoedingen die door de gewesten, gemeenschappen, provincies of gemeenten worden toegekend voor de economische gevolgen van de coronacrisis, van inkomstenbelastingen zijn vrijgesteld (onder bepaalde voorwaarden) en het AGB dus ook geen vennootschapsbelasting zal moeten betalen op deze uitzonderlijke ‘gewone’ werkingssubsidie van de gemeente;
Overwegende het AGB Geraardsbergen vanwege de Stad Geraardsbergen prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht op toegang tot activiteiten van het cultureel centrum (tickets) te Geraardsbergen om dit winstoogmerk te realiseren;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 5 juli 2005 waarin de oprichting en de statuten van het AGB Geraardsbergen werden goedgekeurd;
Gelet op de statuten van het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 december 2019;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen de Stad Geraardsbergen en het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 december 2019;
Gelet op het prijssubsidiereglement vanwege de Stad Geraardsbergen voor het kalenderjaar 2021, goedgekeurd door de gemeenteraad van 15 december 2020;
Gelet op de Circulaire 2020/C/68 van 15 mei 2020;
Gelet op artikel 6 van de wet van 29 mei 2020 houdende "diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van COVID-19" van 11 juni 2020;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 241, 259 en 596;
De ontvangen prijssubsidie wordt geboekt op algemene rekening 70700000, beleidsitem 070100;
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt het addendum bij het prijssubsidiereglement 2021 ten voordele van het AGB Geraardsbergen, zoals vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, goed.
Artikel 2:
ADDENDUM PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT 2021 AGB GERAARDSBERGEN
Het Autonoom Gemeentebedrijf Geraardsbergen, afgekort AGB Geraardsbergen, heeft haar inkomsten en uitgaven voor het kalenderjaar 2021 opnieuw geraamd. Op basis van deze periodieke evaluatie heeft het AGB Geraardsbergen vastgesteld dat er van 1 januari 2021 tot en met 31 september 2021 voldoende inkomsten ontvangen zijn om economisch rendabel te zijn. Er wordt beslist om de factor op basis waarvan de waarde van de prijssubsidie berekend wordt op nul te zetten voor vierde kwartaal 2021.
Overwegende het voorstel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Geraardsbergen;
Overwegende dat het om economisch leefbaar te zijn nodig is dat het AGB Geraardsbergen vanwege de Stad Geraardsbergen prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor het recht op toegang tot activiteiten van het cultureel centrum (tickets) te Geraardsbergen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 5 juli 2005 waarin de oprichting en de statuten van het AGB Geraardsbergen werden goedgekeurd;
Gelet op de huidige statuten van het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 december 2019;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen de Stad Geraardsbergen en het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 december 2019;
Gelet op het prijssubsidiereglement vanwege de Stad Geraardsbergen, initieel goedgekeurd door de gemeenteraad van 15 december 2020;
Gelet op de beslissing tot het vaststellen van de prijssubsidiereglement door Raad van Bestuur AGB van 21 december 2021;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 241, 259 en 596;
De ontvangen prijssubsidie wordt geboekt op algemene rekening 70700000, beleidsitem 070100;
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement 2022, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het AGB Geraardsbergen, goed.
Artikel 2:
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT 2022 AGB GERAARDSBERGEN
Het Autonoom Gemeentebedrijf Geraardsbergen, afgekort AGB Geraardsbergen, heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2022. Op basis van deze ramingen heeft het AGB Geraardsbergen vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten uit het recht op toegang tot activiteiten van het cultureel centrum (tickets) minstens 777.195,78 EUR exclusief btw dienen te bedragen om economisch rendabel te zijn (t.o.v. inkomsten tickets voor 155.000,00 EUR).
Om economisch rendabel te zijn wenst het AGB Geraardsbergen vanaf heden de voorziene toegangsprijzen (inclusief btw) voor het recht op toegang tot activiteiten van het cultureel centrum (tickets) te vermenigvuldigen met een factor 6,01.
De Stad Geraardsbergen erkent dat het AGB Geraardsbergen, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief btw) voor het recht op toegang tot activiteiten van het cultureel centrum (tickets) dient te vermenigvuldigen met een factor 6,01 om economisch rendabel te zijn.
Rekening houdend met de sociale functie van de vrijetijdsinfrastructuur wenst de Stad Geraardsbergen dat er tijdens het kalenderjaar 2022 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van de bezoeker. De Stad Geraardsbergen wenst immers de toegangsprijzen te beperken opdat de vrijetijdsinfrastructuur toegankelijk is voor iedereen. De Stad Geraardsbergen verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 deze beperkte toegangsprijzen te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Stad Geraardsbergen voor het recht op toegang tot activiteiten van het cultureel centrum (tickets) bedraagt de prijs (inclusief btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 5,01.
De gesubsidieerde toegangsprijzen (inclusief btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het AGB Geraardsbergen. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de Stad Geraardsbergen deze steeds documenteren.
Het AGB Geraardsbergen moet op de 15de dag van elke maand aan de Stad Geraardsbergen een overzicht bezorgen van het recht op toegang tot activiteiten van het cultureel centrum (tickets) verleend tijdens de voorbije maand. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debetnota die het AGB Geraardsbergen uitreikt aan de Stad Geraardsbergen. De Stad Geraardsbergen dient deze debetnota te betalen aan het AGB Geraardsbergen binnen de 30 dagen na ontvangst.
Artikel 3:
Afschrift te bezorgen aan het AGB Geraardsbergen.
Artikel 4:
Afschrift te sturen aan de toezichthoudende overheid.
Overwegende het voorstel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Geraardsbergen;
Overwegende dat de transactiekredieten in de investeringsportefeuille 2022 worden geraamd op 828.450,00 EUR;
Overwegende dat de liquiditeitspositie van het AGB Geraardsbergen geen integrale en onmiddellijke financiering van de transactiekredieten toelaat; dat het aangewezen is dat de Stad Geraardsbergen ter financiering een lening toestaat aan het AGB Geraardsbergen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 5 juli 2005 waarin de oprichting en de statuten van het AGB Geraardsbergen werden goedgekeurd;
Gelet op de huidige statuten van het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 december 2019;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen de Stad Geraardsbergen en het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad 30 december 2019;
Overwegende dat Voorafgaande beslissing nr. 2010.047 dd. 30.03.2010 bevestigt dat het renteloze karakter van een lening die wordt verstrekt door een gemeente aan een AGB Geraardsbergen niet wordt aangemerkt als een verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel in hoofde van het AGB Geraardsbergen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 241, 259 en 596;
Gelet op de goedkeuring van de Raad van Bestuur van 21 december 2021;
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt volgende leningsovereenkomst goed:
LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGSPORTEFEUILLE 2022 AGB GERAARDSBERGEN
Tussen:
De STAD GERAARDSBERGEN, met zetel te 9500 GERAARDSBERGEN, Weverijstraat 20, hier vertegenwoordigd door:
- De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Rudy Frederic;
- De algemeen directeur, zijnde mevrouw Veerle Alaert;
Tot onderhavige overeenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de gemeenteraad van 21 december 2021, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht.
Overeenkomstig artikel 259 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF GERAARDSBERGEN, afgekort “AGB Geraardsbergen”, met zetel te 9500 GERAARDSBERGEN, Weverijstraat 20 en ondernemingsnummer 0879.188.796, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Guido De Padt,
Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Stad Geraardsbergen op 5 juli 2005;
De voorzitter van de raad van bestuur werd gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen door de raad van bestuur van 21 december 2021.
Overeenkomstig artikel 259 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,
hierna samen genoemd ‘de Partijen’,
wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:
Art. 1 – Voorwerp
De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.
Art. 2 – Hoofdsom
De Lener erkent aan de Uitlener de som van 828.450,00 EUR verschuldigd te zijn. Dit bedrag wordt evenwel aangepast aan het effectief opgenomen bedrag.
Art. 3 – Doel van de lening
De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de transactiekredieten van de investeringsportefeuille 2022 en de nieuwe investeringen.
Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.
Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.
Art. 4 – Duurtijd
Deze lening is toegestaan voor een termijn tot 31 december 2029.
Tussen de Partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.
Art. 5 - Vaststelling renteloosheid
Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.
Art. 6 – Terugbetaling
De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:
Hoofdsom |
828.450,00 |
||||
Aantal jaren |
8 |
||||
Rentevoet |
0% |
||||
Jaarnummer |
Vervaldag |
Aflossing |
Intrest |
Kapitaal |
Uitstaand saldo |
1 |
31/12/2022 |
103.556,25 |
0 |
103.556,25 |
724.893,75 |
2 |
31/12/2023 |
103.556,25 |
0 |
103.556,25 |
621.337,50 |
3 |
31/12/2024 |
103.556,25 |
0 |
103.556,25 |
517.781,25 |
4 |
31/12/2025 |
103.556,25 |
0 |
103.556,25 |
414.225,00 |
5 |
31/12/2026 |
103.556,25 |
0 |
103.556,25 |
310.668,75 |
6 |
31/12/2027 |
103.556,25 |
0 |
103.556,25 |
207.112,50 |
7 |
31/12/2028 |
103.556,25 |
0 |
103.556,25 |
103.556,25 |
8 |
31/12/2029 |
103.556,25 |
0 |
103.556,25 |
0,00 |
Afhankelijk van het bedrag dat effectief door de Lener wordt opgenomen, wordt de definitieve aflossingstabel opgesteld. De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.
De aflossingen zijn op de vervaldag betaalbaar op rekening BE80 0910 0028 6177 (GKCCBEBB) van de Uitlener.
Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling
Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen 1%, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.
Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.
Art. 8 – Opeisbaarheid
Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:
de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;
de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na aanmaning per aangetekend schrijven of een langere termijn in de aanmaning genoemd, zich in regel te stellen.
Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.
Art. 9 - Wijzigingen
Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.
Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid
Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.
Art. 11 - Toepasselijk recht
Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.
Art. 12 – Splitsbaarheid
De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.
Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen de Partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.
Evenzo zullen de Partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.
Artikel 2:
Afschrift te bezorgen aan het AGB Geraardsbergen.
Artikel 3:
Afschrift van deze beslissing te bezorgen aan de toezichthoudende overheid.
Gelet op de beslissing van de raad van bestuur AGB van 16 november 2016 houdende principieel akkoord dat de stad Geraardsbergen het dossier sporthal zal overnemen en optreden als opdrachtgevend bestuur voor de bouw van een nieuwe sporthal en de exploitatie middels een erfpacht aan het autonoom Gemeentebedrijf van de stad over te dragen op latere termijn;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 14 februari 2017 om na de voltooiing van de bouwwerken de nieuwe sporthal 'De Veldmuis' middels een erfpacht voor 99 jaar aan het AGB Geraardsbergen over te dragen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 14 februari 2017 om het college van burgemeester en schepenen te machtigen tot samenstelling van het erfpachtdossier en aanstellen van de notaris;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2017 om
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 februari 2018 waarbij Notaris De Man aangesteld werd om het dossier samen te stellen voor het verkrijgen van een recht van opstal voor een periode van 50 jaar van de Kerkfabriek Sint-Macharius Nederboelare, in functie van de uitbreiding van de sporthal De Veldmuis;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 13 november 2018 houdende goedkeuring van de akte en het volledige dossier inzake recht van opstal ten voordele van de stad op grond van de kerkfabriek Sint-Macharius Nederboelare in functie van uitbreiding van sporthal De Veldmuis;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 08 maart 2021 waarbij notaris Vanden Eycken Yves aangesteld werd om de akte te verlijden voor 27 juni 2021 voor de overdracht van De Veldmuis via erfpacht aan het AGB Geraardsbergen;
Overwegende de sporthal de Veldmuis als nieuw beschouwd wordt tot en met 31 december van het tweede jaar dat volgt op het jaar van de eerste ingebruikname. Aangezien de sporthal in gebruik is genomen op 1 januari 2019 wordt ze als nieuw beschouwd wanneer de akte verleden wordt voor 31 december 2021;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2021 waarbij de uiterste datum van verlijden van de akte bijgesteld werd naar 31 december 2021;
Gelet op het advies van GD&A die stelt dat de erfpacht beter ingesteld wordt op 99 jaar in plaats van 50 jaar omdat dit een fiscaal voordeel biedt aan het lokaal bestuur Geraardsbergen;
Overwegende dat daarbij de maximumtermijn onderscheiden wordt volgens het erfpachtrecht en de afschrijvingstermijn voor onroerende goederen, respectievelijk 99 jaar en 33 jaar.
Gelet dat of een onroerend goed in erfpacht al dan niet afgeschreven wordt, is afhankelijk van de wedersamenstelling van het kapitaal (som terugbetaalde tranches ten opzichte van de initiële investeringswaarde):
- Bij 100% wedersamenstelling van het kapitaal, wordt het onroerend goed geactiveerd en afgeschreven.
- Bij een wedersamenstelling van 97,5% van het kapitaal, beschouwt men de erfpacht in hoofde van het AGB als een operationele lease en wordt deze als een jaarlijkse kost opgenomen in de resultatenrekening. Het onroerend goed wordt niet geactiveerd en dus ook niet afgeschreven. De jaarlijkse vergoeding wordt geboekt als een huurkost;
en dat vanaf 97,5% de administratie een volledige aftrek van de BTW aanvaardt, geheven op de oprichtingskosten of de aankoopprijs van het gebouw als de prijs minstens 97,5% bedraagt van de oprichtingsprijs van het gebouw in volle eigendom indien het recht is gevestigd voor 10 jaar of langer;
Overwegende dat bij de keuze voor een operationele lease de termijn van de erfpacht gespreid worden over een langere termijn dan de afschrijvingstermijn van 33 jaar met een maximum van 99 jaar, wat betekent dat de jaarlijkse canon lager zal zijn, wat tevens een positief effect heeft op de financiering via prijssubsidies van de stad aan het AGB. Er dient immers 1/99e kost gefinancierd te worden i.p.v. 1/33e afschrijving;
Gelet op de intentieverklaring van 19 november 2021, ons via mail bezorgd op 22 november 2021, van de kerkfabriek Sint-Macharius Overboelare waarbij ze toestemming verleent aan het Stadsbestuur Geraardsbergen tot vestiging van de erfpacht tussen de stad en het AGB voor het perceel waarop in 2019 een opstalrecht is verleend en toestemming tot verlenging van het opstalrecht van 50 naar 99 jaar, welke financiële opportuniteiten genereert voor de stad. Dit zal vastgelegd worden in een notariële akte tussen de stad en de kerkfabriek Sint-Macharius en voorgelegd worden op de gemeenteraad;
Overwegende dat de ontwerp van akte voor de erfpacht Sporthal De Veldmuis vooraf op de gemeenteraad en raad van bestuur dient goedgekeurd te worden;
Gelet op de beslissing van de raad van bestuur AGB van 16 november 2016;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 14 februari 2017;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 december 2017;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 februari 2018;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 13 november 2018;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 08 maart 2021;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 juni 2021;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur;
Artikel 1:
Goedkeuren van de ontwerpakte voor de overdracht van Sporthal De Veldmuis via erfpacht van 99 jaar aan het AGB Geraardsbergen.
Artikel 2:
Kennisname van het principieel akkoord van kerkfabriek Sint-Macharius tot verlenging van het recht van opstal van 50 naar 99 jaar.
Artikel 3:
Afschrift van dit besluit aan het Autonoom Gemeentebedrijf Geraardsbergen en de Kerkfabriek Macharius Nederboelare te bezorgen.
Overwegende het verplichte winstoogmerk voor autonome gemeentebedrijven (AGB) om een volledige btw-aftrek te kunnen genieten;
Overwegende dat door corona er gedurende de periode van verplichte sluiting beperkte omzet was, terwijl de vaste kosten (verzekeringen, afschrijvingen …) gewoon verderlopen;
Overwegende dat na het hernemen van de activiteiten de omzet niet het niveau zal halen dat nodig is om winst te genereren en om de verliezen als gevolg van de sluiting te neutraliseren;
Overwegende dat de fiscus deze verliezen ziet als uitzonderlijk betekent dit dat de AGB’s na de heropening NIET verplicht zijn om de prijssubsidies sterk op te trekken teneinde het verlies aan omzet te compenseren;
Overwegende dat art. 6 van de wet van 29 mei 2020 houdende “diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van COVID-19 voorziet dat vergoedingen door gemeenten, toegekend voor de economische gevolgen van de coronacrisis, van inkomstenbelasting vrijgesteld zijn en het AGB dus geen vennootschapsbelasting verschuldigd is op deze vergoeding;
Overwegende dat deze vergoeding wordt verleend om aan de rechtstreekse of onrechtstreekse economische of sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie het hoofd te bieden;
Overwegende dat een berekening gemaakt werd voor het AGB Geraardsbergen, waarbij de verliezen ten gevolge van de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus tijdens de periode van 01/01/2021 t.e.m. 30/09/2021 worden geraamd op 244.690,84 euro;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 5 juli 2005 waarin de oprichting en de statuten van het AGB Geraardsbergen werden goedgekeurd;
Gelet op de statuten van het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 december 2020;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen de Stad Geraardsbergen en het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 december 2019;
Gelet op artikel 6 van de wet van 29 mei 2020 houdende ‘diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van COVID-19 pandemie;
Gelet op de wet van 20 december 2020 over de verlenging van de diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie, en meer in het bijzonder
artikel 7;
Gelet op de Circulaire 2020/C/68 van 15 mei 2020;
Gelet op de Circulaire 2021/C/57 van 11 juni 2021;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 40, 43 en 252;
Overwegende dat bij de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 de volgende kredieten voorzien werden bij stad en het AGB Geraardsbergen:
Uitbetaling stad: op algemene rekening 64920000, beleidsitem 070100;
Ontvangst AGB: op algemene rekening 74010000, beleidsitem 001000;
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt de toekenning van een coronatoelage aan het AGB Geraardsbergen als tussenkomst in de geschatte verliezen van het AGB gedurende de periode 01/01/2021 - 30/09/2021 ten gevolge van de maatregelen ter bestrijding van het Coronavirus voor een bedrag van 244.690,84 goed.
Artikel 2:
Kennis van dit besluit te geven aan de financieel directeur.
Gelet op het voorliggend ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Geraardsbergen;
Gelet op de vaststelling van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 door de raad van bestuur van het AGB Geraardsbergen van 21 december 2021;
Gelet op de politiebegroting 2022 van de politiezone Geraardsbergen-Lierde vastgesteld door de politieraad in zitting van 14 december 2021;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, meer bepaald artikel 71;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3, houdende de vaststelling van de gemeentelijke reglementen;
Gelet op het budget AR 64900300 - Toegestane werkingssubsidies en toelagen aan overheidsinstellingen en BI 040000 - Politiediensten,
Artikel 1:
De dotatie 2022 van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen in de politiezone Geraardsbergen-Lierde ten bedrage van 4.188.028 euro exploitatietoelage en van 345.827 euro investeringstoelage vast te stellen.
Artikel 2:
Dit bedrag op te nemen in het Meerjarenplan van 2020-2025 van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen.
Artikel 3:
Afschrift van deze beslissing aan de toezichthoudende overheid toe te sturen.
Overwegende dat de brandweerdienst Geraardsbergen werd ingedeeld in de Hulpverleningszonen Zuid-Oost;
Gelet op de beslissing van de zoneraad Zuid-Oost van 26 november 2021 betreffende het budget 2022 waarbij de gemeentelijke dotaties van de aangesloten gemeenten voor het dienstjaar 2022 werden vastgesteld;
Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 38 en artikel 134;
Gelet op het koninklijk besluit van 02 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones, artikel 8, 6°;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3, houdende de vaststelling van de gemeentelijke reglementen;
Gelet op het budget AR 64900000 - exploitatietoelage en AR 66400000 - investeringstoelage op BI 041000 - Brandweer,
Artikel 1:
De dotatie 2022 van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen aan de hulpverleningszone Zuid-Oost als volgt goed te keuren:
Exploitatieuitgaven (gewone dienst): 1.393.292,93 euro
Investeringsuitgaven (buitengewone dienst): 587.427,98 euro
Artikel 2:
Afschrift van deze beslissing te sturen aan de toezichthoudende overheid en de Voorzitter van de hulpverleningszone Zuid-Oost, mevrouw De Jonge Tania, Centrumlaan 100 te 9400 Ninove.
Gelet op de voorstellen tot wijziging van het budget voor het dienstjaar 2021 van de kerkfabrieken Sint-Macharius Nederboelare, Sint-Martinus Onkerzele, Sint-Pietersbanden Ophasselt en Sint-Aldegonde Overboelare;
Overwegende dat deze budgetwijzigingen geen resultaatwijziging tot gevolg hebben;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, meer bepaald artikelen 41 tot en met 50;
Gelet op artikel 34 en 41 van het decreet lokaal bestuur;
De exploitatiebudgetten worden in het meerjarenplan 2020-2025 van stad Geraardsbergen geregistreerd op algemeen rekeningnummer 64910000 en beleidsitem 079000.
De investeringsbudgetten worden in het meerjarenplan 2020-2025 van stad Geraardsbergen geregistreerd op algemeen rekeningnummer 66410000 en beleidsitem 079000.
Artikel 1:
Kennis te nemen van de budgetwijziging van de kerkfabrieken Sint-Macharius Nederboelare, Sint-Martinus Onkerzele, Sint-Pietersbanden Ophasselt en Sint-Aldegonde Overboelare.
Artikel 2:
Afschrift van deze beslissing te sturen aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek, de financieel directeur en de provinciegouverneur.
Gelet op de ingediende budgetten 2022 van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken: Sint Bartholomeus Geraardsbergen, Sint-Bavo Goeferdinge, Onze-Lieve-Vrouw Grimminge, Sint-Pietersbanden Idegem, Onze-Lieve-Vrouw Geboorte Moerbeke, Sint-Macharius Nederboelare, Sint-Jan Baptist Nieuwenhove, Sint-Martinus Onkerzele, Sint-Pietersbanden Ophasselt, Sint Aldegonde Overboelare, Sint-Amandus Schendelbeke, Sint-Mattheüs Smeerebbe-Vloerzegem, Sint-Amandus Viane, Sint-Amandus Waarbeke, O.-L.-Vrouw Zandbergen, O. L. Vrouw Zarlardinge;
Overwegende dat deze budgetten voorzien zijn in de meerjarenplanning van stad Geraardsbergen;
Gelet op artikel 41 tot en met 44 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst en ter uitvoering van artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten;
De exploitatiebudgetten worden in het meerjarenplan van stad Geraardsbergen geregistreerd op algemeen rekeningnummer 6491000 en beleidsitem 079000.
De investeringsbudgetten worden in het meerjarenplan van stad Geraardsbergen geregistreerd op algemeen rekeningnummer 66410000 en beleidsitem 079000.
Artikel 1:
De ingediende budgetten 2022 van de Rooms-Katholieke kerkfabrieken goed te keuren.
Artikel 2:
Afschrift van deze beslissing te sturen aan het centraal kerkbestuur, de financieel directeur en de provinciegouverneur.
Overwegende dat de windprojectenontwikkelaar Storm Zefier aanbiedt om een participatie te nemen van 20% in Storm Geraardsbergen nv;
Overwegende dat het totale investeringsbedrag wordt geraamd op 6.635.682,00 euro;
Overwegende dat hiervoor aan de stad Geraardsbergen gevraagd wordt om Zefier te verzoeken voor rekening van de stad hierin 20% te participeren;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald artikel 41;
Gelet op de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, artikel 180;
Gelet op het feit dat de stad vennoot is van de cvba Zefier;
Gelet op de statuten van de cvba Zefier inzonderheid de artikelen 8, 12 en 13;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 10 september 2019 met betrekking tot de garantieverklaring voor dat deel van de financieringen dat de cvba Zefier zal aangaan of heeft aangegaan op het verzoek van de stad;
Gelet op de brief van 22 oktober 2021 van de cvba Zefier;
Gelet op de toelichtende nota en de PowerPoint presentatie als bijlagen bij voormelde brief;
Financiële inbreng van de stad: Voor de oprichting van de nieuwe rekeningsector Storm Geraardsbergen binnen Zefier is een minimum aan kapitaal noodzakelijk. De aandelen Zefier van de nieuwe rekeningsector Storm Geraardsbergen vertegenwoordigen de rechten op de resultaten van die rekeningsector. De totale investering bedraagt (maximaal): 700.000,00 euro. Na de inbreng door de stad van 25,00 euro kapitaal bedraagt het door Zefier via schulden te financieren bedrag (maximaal) 699.975,00 euro. Er is dus, op 25,00 euro na, geen enkele budgettaire uitgavenimpact voor de stad.
Voorziene kredieten bij de aanpassing meerjarenplan 2021/2:
AR 28400000 BI 064000 - IP AANDELEN - subproject ZEFIER - 25,00 euro in 2021.
Artikel 1:
Verzoekt de cvba Zefier in naam en voor rekening van de stad Geraardsbergen het investeringsbedrag te onderschrijven zoals dat blijkt uit het investeringsvoorstel van Zefier m.b.t. het windenergieproject Storm Geraardsbergen, m.n. maximaal 700.000,00 euro;
Artikel 2:
Besluit deze investering deels te financieren door middel van het volstorten van 25,00 euro kapitaal in de nieuwe door de cvba Zefier op te richten rekeningsector J (Storm Geraardsbergen);
Artikel 3:
Verzoekt de cvba Zefier om het saldo t.b.v. maximaal 699.975,00 euro voor rekening van de stad Geraardsbergen te financieren door middel van vreemd vermogensfinanciering aangegaan door Zefier, in het kader waarvan de stad voor de goede orde en voor zoveel als nodig bevestigt dat de stad, onverminderd het gemeenteraadsbesluit van 10 september 2019, de financiering die Zefier in haar naam en voor haar rekening zal aangaan uitdrukkelijk waarborgt in overeenstemming met artikel 13 van de statuten;
Artikel 4:
Het Lokaal Bestuur Geraardsbergen zich engageert om de mogelijkse opbrengsten ten goede te laten komen aan klimaatdoelen.
Overwegende dat ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest vanaf het aanslagjaar 2018 stijgt van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen;
Overwegende dat het gewijzigde artikel 2.1.4.0.2, §2, tweede lid van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de gemeenten verplicht om hun gemeentelijke opcentiemen dientengevolge als volgt aan te passen: “Voor iedere gemeente van het Vlaamse Gewest mag het tarief, vermeld in artikel 2.1.4.0.1, op zichzelf de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen van het aanslagjaar waarin dit artikel in werking treedt niet verhogen ten opzichte van het vorig aanslagjaar”;
Overwegende dat het lokaal bestuur Geraardsbergen over de nodige financiële middelen dient te beschikken om de haar opgelegde taken naar behoren te kunnen vervullen;
Gelet op artikel 170 § 4 van de grondwet;
Gelet op artikel 464/1,1° van het wetboek op de inkomstenbelastingen van 10 april 1992;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex inzake Fiscaliteit;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 15 december 2020 houdende vaststelling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2021 waarin het aantal opcentiemen werd vastgesteld op 981,62 opcentiemen;
Overwegende dat de ontvangst voorzien is in het exploitatiebudget BI 002000 – Fiscale aangelegenheden – AR: 73000000-Opcentiemen op de onroerende voorheffing,
Artikel 1:
Voor het aanslagjaar 2022, ten bate van het lokaal bestuur 981,62 opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing ten laste van de personen die in de stad belastbaar zijn.
Artikel 2:
De vestiging en de inning zal gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Artikel 3:
Een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving aan de heer provinciegouverneur te sturen en te melden via het Loket voor Lokale besturen (module Toezicht) aan het Agentschap van de Vlaamse Belastingdienst.
Overwegende dat ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest vanaf het aanslagjaar 2018 stijgt van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen;
Overwegende dat het gewijzigde artikel 2.1.4.0.2, §2, tweede lid van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de gemeenten verplicht om hun gemeentelijke opcentiemen dientengevolge als volgt aan te passen: “Voor iedere gemeente van het Vlaamse Gewest mag het tarief, vermeld in artikel 2.1.4.0.1, op zichzelf de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen van het aanslagjaar waarin dit artikel in werking treedt niet verhogen ten opzichte van het vorig aanslagjaar”;
Overwegende dat het aangewezen is aan bepaalde bedrijven een teruggave te verlenen van de opcentiemen op de onroerende voorheffing;
Gelet op de email van het Agentschap Binnenlands Bestuur waarin wordt aanbevolen om de teruggave van de opcentiemen aan bepaalde bedrijven op te nemen in een afzonderlijk besluit;
Gelet op artikel 170 § 4 van de grondwet;
Gelet op artikel 464,1, 1° van het wetboek op de inkomstenbelastingen van 10 april 1992;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex inzake Fiscaliteit;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2021 houdende vaststelling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2022 waarin het aantal opcentiemen wordt vastgesteld op 981,62 opcentiemen en waarbij aan bedrijven gedurende 5 jaar teruggave kan verleend worden van de gemeentelijke opcentiemen;
Overwegende dat de ontvangst voorzien is in het exploitatiebudget BI 002000 – Fiscale aangelegenheden – AR: 73000000-Opcentiemen op de onroerende voorheffing,
Artikel 1:
Voor het aanslagjaar 2022 zal:
1.1. Aan de nieuwe bedrijven kan gedurende vijf jaar teruggave verleend worden van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing, op voorwaarde dat de betrokken bedrijven tot uiterlijk twee maanden na de verzending van het betrokken aanslagbiljet een daartoe strekkende verzoek tot belastingteruggave indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de stad en de nodige bewijsstukken voorleggen.
Van deze teruggave kunnen niet genieten:
1.2. Aan bedrijven, die uitbreiding hebben genomen met als gevolg een vermeerdering van het kadastraal inkomen der bedrijfsgebouwen en bedrijfsterreinen wordt, met betrekking tot en met uitbreiding verband houdend kadastraal inkomen, eveneens gedurende vijf jaren teruggave te verlenen van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing, onder de volgende voorwaarden:
1.3. Van de in dit artikel bedoelde teruggave van belasting zijn uitgesloten de bedrijven waarvan de uitbreiding enkel het gevolg is van inbreng of opslorping van de in het lokaal bestuur bestaande bedrijven.
1.4. De bovenstaande vijfjarige periode neemt een aanvang op 1 januari van het jaar volgend op de ingebruikneming of de uitbreiding van de bedrijven.
Artikel 2:
Een afschrift van deze beslissing ter kennisgeving aan de heer provinciegouverneur te sturen en te melden via het Loket voor Lokale besturen (module Toezicht) aan het Agentschap van de Vlaamse Belastingdienst.
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 15 december 2020 houdende vaststelling van de aanvullende gemeentebelasting in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2021;
Overwegende dat het bestuur in het Meerjarenplan 2020-2025 heeft voorgesteld om in de loop van deze legislatuur prioritair de aanvullende belasting op de personenbelasting terug te schroeven naar het Vlaams gemiddelde;
Overwegende dat in 2017, 2018 en 2019 en vermindering van 10% werd ingevoerd; dat ons bestuur opteert om het niveau van 2017, 2018, 2019, 2020 en 2021 aan te houden;
Gelet op de artikelen 465 tot en met 470 bis van het wetboek van de Inkomstenbelasting;
Gelet op artikel 40 §3 eerste lid en artikel 369 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het budget AR 73010000 - Aanvullende belasting op de personenbelasting en BI 002000 - Fiscale aangelegenheden,
Artikel 1:
Voor het aanslagjaar 2022 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2:
De belasting wordt vastgesteld op 7,8% van het overeenkomstig artikel 466 van het wetboek van de inkomstenbelasting 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3:
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelasting.
Artikel 4:
Afschrift van deze beslissing wordt naar de toezichthoudende overheid en aangetekend naar FOD Financiën gestuurd.
Overwegende dat het Lokaal Bestuur ter ondersteuning gemeentelijke infrastructuur, materiaal en materieel ter beschikking stelt aan de verenigingen, organisaties en de inwoners;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 april 2021 houdende het ondersteuningsplan, welzijn en ontspanning; Retributiereglement op het gebruik van gebouwen en het gebruik van materiaal en materieel van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3, houdende de vaststelling van de gemeentelijke reglementen;
Gelet op het budget AR 70100000 verhuur lokalen, gebouwen en gronden en BI 011907 patrimoniumbeheer en op het budget AR 70199999 verhuur diverse roerende goederen en BI 071900 overige evenementen;
Artikel 1:
Het retributiereglement van 27 april 2021 op het gebruik van gebouwen en het gebruik materiaal en materieel van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen op te heffen.
Artikel 2:
Met ingang van 01 januari 2022 tot 31 december 2025 het retributiereglement op het gebruik van gebouwen en het gebruik van materiaal en materieel van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen als volgt vast te stellen.
Artikel 1:
Hoofdstuk 1 : gebruik van gebouwen
Er wordt een retributie geheven op het gebruik van buurthuizen, zalen en lokalen van de stad Geraardsbergen.
De retributie is verschuldigd bij de reservatie van het lokaal.
De aanvraag gebeurt voorafgaandelijk en enkel via het aanvraagformulier op de website van de stad en wordt verstuurd naar evenementen@geraardsbergen.be
Elke aanvraag wordt in chronologische volgorde behandeld.
Reserveren kan vanaf maximaal één jaar voor de activiteit voor categorie A. Zij krijgen de kans te reserveren tot 6 maanden voor de gewenste reservatiedatum. Wanneer op dat ogenblik nog een zaal beschikbaar is, kunnen ook de categorieën B en C een reservatie indienen.
Categorieën :
De gebruikers worden onderverdeeld in 3 categorieën, waarvoor een verschillend gebruiksrecht toepasselijk is.
Categorie tarief A
- Geraardsbergse verenigingen die aangesloten zijn bij erkende adviesraden van de stad Geraardsbergen
- Geraardsbergse scholen.
Categorie tarief B
- Geraardsbergse verenigingen die niet aangesloten zijn bij erkende adviesraden van de stad
- Privé-personen woonachtig of rechtspersonen met zetel te Geraardsbergen.
Categorie tarief C
- verenigingen van buiten de stad Geraardsbergen
Soorten activiteit :
De activiteiten worden onderverdeeld in 3 categorieën waarvoor een verschillend gebruiksrecht toepasselijk is :
De aanvragen worden behandeld volgens chronologische volgorde van aanvraag en daarna volgens activiteit, waarbij activiteit 1 (A1) voorrang heeft op activiteit 2 ( A2 ) en activiteit 3 ( A3 ), en waarbij activiteit 2 ( A2 ) voorrang heeft op activiteit 3 ( A3 )
Activiteit 1 ( A1 ) :
- vergaderingen, bijeenkomsten,
- activiteiten eigen aan de vereniging ( kookavond, knutselnamiddag, kaarten …)
Activiteit 2 ( A2 ) :
- feesten binnen de vereniging ( jaarlijks souper, kerstdiner, … )
- debatavonden, tentoonstellingen, beurzen… waarbij geen inkomgelden gevraagd worden.
Activiteit 3 ( A3 ) :
- commerciële activiteiten : eetfestijnen, fuiven, beurzen
- privé feesten
Vrijstellingen :
Zijn niet onderworpen aan deze retributie :
- Stad en OCMW Geraardsbergen en de ermee aanverwante organisaties zoals de adviesraden
- Autonoom Gemeentebedrijf Geraardsbergen
- Politiezone Geraardsbergen-Lierde
- Erkende dorpsraden en de bewoners- en buurtplatforms
- Comités die officiële kermisactiviteiten organiseren
- Alle organisaties in samenwerking met de stad mits voorafgaande goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen
Tarieven :
Er wordt een zomertarief en een wintertarief gehanteerd.
Het zomertarief geldt van 01 april tot 30 september, het wintertarief geldt van 01 oktober tot 31 maart.
Alle hierna aangegeven tarieven gelden voor de gebruikers van Categorie A.
Voor de gebruikers van categorie B worden deze tarieven vermenigvuldigd met 2
Voor de gebruikers van categorie C worden deze tarieven vermenigvuldigd met 3.
De stad stelt volgende zalen en lokalen ter beschikking aan de volgende retributie:
BUURTHUIS SCHENDELBEKE
Adres:
Dagmoedstraat 14
9506 Schendelbeke
Afmetingen en beschrijving :
- grote zaal met keuken – beneden rechts: 18,20 m x 7,80 m
- kleine zaal – beneden links : 8,80 m x 5,70 m
- klein vergaderlokaal - eerste verdiep : 3,90 m x 3,00m
Tarieven:
Zaal of lokaal | Zomer | Winter | ||||
Per dagdeel | Per dag | Per weekend | Per dagdeel | Per dag | Per weekend | |
Grote zaal met keuken – beneden rechts | A1 : 20€ A2 : 30€ A3 : 40€ |
A1 : 40€ A2 : 50€ A3 : 60€ |
A1 : 75€ A2 : 85€ A3 : 95€ |
A1 : 25€ A2 : 35€ A3 : 45€ |
A1 : 50€ A2 : 60€ A3 : 70€ |
A1 : 90 € A2 : 100€ A3 : 110€ |
Kleine zaal – beneden links | A1 : 15€ A2 : 25€ A3 : 35€ |
A1 : 25€ A2 : 35€ A3 : 45€ |
A1 : 40€ A2 : 50€ A3 : 60€ |
A1 : 20€ A2 : 30€ A3 : 40€ |
A1 : 30€ A2 : 40€ A3 : 50€ |
A1 : 50€ A2 : 60€ A3 : 70€ |
A1 : 100 € - A2 : 150 € - A3 : 200 €
Waarborg : ( voor alle verhuringen )
Zalen of lokalen verhuurd op jaarbasis
- lokaal – eerste verdieping links –rechteringang : 8,00 m x 8,60 m
600 euro /jaar
- lokaal – eerste verdieping rechts - rechteringang : 6,00m x 8,60 m
600 euro /jaar
- klein vergaderlokaal – tweede verdieping : 3,00m x 5,50 m
300 euro /jaar
- klein vergaderlokaal – eerste verdieping : 3,00m x 3,90m
240 euro /jaar
BUURTHUIS NIEUWENHOVE
Adres:
Nieuwenhovestraat 31
9506 Nieuwenhove
Afmetingen en beschrijving :
- zaal met bar en keuken– beneden : 11,20 m x 10,25 m
- lokaal 2 - eerste verdiep : 4,50 m x 5,55 m
- lokaal 4- eerste verdiep : 4,40 m x 2,95 m
Zaal of lokaal |
Zomer | Winter | Waar- borg |
||||
Per dagdeel | Per dag | Weekend | Per dagdeel | Per dag | Per weekend | ||
zaal met bar en keuken – beneden |
A1 : 20 € A2 : 30 € A3 : 40 € |
A1 : 40€ A2 : 50€ A3 : 60 € |
A1 : 75 € A2 : 85 € A3 : 95 € |
A1 : 25 € A2 : 35 € A3 : 45 € |
A1 : 50€ A2 : 60€ A3 : 70€ |
A1 : 90 € A2 :100 € A3: 110 € |
100 € |
lokaal 2 - eerste verdiep | 10 € | 20 € | 35 € | 15 € | 25 € | 45 € | |
lokaal 4 - eerste verdiep | 10 € | 20 € | 35 € | 15 € | 25 € | 45 € |
Waarborg :
Zaal met bar en keuken : A1 :100 € A2 :150 € A3 : 200 €
Lokaal 2 en 4 op eerste verdiep : 100 €
Zalen of lokalen op jaarbasis
- lokaal 1– eerste verdieping : 4,50 m x 4,50 m
600 € /jaar
- lokaal 3 – eerste verdieping : 4,40 m x 4,50 m
600 € /jaar
BUURTHUIS MOERBEKE
Adres:
Edingseweg 202
9500 Moerbeke
Afmetingen en beschrijving :
- lokaal – beneden links : 3,50 m x 7,00 m
Tarieven
Zaal of lokaal | Zomer - per |
Winter |
Waar-borg |
||||
dagdeel |
dag |
Weekend |
Per dagdeel |
Per dag |
Per weekend |
||
lokaal – beneden links |
10 € |
20 € |
35 € |
15 € |
25 € |
45 € |
100 € |
Waarborg :
100 euro
Zalen of lokalen op jaarbasis
- groot lokaal achteraan : 7,70 m x 11,50 m
600 euro /jaar
- lokaal boven : 3,50 m x 7,00 m
300 euro /jaar
BUURTHUIS IDEGEM
Adres:
Bareelstraat 13
9506 Idegem
Tarieven zalen of lokalen op jaarbasis
- zaal links : 8 m x 7m + berging 2 m x 3 m
600 euro /jaar
- zaal midden : 8m x 7 m
opslagruimte midden: 5,50 m x 2,3 m
600 euro /jaar
- zaal rechts : 8m x 7 m
opslagruimte rechts : 10 m x 3 m
600 euro /jaar
OUD POSTGEBOUW IDEGEM
Adres:
Bareelstraat
9506 Idegem
Tarieven zalen of lokalen op jaarbasis
- Volledig gebouw : 600 euro /jaar
BUURTHUIS OPHASSELT
Adres:
Hasseltstraat 17
9500 Ophasselt
Tarieven zalen of lokalen op jaarbasis
- lokaal links : 7 m x 9m
600 euro /jaar
Zaal of lokaal |
Zomer |
Winter |
Waarborg |
||||
Per dagdeel |
Per dag |
Weekend |
Per dagdeel |
Per dag |
Per weekend |
||
Lokaal rechts |
A1 :20 € A2: 30 € A3 :40 € |
A1 : 40€ A2 : 50€ A3 : 60€ |
A1 : 75€ A2 : 85 € A3 : 95 € |
A1 : 25 € A2 : 35 € A3 : 45 € |
A1: 50€ A2 : 60€ A3 : 70€ |
A1 : 90€ A2 : 100€ A3 : 110€ |
100 € |
Waarborg :
A1 : 100 € A2 : 150 € A3 : 200 €
BUURTHUIS GRIMMINGE
Adres:
Grimmingeplein
9506 Grimminge
Afmetingen en beschrijving:
- Lokaal beneden : 3,5 m x 3 m
Tarieven :
Zaal of lokaal | Zomer |
Winter |
Waarborg |
||||
Per dagdeel |
Per dag |
Per WE |
Per dagdeel |
Per dag |
Per WE |
||
Lokaal beneden |
10 € |
20 € |
35 € |
15 € |
25 € |
45 € |
100 € |
Tarieven zalen of lokalen op jaarbasis
- lokaal beneden : 3,50 m x 3 m
400 euro /jaar
HOSPITAALKERK GERAARDSBERGEN
Adres:
Gasthuisstraat
9500 Geraardsbergen
Afmetingen en beschrijving :
- Gedeelte publiek : 7,5 m x 11 m
- Gedeelte altaar : 7,5 m x 11 m
- Zijbeuk : 3,3 m x 15 m
Tarieven
Zaal of lokaal |
Per dagdeel |
Per dag |
Per weekend |
Waarborg |
kerk |
25 |
50 |
90 |
100 |
De gebruiker is bovenop het gebruiksrecht een waarborg verschuldigd als zekerheidstelling voor een goede uitvoering van zijn contractuele verplichtingen.
Frequente gebruikers betalen slechts 1maal de waarborgsom bij de aanvang van de gebruiksperiode.
LOS GEBRUIK VAN NIET-REGULIERE LOKALEN
Niet-regulier gebruik van hierboven niet-vermelde gebouwen of lokalen, mits een voorafgaande en uitdrukkelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen.
Tarieven :
Per dagdeel |
Per dag |
Weekend |
Waarborg |
A1 : 25 € A2 : 35 € A3 : 45 € |
A1 : 50 € A2 : 60 € A3 : 70 € |
A1 : 90 € A2 : 100 € A3 : 110 € |
A1 : 100 € A2: 150 € A3 : 200 € |
Hoofdstuk 2: Gebruik van materiaal en materieel
Er wordt een retributie geheven op alle in dit hoofdstuk voorziene aanvragen voor het gebruik en/of het vervoer van materiaal en materieel.
Reserveren van materiaal kan vanaf maximaal 1 jaar voor de activiteit voor categorie A. Zij krijgen de kans om te reserveren tot 6 maand voor de gewenste reservatiedatum. Is op dat ogenblik nog materiaal beschikbaar, dan kan ook Categorie B en Categorie C reserveren.
In ieder geval dient de aanvraag voorafgaandelijk ( minstens 8 weken voor de datum van de activiteit ) en enkel via het aanvraagformulier op de website van de stad Geraardsbergen te gebeuren en wordt verstuurd naar evenmenten@geraardsbergen.be
De retributie is verschuldigd door de persoon die de prestatie aanvraagt en dient te worden betaald, uiterlijk 3 werkdagen vooraleer de prestatie dient te gebeuren.
Zolang er geen betaling is gebeurd, zal er geen levering of prestatie plaatsvinden.
Bij aflevering van de materialen dient een verantwoordelijke van de organisatie aanwezig te zijn en zal een leveringsbewijs afgeleverd en ondertekend worden. Bij ontstentenis van een verantwoordelijke wordt er geacht dat de levering volledig en in goede staat is gebeurd.
Indien er na gebruik schade of het ontbreken van materialen wordt vastgesteld, ligt de verantwoordelijkheid bij de organisator en zal hem hiervoor een vergoeding worden aangerekend, gebaseerd op de nieuwprijs van het materiaal.
Categorieën :
De gebruikers worden onderverdeeld in 3 categorieën waarvoor een verschillend gebruiksrecht toepasselijk is.
Categorie tarief A
Categorie tarief B
Categorie tarief C
Alle hierna aangegeven tarieven gelden voor de gebruikers van Categorie A.
Voor gebruikers van Categorie B worden deze tarieven vermenigvuldigd met 2.
Voor gebruikers van Categorie C worden deze tarieven vermenigvuldigd met 3.
De tarieven voor vervoer ( brengen en ophalen ) gelden voor alle categorieën.
Aanvragers die niet vallen onder 1 van deze categorieën of niet kunnen genieten van een vrijstelling, kunnen geen diensten of levering op basis van dit hoofdstuk vragen.
Vrijstellingen :
Zijn niet onderworpen aan deze retributie:
- Autonoom Gemeentebedrijf Geraardsbergen
- Stad en OCMW Geraardsbergen en de aanverwante adviesraden
- Politiezone Geraardsbergen-Lierde
- Erkende dorpsraden en de bewoners- en buurtplatforms
- Comités die officiële kermisactiviteiten organiseren
- Alle organisaties in samenwerking met de stad mits voorafgaande goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen
- Intergemeentelijke uitwisselingen
Tarieven :
Afsluitingen
Dranghekken (nadar)
per stuk per dag
0,50 euro voor de categorieën B en C
gratis voor categorie A
verplaatsing (brengen en ophalen) – per rit (max 80 stuks)
30,00 euro
Werfhekken (HERAS)
Per stuk per dag
2,00 euro voor de categorieën B en C
gratis voor categorie A
Verplaatsing (brengen en ophalen) – per rit (max 30 stuks)
30,00 euro
Podium (levering en plaatsing en 1 dag gebruik)
Gebruikers van Categorie A : 50% korting
Binnen gemeentegrenzen:
400,00 euro
per extra dag: 50,00 euro
Buiten gemeentegrenzen:
800,00 euro
Per extra dag: 50,00 euro
Per rit:
50,00 euro
Per extra dag: € 20,00
Per rit :
50,00 euro
Per extra dag: 20,00 euro
Tenten
Gebruikers van categorie A : 50 % korting
vervoer per rit van maximaal 6 partytenten:
50,00 euro
Partytent 3m x 3m
Per tent per dag:
20,00 euro
Partytent 3m x 6m
Per tent per dag:
30,00 euro
Vervoer en plaatsing en 1e dag:
200 euro
Per tent per extra dag:
50,00 euro
Signalisatie
Vervoer (geen plaatsing) per rit: 30,00 euro
Vervoer & plaatsing : per man, per begonnen half uur : 30,00 euro
Vervoer en plaatsing van de borden :
Per man, per begonnen half uur : 30,00 euro
Diverse:
per dag: 10,00 euro
Per rol (100m) per dag: 25,00 euro
per dag per 10 stuks: 5,00 euro
Vervoer en plaatsing en 1e dag: 50,00 euro
per extra dag per stuk: 30,00 euro
per dag per stuk: 30,00 euro
per dag per 10 stuks: 10,00 euro
per dag per stuk: 5,00 euro
per dag per stuk: 5,00 euro
per dag per stuk : 5,00 euro
1 x per jaar gratis gebruik
Vervoer : 50 euro per rit
Vervoer van materiaal van de stad
Per rit : 50 euro
Vervoer van materiaal dat niet van de stad is :
Per vrachtwagen, per begonnen half uur : 30,00 euro
Artikel 2:
In hoofdstuk 2 van het retributiereglement wordt het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Provinciaal domein "De Gavers" toegevoegd aan de vrijstellingen voor het gebruik van materiaal en materieel.
Artikel 3:
Afschrift van deze beslissing toe te sturen aan de toezichthoudende overheid.
Gelet op de vraag van intercommunale Solva en het Regionetwerk mobiliteit in het kader van het burgemeestersconvenant en de klimaatgezonde regio Zuid-Oost-Vlaanderen om in te zetten op het verduurzamen van transport in de regio en het autodelen te stimuleren door deelvoertuigen een parkeervergunning te geven in de betaal- en blauwe zones van alle steden en gemeenten in de regio Klimaatgezond Zuid-Oost-Vlaanderen;
Overwegende dat het mogelijk is om op basis van nummerplaten voertuigen vrij te stellen van retributie in de betaal- en blauwe zone worden de voertuigen van autodeelorganisaties die erkend zijn overeenkomstig het erkenningsreglement autodeelorganisaties opgenomen in de vrijstellingen;
Overwegende dat het noodzakelijk is om daartoe het retributiereglement inzake parkeren en gemeentelijke parkeerkaarten van 1 september 2020 aan te passen,
Gelet op de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven;
Gelet op artikelen 42 en 94 van het gemeentedecreet;
Gelet op artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur, inwerkingtreding vanaf 1 januari 2019;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het ministerieel besluit van 14 mei 2002 tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 december 1975 tot vaststelling van de kenmerken van bepaalde schijven, bebakeningen en platen die voorgeschreven zijn door het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer;
Gelet op het ministerieel besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 1 september 2020 houdende het retributiereglement inzake parkeren en gemeentelijke parkeerkaarten;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2021 houdende het vaststellen van een erkenningsreglement voor autodeelorganisaties,
Artikel 1:
Het retributiereglement inzake parkeren en gemeentelijke parkeerkaarten van 1 september 2020 als volgt aan te passen.
Retributiereglement inzake parkeren en gemeentelijke parkeerkaarten.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen.
Afdeling 1: Definities
Artikel 1: In dit reglement wordt verstaan onder:
1° Openbare weg: de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke of gewestelijke overheden.
2° Betalend parkeren: het reglementair parkeren van een motorvoertuig in een betaalzone tussen 9u00 en 18u00, uitgezonderd op zondagen, officiële feestdagen en 11 juli.
3° Betaalzone: straten of pleinen met een betalend parkeerregime met een maximale parkeerduur van 3 uur per dag.
Tot deze zone behoren:
4° Shop & Go-parkeren: het reglementair parkeren van een motorvoertuig op een parkeerplaats uitgerust met een parkeersensor met een maximale parkeerduur van 30 minuten per dagdeel.
5° Kortparkeren: het reglementair parkeren van een motorvoertuig met een maximale parkeerduur van 3 uur per dag in de betaalzone.
6° Langparkeren: het reglementair parkeren van een motorvoertuig zonder andere tijdsbeperking met een maximale parkeerduur van 4,5 uur per dagdeel in de betaalzone.
7° Dagdeel: voormiddag (van 9u00 tot 13u30) of namiddag (van 13u30 tot 18u00)
8° Blauwe zone parkeren: het reglementair parkeren van een motorvoertuig in een zone met beperkte parkeertijd; het gebruik van de parkeerschijf is verplicht tussen 9u00 en 18u00, uitgezonderd op zondagen, officiële feestdagen en 11 juli.
9° Gemeentelijke parkeerkaart: een door de gemeente uitgereikte (elektronische) kaart die de houder ervan recht geeft op een bijzondere parkeerregeling inzake beperkt of betalend parkeren.
10° Bewonerskaart: een gemeentelijke parkeerkaart specifiek bestemd voor personen die hun domicilie hebben in de blauwe of de betaalzone.
11° Dagkaart: een gemeentelijke parkeerkaart die de houder ervan recht geeft op een dag vrij parkeren op de Markt, uitgezonderd op parkeerplaatsen uitgerust met sensoren.
12° P+Z-kaart: een gemeentelijke parkeerkaart specifiek bestemd voor zorgverstrekkers.
13° Zorgverstrekker: huisartsen, huisverplegers en kinesitherapeuten.
14° P+Z: “Parkeer en Zorg”, een gemeentelijk initiatief waarbij bewoners hun inrij als parkeerplaats aanbieden aan zorgverstrekkers tijdens de uitvoering van de zorg. De zorg kan op een andere locatie plaatsvinden dan de locatie van de inrij.
15° Aanbieder: eigenaar of bewoner en enige rechtmatige gebruiker van een inrij of garagepoort, die deze ter beschikking stelt van alle zorgverstrekkers in functie van P+Z.
16° Inrij: plaats voor een garagepoort.
17° P+Z-sticker: sticker bevestigd op de garagepoort van de inrij, waarmee de bewoners aan de zorgverstrekker aangeven dat hun inrij ter beschikking staat.
18° Parkeerplaats: een plaats waar een motorvoertuig kan gestald worden, meer bepaald
- een garage (box) met de minimale afmetingen van 5,5 m lang, 2,75 m breed en 1,8 m hoog of;
- een standplaats in overdekte ruimte met de minimale afmetingen van 5,5 m lang, 2,25 m breed en 1,8 m hoog of;
- een standplaats in open lucht met de minimale afmetingen van 5,5 m lang en 2,5 m breed.
Afdeling 2: Retributie op betalend en beperkt parkeren
Artikel 2:
Er wordt een retributie geheven voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg. De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat van het geparkeerde voertuig.
Artikel 3:
Een betaald parkeerrecht wordt niet in mindering gebracht van de aangerekende forfaitaire tarieven.
Afdeling 3: Retributie op het afleveren van gemeentelijke parkeerkaarten
Artikel 4:
Er wordt een retributie geheven op het afleveren van gemeentelijke parkeerkaarten. De retributie is verschuldigd door de houder van de gemeentelijke parkeerkaart op het ogenblik van de afgifte. De retributie blijft ondeelbaar verschuldigd ongeacht of de houder gehouden is de gemeentelijke parkeerkaart om welke reden ook vervroegd terug te bezorgen.
Artikel 5:
Een gemeentelijke parkeerkaart kan slechts één nummerplaat bevatten.
Artikel 6:
De bewonerskaart en de dagkaart wordt digitaal afgeleverd en is pas geldig na schriftelijke bevestiging van het lokaal bestuur.
De P+Z-kaart is geldig vanaf de dag van ontvangst van de kaart.
Artikel 7:
Een gemeentelijke parkeerkaart geeft nooit recht om te parkeren op parkeerplaatsen uitgerust met sensoren.
Artikel 8:
De gemeentelijke parkeerkaart vervalt van rechtswege indien er niet meer voldaan is aan de voorwaarden voor het krijgen van de kaart.
Artikel 9:
Bij misbruik wordt de gemeentelijke parkeerkaart ingetrokken en kan de betrokken persoon gedurende de twee daaropvolgende kalenderjaren geen kaart meer aanvragen.
Hoofdstuk 2: Betalend en beperkt parkeren
Afdeling 1: Betalend parkeren
Onderafdeling 1: toepassingsgebied:
Artikel 10:
Deze afdeling beoogt het reglementair parkeren van een motorvoertuig op plaatsen uitgerust met parkeerautomaten of sensoren.
Onderafdeling 2: Tarieven
Artikel 11:
§1. Shop & Go-parkeren: gratis
§2. Kortparkeren: 1,25 euro per uur;
§3. Langparkeren: forfaitair tarief van 20 euro per dagdeel;
Artikel 12:
Het forfaitair tarief van langparkeren is verschuldigd:
Onderafdeling 3: Betalingswijze
Artikel 13:
§1. Shop & Go-parkeren: automatische activatie via de sensor
§2. Kortparkeren:
§3. Langparkeren: door middel van het betalen van het forfaitair tarief binnen de termijn vermeld op het retributiebiljet geplaatst onder de ruitenwisser van het voertuig of toegezonden per post aan de houder van de nummerplaat van het geparkeerde voertuig.
Afdeling 2: Blauwe zone parkeren
Onderafdeling 1: Toepassingsgebied
Artikel 14:
Deze afdeling beoogt het reglementair parkeren van een motorvoertuig in een blauwe zone.
Onderafdeling 2: Tarieven
Artikel 15:
§1. gratis: voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden;
§2. forfaitaire retributie: een forfaitair bedrag van 20 euro per dagdeel voor elke periode die langer is dan deze die gratis is.
Onderafdeling 3: Betalingswijze
Artikel 16:
§1. gratis parkeren: door middel van het duidelijk zichtbaar en leesbaar aanbrengen van een geldige parkeerschijf aan de binnenkant van de voorruit van het voertuig
§2. forfaitaire retributie: door middel van het betalen van het forfaitair tarief binnen de termijn vermeld op het retributiebiljet geplaatst onder de ruitenwisser van het voertuig of toegezonden per post aan de houder van de nummerplaat van het geparkeerde voertuig.
Afdeling 3: Vrijstellingen
Artikel 17:
Volgende categorieën zijn vrijgesteld van de retributie op betalend parkeren en parkeren in de blauwe zone:
Artikel 18:
De houders van een gemeentelijke parkeerkaart zijn vrijgesteld van parkeerretributie voor zover zij met het overeenkomstige voertuig in de overeenkomstige zone geparkeerd staan.
Afdeling 4: Inning
Artikel 19:
Bij niet-betaling van de forfaitaire retributie binnen de vooropgestelde termijn van zeven kalenderdagen wordt een schriftelijke aanmaning met uitnodiging tot betaling verzonden aan de retributieplichtige.
Bij niet-betaling volgt een tweede aanmaning per aangetekende brief. Wanneer een tweede aanmaning vereist is, wordt bijkomend 25 euro administratiekosten aangerekend.
Het volledig verschuldigde bedrag zal ingevorderd worden via dwangbevel of in voorkomend geval langs gerechtelijke weg.
Afdeling 5: Betwistingen
Artikel 20:
Betwistingen kunnen worden ingediend:
Artikel 21:
Betwistingen worden enkel in behandeling genomen voor zover de betalingstermijn van de laatste aanmaning nog niet is verstreken.
Na ontvangst van het antwoord op de betwisting beschikt de burger nog over een termijn van zeven kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag van verzending van het antwoord, om een wederantwoord in te dienen.
Na behandeling van dit wederantwoord wordt de bezwaarprocedure als definitief afgesloten beschouwd.
Artikel 22:
Tegen de eindbeslissing kan beroep ingesteld worden bij de burgerlijke rechtbank.
Hoofdstuk 3: Gemeentelijke parkeerkaarten
Afdeling 1: Bewonerskaarten
Onderafdeling 1: Toepassingsgebied
Artikel 23:
De bewonerszones worden als volgt vastgelegd:
Bewonerzone Centrum A omvat Boelarestraat, Brandstraat, Brugstraat, Buizemontstraat (van Markt tot huisnummer 93), Denderstraat, Dierkoststraat, Duivenstraat, Kaai, Kleine Nieuwstraat, Laverdijstraat, Markt, Molenstraat, Nieuwstraat, Patersstraat, Penitentenstraat, Visstraat, VredestraatMet een geldige bewonerskaart voor bewonerszone A mag men zich reglementair parkeren in de volgende straten van de blauwe zone: Boelarestraat, Brandstraat, Buizemontstraat (van Markt tot huisnummer 93), Denderstraat, Dierkoststraat, Duivenstraat, Kaai (van huisnummer 7 tot kruispunt Denderstraat), Laverdijstraat, Markt (van Vesten tot kruispunt Markt/Markt), Molenstraat (van Brandstraat tot Buizemontstraat), Patersstraat, Penitentenstraat, Vredestraat
Bewonerszone Centrum B omvat Begijnhofkaai, Collegestraat, Gaffelstraat, Gentsestraat (van kruispunt Warandestraat tot huisnummer 103), Grotestraat, Karmelietengracht, Karmelietenstraat, Kleine Gaffelstraat, Kleine Karmelietenstraat, Nieuweweg, Oudenaardsestraat (van Adamstraat tot Grotestraat), Verbrandhofstraat, Warandestraat, Wegvoeringsstraat, Wijngaardstraat.
Met een geldige bewonerskaart bewonerszone centrum B mag men zich reglementair parkeren in de volgende straten van de blauwe zone: Begijnhofkaai, Collegestraat, Gaffelstraat, Gentsestraat (van kruispunt Warandestraat tot huisnummer 103), Karmelietengracht, Karmelietenstraat, Kleine Gaffelstraat, Kleine Karmelietenstraat, Nieuweweg, Verbrandhofstraat, Warandestraat, Wegvoeringsstraat, Wijngaardstraat
Bewonerszone Centrum C omvat :Adamstraat, Brouwershof, Gasthuisstraat, Gustaaf Verhaeghelaan, Hunnegemstraat, Kattestraat, Lessensestraat, Meersstraat, Pateelstraat, Polderstraat, Sasweg,Stationsplein, Van Santenstraat.
Met een geldige bewonerskaart bewonerszone centrum C mag men zich reglementair parkeren in de volgende straten van de blauwe zone: Brouwershof, Gasthuisstraat (Gustaaf Verhaeghelaan tot Hunnegemstraat), Gustaaf Verhaeghelaan, Hunnegemstraat, Kattestraat (Gustaaf Verhaeghelaan tot Meersstraat), Lessensestraat (Pateelstraat tot Groteweg), Meersstraat (Pateelstraat tot Roodkruisstraat), Pateelstraat, Polderstraat, Van Santenstraat
Bewonerszone Centrum D omvat een deel van de Papiermolenstraat, namelijk van huisnummer 1 tot 99 en 2 tot 70.
Met een geldige bewonerskaart bewonerszone centrum D mag men zich reglementair parkeren in de blauwe zone van de Papiermolenstraat van huisnummer 1 tot 99 en van huisnummer 2 tot 70.
Bewonerszone E omvat het Moerbekeplein en de Edingseweg van huisnummer 273 tot 331. Met een geldige bewonerskaart bewonerszone E mag men zich reglementair parkeren in de blauwe zone gelegen Edingseweg van huisnummer 273 tot 331 en op het Moerbekeplein.
Bewonerszone F omvat de Majoor Van Lierdelaan van huisnummer 39 tot 45. Met een geldige bewonerskaart bewonerszone F mag men zich reglementair parkeren langsheen de Majoor Van Lierdelaan van huisnummer 39 tot 45.
Bewonerszone G omvat het Veldmuisplein. Met een geldige bewonerskaart bewonerszone G mag men zich reglementair parkeren op het Veldmuisplein.
Artikel 24:
§1. Elke bewoner met een officieel adres- in bewonerszones Centrum A, Centrum B, Centrum C en Centrum D, die niet beschikt over een parkeerplaats (eigen of gehuurd) binnen een straal van 400 meter van zijn woning, kan maximaal twee bewonerskaarten bekomen.
§2. Elke bewoner met een officieel adres- in bewonerszones Centrum A, Centrum B, Centrum C en Centrum D, die beschikt over een parkeerplaats (eigen of gehuurd) binnen een straal van 400 meter van zijn woning, kan maximaal één bewonerskaart bekomen.
§3. Elke bewoner met een officieel adres- in bewonerszones E, F, en G, kan maximaal één bewonerskaart bekomen.
§4. Per officieel adres in bewonerszones Centrum A, Centrum B, Centrum C en Centrum D kan men maximaal twee bewonerskaarten bekomen.
§5. Per officieel adres in bewonerszones E, F, en G kan men maximaal één bewonerskaart bekomen.
Artikel 25:
§1. De bewonerskaart wordt enkel uitgereikt aan personen die voldoen aan volgende voorwaarden:
§2. Bewonerskaarten worden enkel toegekend voor voertuigen met een Belgische nummerplaat.
Onderafdeling 2: Tarieven
Artikel 26:
De eerste bewonerskaart is gratis.
De tweede bewonerskaart kost 60 euro.
Artikel 27:
De bewonerskaart is één jaar geldig.
Onderafdeling 3: Gebruiksmodaliteiten
Artikel 28:
De eigenaar van een voertuig, waarvoor een geldige bewonerskaart werd afgeleverd, mag dit voertuig reglementair parkeren in de toegestane straten van de blauwe zone, uitgezonderd op parkeerplaatsen uitgerust met sensoren. De eigenaar van het voertuig hoeft geen parkeerschijf voor te leggen.
Afdeling 2: Parkeerkaarten voor huwelijken en begrafenissen
Onderafdeling 1: Toepassingsgebied
Artikel 29:
§1. Voor huwelijken en overlijdens kan de familie speciale dagkaarten verkrijgen bij het lokaal bestuur.
§2. Per huwelijk of overlijden kan men maximaal vier dagkaarten bekomen.
Onderafdeling 2: Tarieven
Artikel 30:
De dagkaarten zijn gratis.
Artikel 31:
De dagkaarten zijn geldig op de dag van het huwelijk of van de begrafenis.
Onderafdeling 3: Gebruiksmodaliteiten
Artikel 32:
De eigenaar van een voertuig, waarvoor een geldige dagkaart werd afgeleverd, mag dit voertuig reglementair parkeren op de Markt, uitgezonderd op parkeerplaatsen uitgerust met sensoren. De eigenaar van het voertuig hoeft geen parkeerticket te nemen.
Afdeling 3: P+Z-kaarten
Onderafdeling 1: Toepassingsgebied
Artikel 33:
Elke zorgverstrekker kan maximaal 1 P+Z-kaart bekomen.
Artikel 34:
De P+Z-kaart wordt enkel uitgereikt aan personen die voldoen aan volgende voorwaarden:
Onderafdeling 2: Tarieven
Artikel 35:
De P+Z-kaart is gratis.
Artikel 36:
De P+Z-kaart is één jaar geldig.
Onderafdeling 3: Gebruiksmodaliteiten
Artikel 37:
§1. Iedere zorgverstrekker die in het bezit is van een geldige P+Z-kaart kan hiermee parkeren in de blauwe en de betalende zone:
§2. De zorgverstrekkers krijgen met de kaart de mogelijkheid gedurende maximaal 30 minuten gratis te parkeren voor het uitvoeren van de zorg.
Ter controle hiervan moet de zorgverstrekker de P+Z-kaart in combinatie met een parkeerschijf zichtbaar aan de binnenkant van de voorruit van het voertuig leggen en de aanvang van het parkeren aanduiden.
§3. Elke wijziging van voertuig, nummerplaat of mobiel nummer in de loop van het kalenderjaar moet binnen de acht dagen aan het lokaal bestuur worden medegedeeld.
§4. De zorgverstrekker kan steeds zijn deelname aan P+Z stopzetten. De P+Z-kaart moet aan het lokaal bestuur worden terugbezorgd.
§5. Bij vaststelling van misbruik van de P+Z-kaart en/of –plaatsen, wordt de P+Z-kaart ingetrokken.
Artikel 38:
§1. De aanbieder verbindt er zich toe de inrij permanent en kosteloos ter beschikking te stellen van de zorgverstrekker.
§2. De aanbieder is verplicht de P+Z-sticker steeds zichtbaar aan te brengen op de inrij.
§3. Het is de aanbieder niet toegelaten de inrij voor specifieke zorgverstrekkers te reserveren.
§4. De aanbieder geeft uitdrukkelijk toelating aan Lokaal Bestuur Geraardsbergen om zijn inrij in een overzichtslijst of -kaart op te nemen ter inzage van alle zorgverstrekkers met een P+Z-kaart.
§5. De aanbieder kan steeds zijn deelname aan P+Z stopzetten door zijn sticker van de garagepoort te verwijderen en zich tegelijkertijd af te melden bij het lokaal bestuur.
Artikel 39:
Het Lokaal Bestuur Geraardsbergen fungeert als contactpunt tussen aanbieder en zorgverstrekker.
Artikel 40:
Afschrift van deze beslissing tot te sturen aan de toezichthoudende overheid.
Overwegende dat verenigingen die lid zijn van een door het lokaal bestuur erkende adviesraad voor het organiseren van evenementen in het huidige retributiereglement niet vrijgesteld zijn;
Overwegende dat buurtcomités en dorpsraden wel vrijgesteld zijn;
Overwegende dat participatie een belangrijke beleidsdoelstelling is en het lokaal bestuur het verenigingsleven wil ondersteunen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 april 2021 houdende vaststelling van het retributiereglement op de private inname van het openbaar domein;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3, houdende de vaststelling van de gemeentelijke reglementen;
Gelet op het budget AR 70303000 inname openbaar domein en BI 020000 wegen:
Overwegende dat het aantal aanvragen voor inname van openbaar domein door verenigingen beperkt is, wordt de impact geraamd op maximum 3000 euro per jaar.
Artikel 1:
Het retributiereglement van 27 april 2021 op het privatief gebruik van het openbaar domein 2020-2025 op te heffen.
Artikel 2:
Met ingang van 01 januari 2022 tot 31 december 2025 het retributiereglement op het privatief gebruik van het privatief gebruik van het openbaar domein als volgt vast te stellen.
Hoofdstuk 1: Definities
Artikel 1:
In dit reglement wordt verstaan onder:
1° Openbare weg: de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke of gewestelijke overheden.
2° Tijdelijke private inname van het openbaar domein:
3° Parkeerplaats: een parkeerplaats wordt aanzien als 10 vierkante meter.
4° Verhuis: het overbrengen van de inboedel naar het nieuwe domicilieadres van de vergunninghouder.
5° Aanvrager: de natuurlijk- of rechtspersoon die een aanvraag richt aan het college van burgemeester en schepenen tot het innemen van het openbaar domein.
6° Vergunninghouder: de natuurlijke- of rechtspersoon die door het college van burgemeester en schepenen gemachtigd wordt het openbaar domein in te nemen.
7° Vergunning: de vergunning inname openbaar domein verleent door het college van burgemeester en schepenen voor de private inname van het openbaar domein.
8° Tijdelijke private inname van het openbaar domein door handelszaken: inname van het openbaar domein voor het uitstallen van koopwaar, stoepborden of reclame door handelszaken.
9° Private inname van het openbaar domein voor het plaatsen van horecaterrassen: algemene benaming voor de ruimte in de open lucht, al dan niet overdekt, waar een drank- en of eetgelegenheid door het plaatsen van meubilair zijn verkoopoppervlakte vergroot, dit omvat de permanente terrassen, zomerterrassen en gelegenheidsterrassen zoals bedoeld in hoofdstuk 7 – afdeling 2 – artikel 63 van het politiereglement op de inname van het openbaar domein voor het opstellen van een horecaterras.
10° Andere private innames van het openbaar domein: private inname van het openbaar domein die niet gedefinieerd wordt in artikel 1, 2°, 8°, 9°,10°.
11° Plaatseenheid: ruimte met één meter voorgevel en maximum drie meter diepte.
12° Hoekplaats: standplaats die minimum langs twee zijden paalt aan een wandelweg.
Hoofdstuk 2: De vergunning
Afdeling 1: Aanvraag
Artikel 2:
De vergunning, verlenging en iedere wijziging aan een vergunde private inname van het openbaar domein, moet worden aangevraagd ter attentie van het college van burgemeester en schepenen. Dit kan online via de website van de stad of bij de dienst Mobiliteit, Weverijstraat 20 te 9500 Geraardsbergen na telefonische of elektronische afspraak.
Artikel 3:
De aanvraag moet minstens 14 kalenderdagen voor de datum van de start van de inname van het openbaar domein worden ingediend. Als de private inname van het openbaar domein doorgaat buiten de rijbaan kan het college van burgemeester en schepenen een vergunning afleveren 2 kalenderdagen voorafgaand aan de start van de inname.
Artikel 4: Termijnen van innames
Voor de private innames bepaald in artikel 1, 2°,4°, 9° kan de vergunning slechts aangevraagd worden voor een termijn van maximum 60 kalenderdagen. Na de periode van 60 kalenderdagen moet een nieuwe vergunning worden aangevraagd.
Artikel 5:
De verlenging van de vergunning moet minstens twee werkdagen voorafgaand aan het verstrijken van de vergunde einddatum aangevraagd worden.
Artikel 6:
De wijziging van de vergunning moet minstens twee werkdagen voorafgaand aan de datum van de start van de inwerkingtreding van de wijziging worden aangevraagd.
Artikel 7:
De vergunning wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen en kan gemotiveerd geweigerd worden.
Afdeling 2: Signalisatie
Artikel 8:
De vergunninghouder staat zelf in voor het plaatsen van de signalisatie die in de vergunning is opgenomen en is verantwoordelijk voor de correcte plaatsing ervan. De signalisatie moet voldoen aan de vereisten voorzien in standaardbestek 250 en moet worden geplaatst overeenkomstig het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg.
De parkeerverbodsborden E3 moeten minstens 48 uur op voorhand geplaatst worden. De vergunninghouder noteert op het ogenblik van het plaatsen van de borden de nummerplaten van de voertuigen die op de vergunde oppervlakte geparkeerd staan en maakt de nummerplaten onmiddellijk via mail over aan mobiliteit@geraardsbergen.be of meldt via mail dat er geen voertuigen geparkeerd staan.
Artikel 9:
Verkeersborden E3 (stilstaan- en parkeerverbod) worden gratis en voor zover in voorraad ter beschikking gesteld door de technische dienst, andere in de vergunning opgenomen verkeersborden moeten door de vergunninghouder voorzien worden.
De verkeersborden E3 kunnen enkel na telefonische afspraak op het nummer 054 43 51 50 afgehaald en teruggebracht worden tijdens de openingsuren van het magazijn van de technische dienst van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen, Gaverstraat 17 A te Geraardsbergen. De verkeersborden E3 worden ten laatste twee werkdagen na het verlopen van de vergunning teruggebracht.
Wanneer de verkeersborden niet binnen zeven werkdagen na het verlopen van de vergunning worden teruggebracht, wordt de nieuwprijs aangerekend ten nadele van de vergunninghouder.
Artikel 10:
De aanvrager kan er voor opteren om de verkeersborden E3 te laten leveren en ophalen door de technische dienst. In voorkomend geval wordt een verplaatsingsforfait van 60 euro aangerekend per vergunning.
Hoofdstuk 3: Retributie
Afdeling 1: Grondslag
Artikel 11:
Er wordt een retributie geheven voor elke private inname van het openbaar domein. De retributie is verschuldigd door de vergunninghouder.
Artikel 12:
Voor het berekenen van de retributie wordt een gedeelte van een dag beschouwd als een volle dag, een begonnen vierkante meter wordt beschouwd als een volledige vierkante meter en een begonnen lopende meter wordt als een volledige lopende meter beschouwd.
Artikel 13:
Voor elke private inname van het openbaar domein geldt een minimumretributie van 20 euro.
Afdeling 2: Retributie voor tijdelijke private inname van het openbaar domein
Onderafdeling 1: Tarieven
Artikel 14:
1° De retributie wordt vastgesteld op 0,50 euro per dag en per vierkante meter ingenomen oppervlakte.
2° Als voor de private inname van het openbaar domein het afsluiten van een straat nodig is, of hieruit volgt, wordt een retributie geheven van 100 euro per dag.
3° Als voor de inname van het openbaar domein het afsluiten van de straat volgt uit het feit dat de inname in een doodlopende straat of in een straat met een rijbaanbreedte die minder is dan 4 meter, wordt de retributie aangerekend zoals voorzien in artikel 14,1°.
4° Voor de inname van het openbaar domein beheerd door een andere wegbeheerder dan het lokaal bestuur, wordt de retributie vastgesteld op 20 euro ongeacht de oppervlakte en periode van de inname.
Afdeling 3: Retributie voor tijdelijke private inname van het openbaar domein door handelszaken
Onderafdeling 1: Tarieven
Artikel 15:
1° Er wordt een basisretributie van 25 euro per dag vastgesteld.
2° De basisretributie wordt vermeerderd met 1 euro per dag per vierkante meter indien de ingenomen oppervlakte meer dan 50 vierkante meter bedraagt.
3° De retributie voor een permanente vergunning bedraagt 50 euro per vierkante meter per jaar.
Afdeling 4: Retributie voor tijdelijke private inname van het openbaar domein voor het plaatsen van horecaterrassen
Onderafdeling 1: Tarieven
Artikel 16:
1° De retributie wordt vastgesteld voor een permanent terras op 250 euro per jaar voor zover de oppervlakte kleiner is of gelijk aan 10 vierkante meter. Voor permanente terrassen die de oppervlakte van 10 vierkante meter overschrijden, wordt per jaar 250 euro vermeerderd met 10 euro per extra vierkante meter vastgesteld.
2° De retributie wordt vastgesteld voor een zomerterras op 125 euro voor zover de oppervlakte kleiner is of gelijk aan 10 vierkante meter. Voor zomerterrassen die de oppervlakte van 10 vierkante meter overschrijden, wordt per jaar 125 euro vermeerderd met 5 euro per extra vierkante meter vastgesteld.
Afdeling 5: Retributie voor tijdelijk gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van foren, kermissen en circussen.
Artikel 17:
Elke breuk van een meter wordt voor een volledige meter aangerekend. De oppervlakte wordt berekend volgens de meest uitstekende gedeeltes van de uitstalling of attractie, valkuilen niet meegerekend.
Tarieven kermiskramen (zomer- en winterkermis):
Standplaatsen Markt en Stationsplein:
- 7,20 euro per m² met een minimum van 70,00 euro en een maximum van 1.600,00 euro.
Standplaatsen Vesten en Sasweg:
- Voor installaties tot 150m²: 3,50 euro per m²,
- Voor installaties vanaf 150m²: 2,50 euro per m².
Tarieven circussen:
250 euro per kalenderjaar.
Afdeling 6: Andere private innames van het openbaar domein
Onderafdeling 1: Tarieven
Artikel 18:
1° De retributie wordt vastgesteld op 0,50 euro per dag en per vierkante meter ingenomen oppervlakte.
2° Als voor de private inname van het openbaar domein het afsluiten van een straat nodig is, of hieruit volgt, wordt een retributie geheven van 100 euro per dag.
Hoofdstuk 4: Terugbetaling
Artikel 19:
1° Het intrekken van de vergunning op politiebevel wegens een fout van de vergunninghouder brengt voor de vergunninghouder geen enkel recht mee op de terugbetaling van de reeds betaalde sommen.
2° Het afzien van de vergunninghouder van het genot van de gegeven vergunning geeft recht op terugbetaling van de retributie vanaf de dag van de melding via mail naar mobiliteit@geraardsbergen.be.
Hoofdstuk 5: Uitsluitingsgronden
Artikel 20:
De retributie is verschuldigd zonder dat de houder aanspraak kan maken op enig onherroepelijk recht van concessie, noch van erfdienstbaarheden op het openbaar domein.
Artikel 21:
De vergunning kan geweigerd worden ingeval van openstaande schuld voor voorgaande vergunningen private inname openbaar domein.
Hoofdstuk 6: Vrijstellingen
Artikel 22:
1° Zijn van deze retributie vrijgesteld:
2° Een vrijstelling van retributie houdt geen vrijstelling in van de plicht tot aanvragen van een vergunning private inname openbaar domein.
Hoofdstuk 7: Klachten en betwistingen
Artikel 23:
Alle retributies zijn onverdeelbaar verschuldigd en dienen op het ogenblik van de aanvraag contant te worden betaald tegen afgifte van een ontvangstbewijs of na toezending van een factuur.
Het college van burgemeester en schepenen kan steeds weigeren nog diensten te verstrekken indien de retributies die verschuldigd zijn niet werden betaald.
Artikel 24:
Indien de factuur niet of onvolledig werd betaald binnen de termijn van dertig kalenderdagen volgend op de factuurdatum, wordt de debiteur aan de hand van een eerste herinnering uitgenodigd het verschuldigde bedrag te betalen binnen een termijn van vijftien kalenderdagen vanaf de verzending van de eerste en laatste herinnering.
Artikel 25:
Er is geen bijzondere procedure voorzien voor de invordering van retributies.
Artikel 177,2° van het decreet lokaal bestuur is eveneens toepasselijk op de invordering van retributies: met het oog op de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Het dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot.
Een dwangbevel kan door het college van burgemeester en schepenen alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard worden als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief, met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het burgerlijk wetboek, en die een bewijs oplevert van deze melding, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens.
De gemeente kan administratieve kosten aanrekenen voor die aangetekende brief. Die kosten zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen ook ingevorderd worden via het dwangbevel.
Bij betwisting van de schuldvordering zijn de gewone burgerlijke rechtbanken bevoegd.
Hoofdstuk 8: Overgangsbepalingen
Artikel 26:
Vergunninghouders die op het ogenblik van de inwerkingtreding een geldige vergunning hebben voor de private inname van het openbaar domein, blijven voor de duur van de vergunning gehouden aan de bepalingen van het retributiereglement dat geldig was op het ogenblik van het afleveren van de vergunning.
Artikel 27:
Indien een vergunning op het moment van de inwerkingtreding van dit reglement wordt verlengd, wordt deze beschouwd als een nieuwe vergunning en gelden de tarieven van dit besluit.
Artikel 2:
Afschrift van deze beslissing toe te sturen aan de toezichthoudende overheid.
Overwegende dat het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplan minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen;
Overwegende dat de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad van 15 december 2020 nodig is;
Overwegende dat de OCMW-raad van 21 december 2021 het aangepast meerjarenplan 2020-2025 heeft vastgesteld;
Overwegende dat de financiële nota van het aangepast meerjarenplan de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota weergeeft en verduidelijkt hoe het financiële evenwicht wordt gehandhaafd;
Overwegende dat de gemeenten en de OCMW's een geïntegreerd aangepast meerjarenplan hebben met hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan;
Overwegende dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn eerst zijn eigen deel van het aangepast meerjarenplan moet vaststellen;
Overwegende dat de goedkeuring van de gemeenteraad nodig is omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt;
Overwegende dat in de Beleids- en beheerscyclus (BBC) een aangepast meerjarenplan, bestaande uit een strategisch gedeelte (doelstellingen, actieplannen, acties) en de financiële vertaling daarvan, de basis is waarbinnen de verschillende jaarbudgetten passen;
De strategische doelstellingen voor dit meerjarenplan zijn:
• Armoedebestrijding.
• Burgerparticipatie en dialoog met de burger.
• Uitstraling van de stad... verwondering!
• Zorg en verbinding.
• Lokale tewerkstelling.
• Veiligheid en verkeersveiligheid.
• Groene en nette stad.
• Klimaatgezonde stad.
• Fietsstad en wielerstad.
• Woonstad /woondorp.
• Performant en klantgericht lokaal bestuur.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald art. 40, 254, 255, 256;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en de beheerscyclus (BVR BBC);
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC);
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/4: strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus,
Enig artikel:
De gemeenteraad keurt het aangepast meerjarenplan 2020-2025 deel OCMW, zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn op 21 december 2021, goed.
Overwegende dat het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplan minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen;
Overwegende dat de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, goedgekeurd door de gemeenteraad van 15 december 2020 nodig is;
Overwegende dat de strategische nota van het meerjarenplan de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties voor het extern en intern te voeren beleid geïntegreerd weergeeft;
Overwegende dat de financiële nota van het aangepast meerjarenplan de financiële vertaling van de beleidsopties van de strategische nota weergeeft en verduidelijkt hoe het financiële evenwicht wordt gehandhaafd;
Overwegende dat de gemeenten en de OCMW's een geïntegreerd aangepast meerjarenplan hebben met hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan;
Overwegende dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn eerst zijn eigen deel van het aangepast meerjarenplan moet vaststellen;
Overwegende dat de goedkeuring van de gemeenteraad nodig is omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt;
Overwegende dat in de Beleids- en beheerscyclus (BBC) is een aangepast meerjarenplan, bestaande uit een strategisch gedeelte (doelstellingen, actieplannen, acties) en de financiële vertaling daarvan, de basis waarbinnen de verschillende jaarbudgetten passen;
De strategische doelstellingen voor dit meerjarenplan zijn:
• Armoedebestrijding.
• Burgerparticipatie en dialoog met de burger.
• Uitstraling van de stad... verwondering!
• Zorg en verbinding.
• Lokale tewerkstelling.
• Veiligheid en verkeersveiligheid.
• Groene en nette stad.
• Klimaatgezonde stad.
• Fietsstad en wielerstad.
• Woonstad /woondorp.
• Performant en klantgericht lokaal bestuur.
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 40, 254, 255, 256;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en de beheerscyclus (BVR BBC);
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC);
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/4: strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus,
Enig artikel:
De raad stelt het aangepast meerjarenplan 2020-2025 deel stad vast.
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 6 juli 2021 waarbij de BBC-jaarrekening 2020 van het AGB Geraardsbergen positief werd geadviseerd en de NBB-jaarrekening 2020 van het AGB Geraardsbergen werd goedgekeurd;
Overwegende dat de jaarrekening 2020 van AGB Geraardsbergen werd overgemaakt aan de toezichthoudende overheid;
Gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur houdende de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van het AGB Geraardsbergen door de Gouverneur op 3 december 2021;
Overwegende dat deze goedkeuring ter kennisname werd voorgelegd aan de Raad van Bestuur van AGB op 21 december 2021;
Gelet op artikelen 241, 243, 260-262 en artikel 332 §1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 17 tot en met 26;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 2 tot en met 4;
Enig artikel:
Kennis te nemen van het besluit van de Gouverneur van 3 december 2021 houdende de goedkeuring van de jaarrekening over het financieel boekjaar 2020 van het AGB Geraardsbergen.
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 6 juli 2021 waarbij de jaarrekening 2020 van de gemeente Geraardsbergen werd vastgesteld en de jaarrekening van het OCMW Geraardsbergen werd goedgekeurd;
Overwegende dat de jaarrekening 2020 van de gemeente Geraardsbergen werd overgemaakt aan de toezichthoudende overheid;
Gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur houdende de goedkeuring van de jaarrekening 2020 van de gemeente en het OCMW Geraardsbergen door de Gouverneur op 7 december 2021;
Gelet op artikelen 241, 243, 260-262 en artikel 332, §1 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 17 tot en met 26;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen, en in het bijzonder de artikelen 2 tot en met 4;
Enig artikel:
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van 7 december 2021 houdende de goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2021 van de gemeente en het OCMW Geraardsbergen.
Gelet op het besluit van het schepencollege van 18 juli 2016 betreffende de gunning van de opdracht 'Ruimtelijke ordening - opmaak van een ruimtelijke visie en stedenbouwkundig kader voor hoger bouwen - aanstellen studiebureau' aan BUUR cvba;
Gelet op het besluit van het schepencollege van 19 juni 2017 betreffende de goedkeuring van de visie 'Hoger bouwen en verdichting in Geraardsbergen' en instemming tot opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) tot juridische verankering van deze visie;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 14 mei 2019 tot goedkeuring van de visie 'Hoger Bouwen en Verdichting in Geraardsbergen';
Overwegende dat hoger bouwen in de stadskern moet leiden tot een versterking van vijf structuren: de Dender, de Molenbeek, de historische stad, de spoorwegbundel en de Astridlaan;
Overwegende dat er in de deelgemeenten ook kan verdicht worden in de nabijheid van een NMBS-station;
Overwegende dat er bij de Visie Hoger Bouwen en Verdichting zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 14 mei 2019 een aantal strategische sites naar voren werden geschoven waar hoger bouwen wordt vooropgesteld in combinatie met de uitbouw van een blauwgroen netwerk; dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen bakens (toegangspoorten tot de stad) die 8 à 9 bouwlagen hoog kunnen zijn, grootschalige gebouwen (ter realisatie van landschappelijke (groen-)structuren), 6 à 7 bouwlagen hoog en accenten (lokale toegangen & programma's), 4 à 5 bouwlagen hoog; dat er ook een visie naar groei wordt voorgesteld voor de stationsdorpen Schendelbeke, Idegem, Zandbergen en Moerbeke, met name een 'groei op maat'; dat er voor de stadskern en de stationsdorpen een eerste aanzet van contouren werd vastgelegd van 'historisch of beeldbepalend weefsel' en 'zones waar groei mogelijk is'; dat er buiten de groeicontouren verdichting wordt uitgesloten, zowel functioneel als volumetrisch; overwegende dat er hierdoor geen meergezinswoningen en te dense verkavelingen meer kunnen plaatsgrijpen zodoende het 'dorpse' karakter te behouden;
Overwegende dat op 14 mei 2019 ook werd gesteld dat er een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dient te worden opgemaakt zodoende de visie juridisch te verankeren, indien het ruimtelijk traject vanuit de provincie Oost-Vlaanderen 'Afbakening kleinstedelijk gebied Geraardsbergen' geen provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) oplevert die uitvoering geeft aan de conclusies uit de visie;
Overwegende dat de provincie Oost-Vlaanderen in zijn nota aan het schepencollege en dat vervolgens is besproken geweest op 25 november 2019 duidelijk heeft gemaakt dat er zal worden gewerkt met een afbakeningslijn, waardoor er geen algeheel instrument voor het grondgebied Geraardsbergen zal komen;
Overwegende dat bijgevolg de omzetting van een visie naar een ruimtelijk instrument op gemeentelijk niveau zal moeten plaatsgrijpen;
Overwegende dat op 29 juni 2021 door het schepencollege bij besluit een onderzoek naar het voorzieningenniveau in de deelgemeenten aan BUUR cvba heeft gevraagd ter creatie van bepaalde ontwikkelingsmogelijkheden in dorpen met een goed voorzieningenniveau;
Overwegende dat uit het onderzoek van Sweco (waartoe BUUR cvba op heden behoort) blijkt dat er bij slechts 3 niet-stationsdorpen een voldoende voorzieningenniveau wordt bereikt, zijnde Ophasselt, Overboelare en Viane; dat er werd vastgesteld dat in stationsdorp Zandbergen daarentegen te weinig voorzieningen aanwezig zijn, waardoor de ontwikkelingsmogelijkheden dienen te worden bijgestuurd; dat er aldus een voorstel van vernieuwde hetzij beperkte verdichting wordt voorgesteld in Ophasselt, Viane en Zandbergen; dat er hierbij wordt gewerkt met specifieke verdichtingscontouren op maat van het dorp; dat er in Overboelare op heden geen verruiming van de ontwikkelingsmogelijkheden wordt voorgesteld maar dat er een zoekzone wordt afgebakend, dewelke verder moet worden uitgeklaard in de procedure van het RUP en waaraan in het RUP een meer concrete verdichting- of transformatiestrategie kan gekoppeld worden;
Gelet op de bespreking van het ontwerpdocument 'Hoger bouwen en verdichting in Geraardsbergen - Evaluatie & verfijning visie dorpen' op de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening (GECORO) op 7 oktober 2021 en het bijhorend advies;
Overwegende dat de GECORO de evaluatie en verfijning van de visie voor de dorpen gunstig heeft geadviseerd mits de contour voor Zandbergen werd verruimd; dat in het voorliggende document (versie december 2021) aan dit advies werd voldaan;
Overwegende dat de geldende ruimtelijke Visie Hoger Bouwen en Verdichting aldus wordt aangepast voor wat betreft deelgemeenten Ophasselt, Overboelare, Viane en Zandbergen;
Gelet op de beslissing van het schepencollege van 6 december 2021 tot goedkeuring van het document 'Hoger bouwen en verdichting in Geraardsbergen - Evaluatie & verfijning visie dorpen', versie december 2021;
Overwegende dat de Visie Hoger Bouwen en Verdichting op bepaalde vlakken (bijv. bouwlagen) strijdig is met het huidig Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS); dat gemeentelijke RUP's horen conform te zijn aan het GRS;
Overwegende dat een partiële herziening van het GRS inzake hoger bouwen en verdichting noodzakelijk is, zodoende nadien de Visie Hoger Bouwen en Verdichting te kunnen verankeren in een gemeentelijk RUP;
Gelet op de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, zoals vastgesteld bij besluit van 15 mei 2009 van de Vlaamse Regering, en latere wijzigingen, houdende de coördinatie van de decreetgeving op de ruimtelijke ordening, inzonderheid hoofdstuk II, afdeling 4;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de vorm en de inhoud van de ruimtelijke uitvoeringsplannen;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 mei 1978 houdende de vaststelling van het gewestplan Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem, gewijzigd bij latere besluiten;
Gelet op de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 september 1997, 12 december 2003 en 17 december 2010 houdende definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en de eerste en de tweede herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd, voor wat de bindende bepalingen betreft, bij decreten van respectievelijk 17 december 1997, 19 maart 2004 en 16 februari 2011;
Gelet op het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 18 februari 2004 en het ministerieel besluit van 25 augustus 2009 houdende goedkeuring van de gedeeltelijke herziening van het PRS Oost-Vlaanderen -toevoeging provinciaal beleidskader windturbines;
Gelet op het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van Geraardsbergen, zoals goedgekeurd door de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen op 1 maart 2012;
Er is budget voorzien voor de opmaak van een partiële herziening van het GRS op volgende budgetsleutel:
Artikel 1:
Het document 'Hoger bouwen en verdichting in Geraardsbergen - Evaluatie & verfijning visie dorpen', versie december 2021 wordt goedgekeurd.
Artikel 2:
Er wordt goedkeuring verleend tot opmaak van een partiële herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, specifiek inzake hoger bouwen en verdichting.
In de jaren 1990 werd de Gapenberg vanaf kruispunt Brambroek tot aan de gemeentegrens (en verder aansluiting met de N42) door het Vlaamse gewest overgedragen aan de stad. Naar aanleiding van deze overdracht werd door Studiebureau VDS een rooilijnplan opgemaakt.
Het stukje grond, voorwerp van deze beslissing, staat volgens het rooilijnplan aangeduid als "grond in te lijven in de openbare weg", hetgeen inhoudt dat het stukje private eigendom is. Het rooilijnplan uit 1998 is nooit gerealiseerd.
Volgens het kadaster echter staat het stukje grond gekend als openbaar domein.
Overeenkomstig een vaste rechtspraak heeft de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie sector Opmetingen en Waarderingen (voorheen kadaster) hoofdzakelijk tot doel een billijke inning van de onroerende voorheffing mogelijk te maken, en is het geenszins bestemd om het bewijs te leveren van het eigendomsrecht volgens het burgerlijk recht. Het kan hoogstens een vermoeden verschaffen bij gebrek aan andere bewijselementen.
Kadastrale gegevens of aanduidingen:
- hebben uit zichzelf geen rechtstreekse bewijskracht op burgerlijk vlak, zoals daarentegen wel het geval is met een geldige eigendomstitel of met de andere in het Burgerlijk Wetboek bepaalde rechtsmiddelen,
- kunnen niet, uit zichzelf, als bewijskrachtige gegevens worden beschouwd met betrekking tot de juiste ligging en grootte van de eigendommen, noch tot hun afbeelding, noch tot de identificatie van de overgedragen goederen,
- kunnen niet uit zichzelf het bewijs leveren van het daadwerkelijk en feitelijk eigendomsrecht of bezit op een wel bepaald tijdstip.
Met de gekende informatie en documenten is de aanduiding van het stukje grond als zijnde openbaar domein duidelijk een materiële vergissing in het kadaster.
De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie kan echter niet de kadastrale gegevens aanpassen zonder dat de stad bevestigt dat het bewuste stukje grond niet tot haar openbaar domein behoort.
De stad heeft geen enkel algemeen belang om het stukje grond alsnog bij de openbare weg in te lijven.
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur.
Beslissing van de gemeenteraad van 10 september 1998 houdende vaststelling van het rooilijnplan voor de Gapenberg.
Artikel 1:
Te verklaren dat het stukje grond gelegen te Ophasselt ter hoogte van de hoek van de Gapenberg met de Patattenstraat, overeenkomstig het rooilijnplan uit 1998 nooit bij de openbare weg werd ingelijfd en aldus (nog steeds) tot private eigendom behoort. De stad heeft niet de intentie om dit stukje grond bij de openbare weg in te lijven.
De gemeenteraad ging in haar beslissing van 7 juli 2020 akkoord om met de vzw Onderwijspatrimonium Bisdom Gent (eigenaar) en de vzw Gezondheidscentrum Ninove (CLB) (erfpachter) een overeenkomst voor minstens dertig jaar af te sluiten voor het gebruik van hun private eigendom in de Vierwindenstraat als publieke parking.
De overeenkomst diende nog te worden ondertekend (de werken zijn beëindigd in de zomer van 2021).
de vzw Gezondheidscentrum is ondertussen echter ontbonden en opgevolgd door twee vzw's: de vzw Vrije CLB Archipel, Kattestraat 22, 9800 Deinze en de vzw Andromeda Beheer, Visstraat 14, 9900 te Eeklo.
De vzw's stellen ook nog enkele niet-essentiële aanpassingen aan de overeenkomst voor:
- verduidelijken dat het de parkeerplaatsen betreft buiten hun omheining
- dat zij als erfpachters niet verantwoordelijk zijn voor gebeurlijke schadegevallen op de parking
- het schrappen van de toelating voor voertuigen tot 3,5 ton
De gevraagde aanpassingen, behalve het schrappen van de tonnagebeperking zijn aanvaardbaar, een aangepast ontwerp van overeenkomst werd in die zin opgemaakt.
Artikel 41 van het Gemeentedecreet.
Besluit van de gemeenteraad van 7 juli 2020 houdende goedkeuring om met (onder andere) de vzw Bisschoppelijke Colleges Oost-Vlaanderen een overeenkomst af te sluiten voor het langdurig gebruik van hun private eigendom voor een parking.
Het gebruik is kosteloos, behoudens regulier onderhoud door de stad.
Artikel 1:
Akkoord te gaan om met de VZW Vrije CLB Archipel, Kattestraat 22, 9800 Deinze en de VZW Andromeda Beheer, Visstraat 14, 9900 te Eeklo, een overeenkomst af te sluiten voor het gebruik van hun private eigendom gelegen in de Vierwindenstraat, met het oog op de inrichting van een publieke parking.
Artikel 2:
Het aangepast ontwerp van overeenkomst, bijlage van dit besluit, wordt goedgekeurd:
- overeenkomst van dertig jaar, hernieuwbaar
- stad kan te allen tijde opzeggen, eigenaar en erfpachters enkel in onderlinge toestemming
- stad bekostigt de vernieuwing van de verharding en zorgt voor het onderhoud en markering parkeerplaatsen
- de eigenaar en erfpachters kunnen nog over drie parkeerplaatsen beschikken op hun eigendom
Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst zoals goedgekeurd door de raad van 7 juli 2020.
Gelet op het gewestplan Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem, goedgekeurd op 30 mei 1978, dat een gebied afbakent van ± 15 ha met als bestemming zone voor KMO & ambachtelijke bedrijven, gelegen tussen de Astridlaan (N42), de Molendreef, de Gemeldorpseweg, spoorlijn 122 (Geraardsbergen-Melle) en de Dammersbeek;
Gelet op de eerdere vraag van de stad aan het AGB om de ontwikkeling van de KMO zone op zich te nemen;
Gelet op de door het AGB reeds genomen stappen, zijnde grondverwervingen (2010 tot 2017), het aanstellen van een studiebureau (26/08/2011) en andere historiek hieromtrent;
Gelet op de aanleiding om SOLVA te betrekken bij de ontwikkeling daar zij voldoende expertise hebben in deze materie;
Overwegende dat het de bedoeling is dat SOLVA in eigen beheer deze KMO zone zal ontwikkelen, waarbij de stad hen vraagt alle gronden inclusief samenwerking met het studiebureau over te nemen;
Overwegende dat de wens van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen is om op korte termijn te willen overgaan tot de ontwikkeling van dit bedrijventerrein;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen lid is van de intercommunale SOLVA;
Gelet op de statuten van SOLVA, meer bepaald artikel 3 waarin de doelstelling van dit intergemeentelijk samenwerkingsverband onder meer wordt bepaald als volgt :
“……… 2 De economische, recreatieve en culturele ontwikkeling van het werkingsgebied door:
2.2. het benaarstigen van de uitbreiding van de bestaande nijverheids -, handels -, en ambachtsbedrijven, het vestigen van nieuwe ondernemingen, het benaarstigen van de recreatieve en culturele infrastructuur door : het bestemmen, verwerven, uitrusten en bouwrijp maken van terreinen, het bouwen of aanpassen van nijverheidsinrichtingen of gebouwen met een recreatieve of culturele inslag, het in concessie geven, erfpacht geven, verhuren, huren of leasen van zelfde terreinen en gebouwen van of aan natuurlijke of rechtspersonen mits de voorwaarde ze te gebruiken waarvoor ze werden opgericht…………”
Gelet uit artikel 30 van de Wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016 volgt dat deze Wet niet van toepassing is op overheidsopdrachten geplaatst door een aanbestedende overheid bij een publiekrechtelijke rechtspersoon, wanneer de aanbestedende overheid - samen met andere aanbestedende overheden - op de publiekrechtelijke rechtspersoon toezicht uitoefent zoals op haar eigen diensten;
Overwegende dat SOLVA:
Overwegende dat SOLVA al eerder door de Hogere Overheid als ontwikkelaar en onteigenende instantie van bedrijventerreinen is aangeduid waaruit zonder meer blijkt dat zij gemachtigd kan worden alle nodige stappen te zetten;
Gelet op het besluit van 25 juni 2007 van de Raad van Bestuur van SOLVA waarbij eventuele financiële overschotten bij het realiseren van projecten ten goede komen van de stad middels de inschrijving van deze overschotten op een rekening-courant die door de betrokken stad kan worden aangewend voor het realiseren van andere projecten;
Overwegende dat aldus het toevertrouwen van de ontwikkeling van dit bedrijventerrein aan SOLVA voor de stad als voordeel heeft dat enerzijds de eigen administratie niet met deze taak wordt bezwaard, dat anderzijds de financiële overschotten die bij de realisatie van dit industrieterrein kunnen worden gerealiseerd, haar volledig ten goede komen;
Overwegende dat SOLVA bij het ontwikkelen van zijn projecten alle stappen steeds in nauw overleg met het opdrachthoudend bestuur zet;
Overwegende dat rekening wordt gehouden met de ontsluitingsproblematiek op de N42, in beheer van het Agentschap Wegen & Verkeer, met name een tijdelijke ontsluiting in afwachting van een definitieve ontsluiting op het kruispunt van de Zonnebloemstraat;
Gelet op een eerdere vraag van de stad aan het AGB om de ontwikkeling van de KMO zone op zich te nemen, de reeds genomen stappen door het AGB zijnde grondverwervingen (2010 tot 2017), aanstellen studiebureau (26/08/2011) en andere historiek hieromtrent.
Gelet op de aanleiding om SOLVA te betrekken bij de ontwikkeling aangezien zij voldoende expertise hebben in deze materie;
Overwegende dat het de bedoeling is dat Solva in eigen beheer deze KMO zone zal ontwikkelen waarbij de stad hen vraagt alle gronden inclusief samenwerking met het studiebureau over te nemen;
Gelet op het gewestplan Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem, goedgekeurd op 30 mei 1978;
Gelet op artikel 40 , 41 , 231-244 van het decreet lokaal bestuur;
Gelet op het besluit van 25 juni 2007 van de Raad van Bestuur van SOLVA waarbij eventuele financiële overschotten bij het realiseren van projecten ten goede komen van de stad middels de inschrijving van deze overschotten op een rekening-courant die door de betrokken stad kan worden aangewend voor het realiseren van andere projecten;
Artikel 1:
SOLVA opdracht te geven tot de ontwikkeling van het lokaal bedrijventerrein Nederboelare te Geraardsbergen en daartoe de reeds verworven gronden, de gemaakte overeenkomsten en contracten met het studiebureau over te nemen van het AGB, eventuele andere nodige gronden te verwerven (inclusief het optreden als onteigenende instantie en het integraal voeren en doorlopen van eventueel noodzakelijke onteigeningsprocedures), het ontwerp te vervolledigen, in te staan voor de aanleg van de infrastructuur, de verkoop en het parkmanagement, alles in nauw overleg met de bestuursorganen en de administratie van de stad.
Artikel 2:
SOLVA opdracht te geven de eventuele financiële overschotten van de ontwikkeling van dit project, zoals ze uit de boekhouding van SOLVA blijken, en zoals deze aan de vertegenwoordigers van de stad zullen worden voorgelegd, in te schrijven op een rekening-courant die door de stad kan worden gebruikt voor het realiseren van andere projecten.
Artikel 3:
SOLVA te verzekeren dat het bestuur alle inspanningen zal leveren en haar medewerking zal verlenen om de ontsluitingsproblematiek of andere problematieken die de vergunbaarheid in het gedrang zouden brengen aan te pakken en op te lossen en aldus de realisatie te bevorderen.
Artikel 4:
SOLVA opdracht te geven tot de opmaak van een samenwerkingsovereenkomst voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein en deze te agenderen op een eerstvolgende gemeenteraad.
Overwegende dat stad Geraardsbergen de wens heeft om een fietsstad te worden via onder meer investeringen in fietsinfrastructuur;
Overwegende dat de stad Geraardsbergen binnen het ‘Plan Kopenhagen’ van de Vlaamse Overheid een trekkingsrecht is toegekend van 761.388,01 euro;
Overwegende dat de realisatie van het functioneel fietsroutenetwerk subsidiabel is mits de nodige projectnota’s voorgelegd worden;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen de begeleiding van dit project wil uitbesteden, deze begeleidingsopdracht houdt in:
- Selectie van projecten,
- Het doorlopen van de correcte projectmethodologie met startnota en projectnota,
- De technische uitwerking van de geselecteerde projecten en
- De aanvraag van de subsidiemiddelen;
Overwegende dat het dienstverlenend samenwerkingsverband SOLVA, Gentsesteenweg 1B te 9520 Sint-Lievens-Houtem de nodige diensten kan aanbieden voor de begeleiding van dit project;
Overwegende dat artikel 30 van de wetgeving overheidsopdrachten volgende drie voorwaarden vooropstelt waaraan een in-house opdracht dient te voldoen:
- de aanbestedende overheid dient toezicht uit te oefenen op de rechtspersoon zoals op zijn eigen diensten,
- meer dan 80% van de activiteiten van de gecontroleerde rechtspersoon worden uitgevoerd ten behoeve van de controlerende aanbestedende overheid of door andere controlerende aanbestedende overheden en
- er is geen directe participatie van privé-kapitaal in de gecontroleerde rechtspersoon, met uitzondering van geen controle of blokkerende macht opgeleverde vormen van participatie van privé-kapitaal, vereist krachtens de nationale wetgeving, in overeenstemming met de verdragen, die geen beslissende invloed uitoefenen op de gecontroleerde rechtspersoon;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen lid is van het intergemeentelijk samenwerkingsverband SOLVA;
Gelet op de samenwerkingsovereenkomst van Solva met bijhorende uitvoeringsvoorwaarde dat integraal deel uitmaakt van deze beslissing;
Overwegende dat uit de samenwerkingsovereenkomst kan worden vastgesteld dat het intergemeentelijk samenwerkingsverband SOLVA:
- over de nodige theoretische expertise en praktische ervaring beschikt om de realisatie van dit project tot een goed einde te brengen en
- bij het uitvoeren van de opdracht alle stappen steeds in nauw overleg met het opdrachtgevend bestuur zal zetten;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 houdende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 houdende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 houdende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 houdende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 30, betreffende opdrachten die niet onder het toepassingsgebied van deze wet vallen;
Overwegende dat de totale kostprijs voor deze begeleidingsopdracht wordt geraamd op 10% van de uitvoeringskost;
Overwegende dat op basis van de geraamde mogelijk uit te voeren werken, de studiekost wordt geraamd op:
Overwegende dat de kosten voor deze opdracht zullen worden voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 bij de eerstvolgende aanpassing: BI 020000 (Wegen) - AR 21400000 (Plannen en studies) - Actieplan AP MOB 03 - Actie MOB 03 03 (Fietsinfrastructuur uitvoering plan Kopenhagen) - SubProject FIETSVERB (Aanleg fietsverbindingen);
Gelet op het visum verleend door waarnemend financieel beheerder Wendy Mertens op 1 december 2021;
Artikel 1:
De samenwerkingsovereenkomst van SOLVA betreffende de opdracht 'Mobiliteit. Aanstellen SOLVA voor de begeleiding bij de aanvraag van subsidies voor fietsinfrastructuur.' met bijhorende uitvoeringsvoorwaarden, wordt goedgekeurd.
Artikel 2:
Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het dienstverlenend samenwerkingsverband Solva, Gentsesteenweg 1B te 9520 Sint-Lievens-Houtem waarvan het LOkaal Bestuur Geraardsbergen lid is.
Overwegende dat de heer Jeroen Visser in de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) zetelt als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geleding ‘vereniging van werknemers’, en dit als effectief lid;
Gelet op de e-mail van 25 juni 2021 van Jeroen Visser waarin hij zijn ontslag geeft als effectief lid binnen de GECORO; dat dit tevens werd bevestigd in een schrijven van 31 augustus 2021 van ACV Oost-Vlaanderen;
Gelet op het schrijven van 26 oktober 2021 van ACV Oost-Vlaanderen waarin Patrick Franceus, het huidig plaatsvervangend lid binnen de GECORO als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geleding ‘vereniging van werknemers’, wordt voorgedragen als effectief lid binnen deze geleding en waarbij Erik Van Laecke wordt voorgedragen als plaatsvervangend lid binnen deze geleding;
Gelet op de e-mail van 12 november 2021 van ACLVB Zone Zuid Oost-Vlaanderen waarin Phebe Devos wordt voorgedragen om in de GECORO te zetelen als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geleding ‘vereniging van werknemers’;
Overwegende dat het wenselijk is dat verschillende werknemersorganisaties vertegenwoordigd zijn in de GECORO en dat daarom de kandidatuur van Erik Van Laecke niet wordt weerhouden;
Overwegende dat het logisch is dat het huidig plaatsvervangend lid dat optreedt als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geleding ‘vereniging van werknemers’, door het ontslag van het effectief lid, het mandaat als effectief lid opneemt en dat het nieuw lid optreedt als plaatsvervangend lid;
Overwegende dat de heer Geert Van den Hole in de GECORO zetelt als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geleding ‘sport’, en dit als plaatsvervangend lid;
Gelet op de e-mail van 31 januari 2020 van Geert Van den Hole waarin hij zijn ontslag geeft als plaatsvervangend lid binnen de GECORO;
Gelet op de e-mail van 9 augustus 2021 van Armand Matthijs, met daarin de kandidatuur van Armand Matthijs om als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geleding ‘sport’ te zetelen in de GECORO; dat Armand Matthijs in de mail aangeeft dat hij actief betrokken is in verschillende sportverenigingen, dat hij al verschillende sportopleidingen heeft gevolgd en ook interesse heeft in de materie van stedenbouw en ruimtelijke ordening;
Overwegende dat volgens artikel 304§3 van het decreet lokaal bestuur hoogstens twee derde van de leden van hetzelfde geslacht mag zijn en dat met de beoogde hersamenstelling hier nog steeds wordt aan voldaan;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals vastgesteld bij besluit van 15 mei 2009 van de Vlaamse Regering, houdende de coördinatie van de decreetgeving op de ruimtelijke ordening, inzonderheid artikel 1.3.3;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;
Overwegende dat deze beslissing geen budgettaire weerslag zal hebben;
Artikel 1:
In toepassing van artikel 1.3.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt Patrick Franceus benoemd om, in vervanging van Jeroen Visser, als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geleding ‘vereniging van werknemers’ (effectief lid) te zetelen in de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
Artikel 2:
In toepassing van artikel 1.3.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt Phebe Devos benoemd om, in vervanging van Patrick Franceus, als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geleding ‘vereniging van werknemers’ (plaatsvervangend lid) te zetelen in de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
Artikel 3:
In toepassing van artikel 1.3.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening wordt Armand Matthijs benoemd om, in vervanging van Geert Van den Hole, als vertegenwoordiger van de maatschappelijke geleding ‘sport’ (plaatsvervangend lid) te zetelen in de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening.
Gelet op de goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen van 13 februari 2017 inzake het afsluiten van een sociaal woonbeleidsconvenant;
Gelet op het ondertekend sociaal woonbeleidsconvenant van 27 november 2017, waarin gesteld wordt dat het sociaal woonbeleidsconvenant het aantal sociale huurwoningen bevat dat de gemeente zal realiseren bovenop het bindend sociaal objectief;
Gelet op de voortgangstoets van 13 juli 2020 waarbij Geraardsbergen ingedeeld wordt in categorie 1, zijnde de gemeenten die op schema zitten om hun bindend sociaal objectief te behalen;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 19 oktober 2020 waarbij beslist werd niet in te gaan op het voorstel van het SVK Zuid-Oost-Vlaanderen inzake het realiseren van bijkomende sociale woningen via de SVK Pro-procedure alsook geen bijkomende sociale woningen te realiseren tot de sociale woonactor is gevormd op 1 januari 2023;
Gelet op de goedkeuring van de afbakening van het werkingsgebied Dender Zuid voor de vorming van de toekomstige woonmaatschappij op de gemeenteraad van 5 oktober 2021;
Gelet op het afsprakenkader over de afbakening van het werkingsgebied voor de nieuwe woonmaatschappij in Dender Zuid, en de bijhorende bijlage;
Overwegende dat het OCMW in 2020 een stijging van 23% ervaarde in het aantal aanvragen naar leefloon en er momenteel een onderzoek loopt naar wat de voornaamste reden is waarom mensen leefloon in Geraardsbergen aanvragen door onderzoeksbureau De Wilde SDO. Beleidsaanbevelingen vanuit dit onderzoek worden in de loop van 2022 verwacht;
Overwegende dat er reeds door de sociale huisvestingsmaatschappijen en SVK Zuid-Oost-Vlaanderen gecombineerd 486 sociale huurwoningen in Geraardsbergen beheerd worden en er nog 82 bijkomende sociale huurwoningen gepland staan om te realiseren;
Overwegende dat de bestaande sociale huurwoningen beheerd door een sociale huisvestingsmaatschappij sedert 1 januari 2021 in Geraardsbergen niet langer uitgesloten zijn van de verplichting tot het verplicht hebben van een geldig conformiteitsattest;
Overwegende dat uit de kwaliteitscontroles blijkt dat deze sociale huurwoningen gebreken vertonen van categorie II en III op het technisch verslag, zoals aangegeven in mailverkeer met de sociale huisvestingsmaatschappij op 13 oktober 2021;
Gelet op het advies van het lokaal woonoverleg op 16 november 2021 waarbij alle partners akkoord gaan met de beschreven visie, maar vragen om duidelijk toe te voegen dat deze visie wordt aangehouden tot de vorming van de nieuwe woonmaatschappij. In overleg kan de visie op lange termijn worden bijgesteld;
Gelet op de kennisname van dit agendapunt op het college van burgemeester en schepenen van 22 november 2021;
Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode;
Gelet op het decreet houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen, zoals bekrachtigd en afgekondigd door de Vlaamse Regering op 09/07/2021 (B.S. 10/09/2021), waarbij een regelgevend kader met betrekking tot de woonmaatschappijen wordt gecreëerd;
Gelet op de tweede goedkeuring van de Vlaamse Regering van 5 maart 2021 over het ontwerp van decreet voor de invoering van de woonmaatschappijen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 waarbij de afbakening van de referentieregio's definitief werd vastgesteld;
Gelet op de artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur;
Geen financiële impact,
Artikel 1:
Goed te keuren van de visie sociaal wonen in Geraardsbergen, die stelt:
- in de komende jaren geen bijkomende sociale huurwoningen te realiseren, bovenop het sociaal bindend objectief en eerder goedgekeurde sociaal woonbeleidsconvenant, tot de sociale woonactor is gevormd op 1 januari 2023;
- in te zetten op de optimalisatie van het bestaand sociaal woningaanbod zodat alle sociale huurwoningen conform de Vlaamse codex wonen van 2021 zijn;
- in te zetten op de leefkwaliteit van de bewoners in hun buurt, wijk.
Deze visie is onder voorbehoud van opportuniteiten die zich zouden aandienen voor het lokaal bestuur en wordt na 1 januari 2023 verder afgestemd met de nieuw gevormde sociale woonmaatschappij en de andere relevante partners.
Gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 4 oktober 2021 betreffende de klacht tegen de invoeren op 1 september 2021 van een 12 fietsstraten tellende fietsstratenzone in het stadscentrum van de stad Geraardsbergen omwille van:
Gelet op het gemotiveerd antwoord van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen aan het Agentschap Binnenlands Bestuur van 18 oktober 2021;
Gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 18 november 2021 met hun bevindingen betreffende deze klacht; dat de gouverneur van oordeel is dat de beslissing van de gemeenteraad van 6 juli 2021 met betrekking tot de inrichting van een fietszone in het stadscentrum van Geraardsbergen niet strijdig is met de wet of met de beginselen van behoorlijk bestuur en dit ook aan de klager zo mee te delen; dat de aanwezigheid binnen de fietsstratenzone van nog twee andere zonale reglementeringen, nl. een zone betalend parkeren en een zone 30 niet strijdig is met de code van de wegbeheerder;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Enig artikel:
Kennis te nemen van de bevindingen van het Agentschap Binnenlands Bestuur in verband met de klacht aangaande het invoeren op 1 september 2021 van een 12 fietsstraten tellende fietsstratenzone in het stadscentrum van de stad Geraardsbergen. De gouverneur is van oordeel dat de beslissing van de gemeenteraad van 6 juli 2021 met betrekking tot de inrichting van een fietszone in het stadscentrum van Geraardsbergen niet strijdig is met de wet of met de beginselen van behoorlijk bestuur. De aanwezigheid binnen de fietsstratenzone van nog twee andere zonale reglementeringen, nl. een zone betalend parkeren en een zone 30 is niet strijdig met de code van de wegbeheerder.
Gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 12 oktober 2021 betreffende de klacht tegen het feit dat de gemeenteraad van 5 oktober 2021 enkel met audio- en niet met video-streaming plaats vond en bijgevolg niet in overeenstemming was met de verplichte openbaarheid van de gemeenteraad.
Gelet op het gemotiveerd antwoord van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen aan het Agentschap Binnenlands Bestuur van 25 oktober 2021;
Gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 7 december 2021 met hun bevindingen betreffende deze klacht. De gouverneur is van oordeel dat er geen probleem was met de openbaarheid van de gemeenteraad, aangezien het hier een fysieke raad betrof. Een livestream is enkel verplicht indien de raadszittingen digitaal plaats vinden of bij een fysieke/hybride zitting waarbij geen publiek mogelijk is.
Gelet op artikel 56 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Enig artikel:
Kennis te nemen van de bevindingen van het Agentschap Binnenlands Bestuur in verband met de klacht tegen het feit dat de gemeenteraad van 5 oktober 2021 enkel met audio- en niet met video-streaming plaats vond en bijgevolg niet in overeenstemming was met de verplichte openbaarheid van de gemeenteraad. De gouverneur is van oordeel dat er geen probleem was met de openbaarheid van de gemeenteraad, aangezien het hier een fysieke raad betrof. Een livestream is enkel verplicht indien de raadszittingen digitaal plaats vinden of bij een fysieke/hybride zitting waarbij geen publiek mogelijk is.
Gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 4 oktober 2021 betreffende de klachten tegen het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 06 september 2021 inzake herinrichting Den Bleek, inzonderheid artikel 5;
Gelet op het gemotiveerd antwoord van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen aan het Agentschap Binnenlands Bestuur van 25 oktober 2021;
Gelet op de brief van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 8 december 2021 met hun bevindingen betreffende deze klacht. De gouverneur is van oordeel dat in onderhavig dossier geen schending is van enige rechtsvorm noch van het algemeen belang;
Gelet op artikel 56 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2019,
Niet van toepassing;
Enig artikel:
Kennis te nemen van de bevindingen van het Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende de klachten tegen het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 06 september 2021 inzake herinrichting Den Bleek, inzonderheid artikel 5. De gouverneur is van oordeel dat in onderhavig dossier geen schending is van enige rechtsvorm noch van het algemeen belang.
Enig artikel:
De notulen van de gemeenteraad van 9 november 2021 goed te keuren.
De voorzitter sluit de zitting op 22/12/2021 om 12:56.
Namens Gemeenteraad,
Veerle Alaert
Algemeen Directeur
Rudy Frederic
Voorzitter gemeenteraad