Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen aangesloten is bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband ILvA;
Gelet op het aangetekend schrijven van 21 oktober 2022 van ILvA waarin de stad wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de bijzondere algemene vergadering die op 13 december 2022 plaatsvond ;
Overwegende dat een dossier met documentatiestukken aan het Lokaal Bestuur Geraardsbergen overgemaakt werd;
Overwegende dat de agenda van de bijzondere algemene vergadering volgende agendapunten bevat:
Overwegende dat de agenda van deze bijzondere algemene vergadering enkel ter kennisgeving kan worden voorgelegd aan de gemeenteraad, aangezien deze reeds plaatsgevonden heeft;
Overwegende dat raadslid Godelieve Dauw in zitting van 29 januari 2019 door de gemeenteraad werd aangeduid als vertegenwoordiger van de stad om deel te nemen aan de (buitengewone) algemene vergaderingen van ILvA;
Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking;
Gelet op artikel 41 en 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Artikel 1:
Kennis te nemen van de agenda van de bijzondere algemene vergadering van ILvA van 13 december 2022 en de daarbij behorende documentatie:
Gelet op de brief van 4 oktober 2022, waarbij de auteur en eigenaar meldt de wens te hebben een bronzen beeld, genaamd 'Jack in the Green' 1988-1989 (220 x 190 x 45cm groot), te willen schenken aan de stad Geraardsbergen;
Overwegende dat de kunstenaar, afkomstig uit Geraardsbergen, een internationaal gerenommeerd beeldhouwer en grafisch kunstenaar is;
Overwegende dat het lokaal bestuur nog niet in het bezit is van een werk van deze kunstenaar en dit beeld een verrijking van het stadspatrimonium zou betekenen;
Overwegende dat de schenker het beeld graag vóór de Sint-Bartholomeuskerk geplaatst ziet, daar waar zich momenteel het elektronisch infopaneel bevindt;
Overwegende dat als gevolg hiervan het elektronisch infobord dient verplaatst te worden en de kosten hiervan ten laste van de stad komen;
Gelet op het positief advies hierin van de erfgoedconsulent Bouwkundig Erfgoed;
Gelet op artikel 894 van het burgerlijk wetboek inzake schenkingen onder levenden;
Gelet op artikel 41, 12° van het decreet lokaal bestuur,
Overwegende dat de kosten voor de plaatsing van het beeld voorzien zijn in het meerjarenplan 2020-2025 , voor boekjaar 2023 op budgetsleutel BI 073900 (Overig Kunst- en cultuurbeleid) – AR 26500000 (Kunstwerken-niet erfgoed) – Investeringsproject IP CULTUUR – SubProject KUNST;
Artikel 1:
De schenking van het kunstwerk 'Jack in the Green' te aanvaarden.
Artikel 2:
Een afschrift van deze beslissing te bezorgen aan de schenker.
Gelet op het Ministerieel besluit van minister Matthias Diependaele van 28 mei 2021 tot voorwaardelijke goedkeuring van de verordening van 23 februari 2021 van de gemeenteraad van Geraardsbergen houdende het verplicht stellen van het conformiteitsattest;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 6 juli 2021 waarin het reglement betreffende het algemeen verplicht conformiteitsattest aangepast werd;
Gelet op de e-mail van 15 juli 2022 van de deskundige team woningkwaliteitsbeleid en instrumenten van het agentschap Wonen Vlaanderen, waarin er gevraagd wordt artikel 5, §1 aan te passen zodat geen rechtsonzekerheid ontstaat;
Overwegende dat de definities in het reglement worden aangepast aan de meest recente inzichten zoals "elke woning die als hoofdverblijfplaats verhuurd wordt of te huur of ter beschikking gesteld wordt";
Overwegende dat in het reglement wordt toegevoegd dat een jaarlijks terugkerende verplichting is om het conformiteitsattest (alsnog) aan te vragen op de verjaardag van het ontstaan van de verplichting opdat het voor een eigenaar van een woning niet makkelijker wordt om de gas boete te betalen dan de de woning te renoveren;
Overwegende dat er in het reglement wordt verduidelijkt dat de eigenaar van de woning verantwoordelijk is voor de aanvraag van een conformiteitsattest en het reglement pas in werking kan treden na de goedkeuring door de Minister van Wonen;
Gelet op de mail van 24 november 2022 van de deskundige team woningkwaliteitsbeleid en instrumenten van het agentschap Wonen Vlaanderen, waar hij aangeeft geen opmerkingen te hebben op het voorgestelde aangepaste reglement;
Gelet op het gemeentelijk reglement voor de veralgemeende invoering van het conformiteitsattest goedgekeurd door de gemeenteraad van 15 maart 2016, gewijzigd op 29 augustus 2016, 10 september 2019, 23 februari 2021 en 6 juli 2021;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 40, §3;
Gelet op de Vlaamse Codex Wonen van 2021, in het bijzonder de artikelen 3.3-10;
Gelet op de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, artikel 2 §1.
Gelet op het Ministerieel besluit van minister Matthias Diependaele van 28 mei 2021 tot voorwaardelijke goedkeuring van de verordening van 23 februari 2021 van de gemeenteraad van Geraardsbergen houdende het verplicht stellen van het conformiteitsattest;
Geen financiële impact.
Enig artikel:
Het reglement betreffende het algemeen verplicht conformiteitsattest als volgt aan te passen:
Artikel 1. Definities
Woning: voor de definitie van een “woning” wordt verwezen naar de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997,artikel 2 punt 31°.
Kamer: voor de definitie van een “kamer” wordt verwezen naar de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, artikel 2 punt 10 bis°. wordt aangepast naar
Woning: voor de definitie van een “woning” wordt verwezen naar de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 1.3, § 1, eerste lid, 66°.
Kamer: voor de definitie van een “kamer” wordt verwezen naar de Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 1.3, § 1, eerste lid, 25°.
Artikel 3. Toepassing en uitzonderingen
§ 1. "Voor elke woning die als hoofdverblijfplaats te huur of ter beschikking gesteld wordt, dient voor de woning een geldig conformiteitsattest aanwezig te zijn" wordt aangepast naar "Voor elke woning die als hoofdverblijfplaats verhuurd wordt of te huur of ter beschikking gesteld wordt, dient voor de woning een geldig conformiteitsattest aanwezig te zijn".
Onder artikel 3 wordt een nieuwe paragraaf 3§3 ingevoegd: “Zolang niet aan die verplichting is voldaan, bestaat een jaarlijks terugkerende verplichting om het conformiteitsattest alsnog aan te vragen op de verjaardag van het ontstaan van de verplichting”.
Artikel 5. De titel van artikel 5 wordt aangepast van “Procedure en kostprijs” naar “Vergoeding behandeling aanvraag conformiteitsattest”.
§1 "De aanvraag tot controle van de woning en de procedure zelf dient te gebeuren via het volledig ingevuld en gehandtekend formulier "Aanvraagformulier conformiteitsonderzoek" of via het online Thuisloket dat terug te vinden is op de website www.geraardsbergen.be." wordt verwijderd.
§2 wordt aangepast van “De kostprijs voor de controle en het afleveren van het conformiteitsattest is vastgelegd in het vigerende stedelijk retributiereglement” naar §1 “De vergoeding om een aanvraag van een conformiteitsattest door de burgemeester te laten behandelen is vastgelegd in het vigerende stedelijk retributiereglement”.
Artikel 7. Sancties
"Inbreuken op dit reglement kunnen gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete. De administratieve geldboete bedraagt maximaal 350 euro en wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar conform de procedure vervat in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties." wordt aangepast naar "Inbreuken op dit reglement kunnen gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete. De eigenaar van de woning is verantwoordelijk. De administratieve geldboete bedraagt maximaal 350 euro per woning en wordt opgelegd door de sanctionerend ambtenaar conform de procedure vervat in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.".
Artikel 8. Inwerkingtreding
“Dit reglement treedt in werking na de goedkeuring van de gemeenteraad” wordt aangepast naar “Dit reglement treedt in werking na de goedkeuring door de Vlaamse Minister van Wonen”.
Overwegende dat ons bestuur in het Meerjarenplan 2020-2025 heeft voorgesteld om de aanvullende belasting op de personenbelasting terug te schroeven naar het Vlaams gemiddelde;
Overwegende dat ons bestuur opteert om hetzelfde niveau van 2022 aan te houden;
Gelet op de artikelen 464 tot en met 470/2 van het wetboek van de Inkomstenbelasting;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2021 houdende vaststelling van de aanvullende gemeentebelasting in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2021;
Gelet op artikel 40 §3 eerste lid en artikel 369 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het budget AR 73010000 - Aanvullende belasting op de personenbelasting en BI 002000 - Fiscale aangelegenheden,
Artikel 1:
Voor het aanslagjaar 2023 een aanvullende belasting te vestigen ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2:
De belasting vast te stellen op 7,8% van het overeenkomstig artikel 466 van het wetboek van de inkomstenbelasting 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3:
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelasting.
Artikel 4:
Afschrift van deze beslissing aangetekend te versturen naar FOD Financiën.
Overwegende dat ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest vanaf het aanslagjaar 2018 stijgt van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen;
Overwegende dat het gewijzigde artikel 2.1.4.0.2, §2, tweede lid van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de gemeenten verplicht om hun gemeentelijke opcentiemen dientengevolge als volgt aan te passen: “Voor iedere gemeente van het Vlaamse Gewest mag het tarief, vermeld in artikel 2.1.4.0.1, op zichzelf de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen van het aanslagjaar waarin dit artikel in werking treedt niet verhogen ten opzichte van het vorig aanslagjaar”;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen over de nodige financiële middelen dient te beschikken om de haar opgelegde taken naar behoren te kunnen vervullen;
Gelet op artikel 170 § 4 van de grondwet;
Gelet op artikel 464/1,1° van het wetboek op de inkomstenbelastingen van 10 april 1992;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex inzake Fiscaliteit;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2021 houdende vaststelling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2022 waarin het aantal opcentiemen werd vastgesteld op 981,62 opcentiemen;
Overwegende dat de ontvangst voorzien is in het exploitatiebudget BI 002000 – Fiscale aangelegenheden – AR: 73000000-Opcentiemen op de onroerende voorheffing,
Artikel 1:
Voor het aanslagjaar 2023, ten bate van het lokaal bestuur 981,62 opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing ten laste van de personen die in de stad belastbaar zijn.
Artikel 2:
De vestiging en de inning zal gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Artikel 3:
Een afschrift van deze beslissing via het Loket voor Lokale besturen (module Toezicht) aan het Agentschap van de Vlaamse Belastingdienst over te maken.
Overwegende dat ingevolge het gewijzigde artikel 2.1.4.0.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de basisheffing van de onroerende voorheffing in het Vlaams Gewest vanaf het aanslagjaar 2018 stijgt van 2,5% naar 3,97% van het kadastraal inkomen;
Overwegende dat het gewijzigde artikel 2.1.4.0.2, §2, tweede lid van de Vlaamse Codex Fiscaliteit de gemeenten verplicht om hun gemeentelijke opcentiemen dientengevolge als volgt aan te passen: “Voor iedere gemeente van het Vlaamse Gewest mag het tarief, vermeld in artikel 2.1.4.0.1, op zichzelf de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen van het aanslagjaar waarin dit artikel in werking treedt niet verhogen ten opzichte van het vorig aanslagjaar”;
Overwegende dat het aangewezen is aan bepaalde bedrijven een teruggave te verlenen van de opcentiemen op de onroerende voorheffing;
Gelet op de email van het Agentschap Binnenlands Bestuur waarin wordt aanbevolen om de teruggave van de opcentiemen aan bepaalde bedrijven op te nemen in een afzonderlijk besluit;
Gelet op artikel 170 § 4 van de grondwet;
Gelet op artikel 464,1, 1° van het wetboek op de inkomstenbelastingen van 10 april 1992;
Gelet op het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex inzake Fiscaliteit;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 december 2022 houdende vaststelling van de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2023 waarin het aantal opcentiemen wordt vastgesteld op 981,62 opcentiemen en waarbij aan bedrijven gedurende 5 jaar teruggave kan verleend worden van de gemeentelijke opcentiemen;
Overwegende dat de ontvangst voorzien is in het exploitatiebudget BI 002000 – Fiscale aangelegenheden – AR: 73000000-Opcentiemen op de onroerende voorheffing,
Artikel 1:
Voor het aanslagjaar 2023 zal:
1.1. Aan de nieuwe bedrijven gedurende vijf jaar teruggave verleend worden van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing, op voorwaarde dat de betrokken bedrijven tot uiterlijk twee maanden na de verzending van het betrokken aanslagbiljet een daartoe strekkende verzoek tot belastingteruggave indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de stad en de nodige bewijsstukken voorleggen.
Van deze teruggave kunnen niet genieten:
1.2. Aan bedrijven, die uitbreiding hebben genomen met als gevolg een vermeerdering van het kadastraal inkomen der bedrijfsgebouwen en bedrijfsterreinen wordt, met betrekking tot en met uitbreiding verband houdend kadastraal inkomen, eveneens gedurende vijf jaren teruggave te verlenen van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing, onder de volgende voorwaarden:
1.3. Van de in dit artikel bedoelde teruggave van belasting zijn uitgesloten de bedrijven waarvan de uitbreiding enkel het gevolg is van inbreng of opslorping van de in het lokaal bestuur bestaande bedrijven.
1.4. De bovenstaande vijfjarige periode neemt een aanvang op 1 januari van het jaar volgend op de ingebruikneming of de uitbreiding van de bedrijven.
Artikel 2:
Deze beslissing te melden via het Loket voor Lokale besturen (module Toezicht) aan het Agentschap van de Vlaamse Belastingdienst.
Gelet op de brief van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken inzake de vergoedingen ten last van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronisch identiteitskaarten en -documenten vanaf 1 januari 2023;
Overwegende dat hierdoor de tarieven van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van elektronische identiteitskaarten en -documenten worden aangepast met ingang van 1 januari 2023;
Overwegende dat deze tariefaanpassing eveneens tot doelstelling heeft de prijzen te aligneren met de ons omringende steden en gemeenten;
Gelet op de financiële toestand van de stad en de financiële noodzakelijkheid tot hernieuwing van het bestaand reglement;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 januri 2019 houdende vaststelling van het retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken en documenten, gewijzigd op 30 december 2019;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3, houdende de vaststelling van de gemeentelijke reglementen;
Gelet op het budget AR 70200010 - Afgifte identiteitsdocumenten - BI 013000-Burgerzaken,
Artikel 1:
Het retributiereglement van 29 januari 2019 op de afgifte van administratieve stukken en documenten, gewijzigd 30 december 2019 met ingang van 1 januari 2023 op te heffen.
Artikel 2:
Met ingang van 1 januari 2023 het retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken en documenten als volgt vast te stellen:
Artikel 1: Afdeling I: Administratieve stukken
1. Afgifte administratieve stukken
Er wordt een retributie geheven op de afgifte van administratieve stukken door de diverse stedelijke diensten. Deze retributie valt ten laste van de personen en/of instellingen die deze administratieve stukken aanvragen. De retributie is op voorhand betaalbaar bij afgifte van de stukken.
2. Algemeen:
A4-kopie zwart/wit van een bestuursdocument - 0,15 euro per blad
A4-kopie kleur - 1 euro per blad
A3-kopie zwart/wit per stuk - 0,30 euro per blad
A3-kopie kleur - 2 euro per blad
A4-kopie kleur op fotopapier per stuk - 2,50 euro per blad
Scans - alle formaten per scan - 0,15 euro per scan
Planafdrukken - reële kostprijs
CD-rom per stuk - 3,25 euro
USB-stick per stuk - 15 euro
3. Specifieke documenten en prestaties
Opmaak schadebestekken (forfait) - 50 euro
Stedenbouwkundige inlichtingen, per perceel:
- aanvraag via e-loket 50 euro
- aanvraag op een andere wijze 75 euro
Voor het opzoeken en verstrekken van inlichtingen en documenten door de stadsambtenaar wordt een tarief van 20 euro per gepresteerd half uur aangerekend met vrijstelling van het eerste half uur.
De inzage van en de uitleg over bestuursdocumenten die kaderen binnen het decreet van 07 december 2018 betreffende de openbaarheid van bestuur is kosteloos.
Er zal bij de afgifte van documenten die kaderen binnen het decreet van 07 december 2018 steeds een minimumtarief van 2,50 euro worden aangerekend boven op de effectieve hierboven vermelde kostprijs.
Artikel 2 : Afdeling II: Burgerzaken
1.Afdeling Bevolking en Rijbewijzen
Er wordt een retributie geheven op de afgifte van documenten van de dienst Burgerzaken. De retributie is verschuldigd door de persoon die de documenten aanvraagt en moet betaald worden bij de aanvraag van de documenten.
Product |
Omschrijving |
Tarief |
Elektronische identiteitskaart |
Normale procedure |
24 euro |
Spoedprocedure (D+1) |
135 euro |
|
Extreme spoed met levering te Brussel |
175 euro |
|
Heraanvraag PUK-code |
5 euro |
|
Elektronische vreemdelingenkaart |
Normale procedure |
24 euro |
Spoedprocedure (D+1) |
135 euro |
|
Heraanvraag PUK-code |
5 euro |
|
Verblijfsdocument |
Attest van immatriculatie |
10 euro |
Identiteitsbewijs niet-Belgisch kind < 12 jaar |
10 euro |
|
Kids-ID |
Normale procedure |
10 euro |
Spoedprocedure (D+1) |
135 euro |
|
Extreme spoed met levering te Brussel |
175 euro |
|
Reispaspoort |
Normale procedure meerderjarigen |
75 euro |
Normale procedure minderjarigen |
45 euro |
|
Spoedprocedure (D+1) meerderjarige |
260 euro |
|
Spoedprocedure (D+1) minderjarige |
225 euro |
|
Extreme spoed meerderjarige met levering te Brussel |
320 euro |
|
Extreme spoed minderjarige met levering te Brussel |
280 euro |
|
Reisdocument |
Normale procedure meerderjarigen |
75 euro |
Normale procedure minderjarigen |
45 euro |
|
Spoedprocedure (D+1) meerderjarige |
260 euro |
|
Spoedprocedure (D+1) minderjarige |
225 euro |
|
Extreme spoed meerderjarige met levering te Brussel |
320 euro |
|
Extreme spoed minderjarige met levering te Brussel |
280 euro |
|
Rijbewijs |
Europees model |
27 euro |
Internationaal model |
22 euro |
|
Wettelijke |
Eenzijdige beëindiging (administratieve kost van 15 euro + kost gerechtsdeurwaarder) |
300 euro |
Foto’s |
6 pasfoto’s van de pasfotocabine |
6 euro |
Attesten |
Alle types; afgifte via thuisloket of aan het loket |
Gratis |
2. Afdeling Burgerlijke stand
2.1 Huwelijk
Er wordt een retributie geheven op de huwelijkspraal. Deze retributie is verschuldigd door de aanvrager en dient betaald te worden na de aangifte van het huwelijk.
De huwelijkspraal bestaat uit:
- luxetapijten;
- afbakeningspalen en koorden;
- aangepaste muziek;
- geschenk;
- luifel voor ingang stadhuis.
facultatief en apart bijbetalend: huwelijksboekje
facultatief en apart bijbetalend: gebruik van de bar van het stadhuis voor privé-receptie van maximum 1 uur direct na de plechtigheid
Tarieven:
Voor de huwelijksvoltrekkingen die plaatsvinden op maandag, dinsdag, woensdag, donderdagnamiddag en vrijdagnamiddag: 125 euro
Voor huwelijksvoltrekkingen op zaterdag: 250 euro
Tarief facultatief huwelijksboekje: 20 euro
Tarief facultatief gebruik bar stadhuis: 50 euro voor maximaal 1 uur
Vrijstellingen:
Huwelijken op donderdagvoormiddag en op vrijdagvoormiddag
Gebruik bar is op deze vrije dagen wel betalend
2.2 Graf- en nisconcessies
Er wordt een retributie geheven op de innamen op de gemeentelijke begraafplaatsen.
De retributie is verschuldigd door de aanvrager bij de aanvraag van de inname.
Tarieven:
De retributie voor nieuwe concessies voor een termijn van 25 jaar bedraagt:
- graven in volle grond (concessie 25 jaar): 750 euro
- grafkelders (concessie 25 jaar):
- grafkelder voor 1 persoon: 1.500 euro
- grafkelder voor 2 personen: 1.600 euro
- grafkelder voor 3 personen: 1.700 euro
- columbarium (concessie 25 jaar): 750 euro
- grafkelder voor urne (concessie 25 jaar voor max. 2 personen): 1.150 euro
De retributie voor alle hernieuwingen van concessies, andere dan de altijddurende concessie, verleend voor de inwerkingtreding van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging bedraagt :
750 euro
Vrijstellingen:
De begraving in niet-geconcedeerde grond of urnenveld, de bijzetting in een niet-geconcedeerde nis en de asverstrooiing op de strooiweide, is volledig gratis voor personen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, wachtregister of vreemdelingregister van Geraardsbergen.
2.3 Begraving van niet-inwoners:
Er wordt een retributie geheven op de begraving, asverstrooiingen of bijzettingen in het columbarium of het urneveld op de stedelijke begraafplaatsen van niet-inwoners van Geraardsbergen of gelijkgestelden.
Tarief:
- 500 euro per begrafenis
- 200 euro per asverstrooiing
De retributie moet betaald worden door de aanvrager op het ogenblik van de aanvraag.
Vrijstellingen:
- Alle personen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters, vreemdelingenregister- of wachtregister van de stad;
- EU-ambtenaren, hun echtgeno(o)t(e) of verwanten ten laste die ingevolge hun persoonlijk statuut vrijgesteld zijn van inschrijving in de bevolkingsregisters en die werkelijk in onze stad wonen;
- Personen die om reden van verzorging werden uitgeschreven naar een andere gemeente maar die de meerderheid van hun levensjaren op het grondgebied Geraardsbergen hebben gewoond;
- Levenloos geboren kinderen;
- Begunstigden van een concessie.
2.4 Ontgravingen
Er wordt een retributie gevestigd op de ontgravingen op de gemeentelijke begraafplaatsen. De ontgravingen worden uitgevoerd door een gespecialiseerde firma in opdracht van ons bestuur behalve de ontgraving van een asurne uit een columbarium die door het stadspersoneel wordt uitgevoerd.
De aanvrager betaalt de volledige kostprijs (administratieve regeling, kosten opgraving of overbrenging, aanwezigheid grafmaker en een politiefunctionaris, …) aan het stadsbestuur tegen afgifte van een vergunning.
Tarief:
150 euro per ontgraving van een asurne uit het columbarium
De kostprijs bepaald door de aangestelde firma, te vermeerderen met een administratieve kost van 150 euro voor elke andere opgraving.
Vrijstellingen:
Deze retributie is niet verschuldigd voor:
- ontgravingen die op bevel van de gerechtelijke overheid gebeuren,
- ontgravingen genoodzaakt door het overbrengen van een oude naar een nieuwe begraafplaats van lijken die ter aarde werden besteld in een in eeuwigdurende concessie gegeven begraafplaats,
- ontgravingen van voor het vaderland gestorven militairen of burgers,
- ontgravingen binnen de acht dagen na de voorlopige bijzetting in een grafkelder, met het oog op de overbrenging van het stoffelijk overschot naar een definitieve grafkelder.
Artikel 3:
Alle retributies zijn onverdeelbaar verschuldigd en dienen op het ogenblik van de aanvraag contant te worden betaald tegen afgifte van een ontvangstbewijs of na toezending van een factuur.
De betaalde voorschotten zullen in mindering van de factuur gebracht worden.
Het college van burgemeester en schepenen kan steeds weigeren nog diensten te verstrekken indien de retributies die verschuldigd zijn niet werden betaald.
Artikel 4:
Indien de factuur niet of onvolledig werd betaald binnen de termijn van dertig kalenderdagen volgend op de factuurdatum, wordt de debiteur aan de hand van een eerste herinnering uitgenodigd het verschuldigde bedrag te betalen binnen een termijn van vijftien kalenderdagen vanaf de verzending van de eerste en laatste herinnering.
Artikel 5:
Er is geen bijzondere procedure voorzien voor de invordering van retributies.
Artikel 177,2° van het decreet lokaal bestuur is eveneens toepasselijk op de invordering van retributies: met het oog op de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Het dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot.
Een dwangbevel kan door het college van burgemeester en schepenen alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard worden als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief, met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 2281van het burgerlijk wetboek en die een bewijs oplevert van deze melding van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en integriteit van de verwerkte gegevens.
De gemeente kan administratieve kosten aan rekenen voor de aangetekende brief. Die kosten zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen ook ingevorderd worden via het dwangbevel. Bij betwisting van de schuldvordering zijn de gewone burgerlijke rechtbanken bevoegd.
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen en de burgers regelmatig geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op het gemeentelijk grondgebied;
Overwegende dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 5 september 2017 houdende de goedkeuring van het gemeentelijk reglement tot goedkeuring van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs de gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;
Overwegende dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;
Overwegende dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;
Gelet op de actualisatie van de Code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP ....;
Gelet op het retributiereglement van 30 december 2019 op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijke openbaar domein voor de periode 2020-2022;
Gelet op het retributiereglement van 7 september 2021 op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein voor de periode 2021-2022;
Gelet op artikel 40§3 van het decreet lokaal bestuur, houdende de vaststelling van de gemeentelijke reglementen;
Gelet op het budget AR 70303000 inname openbaar domein-retributie - BI 019000 Overig algemeen bestuur,
Enig artikel:
Het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de periode 2023 -2025 als volgt vast te stellen:
Artikel 1:
Met ingang van 01 januari 2023 tot 31 december 2025 wordt aan elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Artikel 2:
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,...) inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten, ...) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;
- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg. Deze worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
Artikel 3:
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad.
Artikel 4:
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de stad uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Artikel 5:
5.1. Voor sleufwerken.
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte:
- voor werken in rijwegen 10,24 euro,
- voor werken in voetpaden 7,88 euro,
- voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
5.2. Voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen.
- voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m² wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad aanwezig aansluitingspunt.
- ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad.
Artikel 6:
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Artikel 7:
Deze retributies zijn verschuldigd voor het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij voor 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad.
Artikel 8:
Alle retributies zijn onverdeelbaar verschuldigd en dienen op het ogenblik van de aanvraag contant te worden betaald tegen afgifte van een ontvangstbewijs of na toezending van een factuur te betalen binnen de 30 kalenderdagen.
Het college van burgemeester en schepenen kan steeds weigeren nog diensten te verstrekken indien de retributies die verschuldigd zijn niet werden betaald.
Artikel 9:
Indien de factuur niet of onvolledig werd betaald binnen de termijn van dertig kalenderdagen volgend op de factuurdatum, wordt de debiteur aan de hand van een eerste herinnering uitgenodigd het verschuldigde bedrag te betalen binnen een termijn van vijftien kalenderdagen vanaf de toezending van de eerste en laatste herinnering.
Artikel 10:
Er is geen bijzondere procedure voorzien voor de invordering van retributies. Artikl 177, 2° van het Decreet Lokaal Bestuur is eveneens toepasselijk op de invordering van retributies: met het oog op de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten kan de financieel directeur een dwanbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het colllege van burgemeester en schepenen, om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Het dwangbevel wordt betekent bij deurwaardersexploot.
Een dwangbevel kan door het college van burgemeester en schepenen alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard worden als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De Schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief, met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek, en die een bewijs oplevert van deze melding, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens.
De stad kan administratieve kosten aanrekenen voor die aantekende brief. Die kosten zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen ook ingevorderd worden via het dwangbevel.
Bij betwisting van de schuldvordering zijn de gewone burgerlijke rechtbanken bevoegd.
Artikel 11:
Afschrift van deze beslissing toe te sturen aan het vennootschapssecretariaat van Fluvius.
Gelet op de noodzaak om sportactiviteiten te ontwikkelen om meer mensen aan het bewegen te zetten;
Overwegende dat het wetenschappelijk bewezen is dat bewegen gezond is;
Overwegende dat er kosten verbonden zijn aan de organisatie van dergelijke sportkampen; dat het aangewezen is deze kosten geheel of gedeeltelijk te verhalen op de deelnemers;
Gelet op de hoge inflatiekosten en de financiële toestand van de Stad is het aangewezen het bestaand reglement te hernieuwen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 06 juli 2021 waarbij het retributiereglement op de sportinitiatieven werd vastgesteld van 7 juli 2021 tot 31 december 2025, met latere wijzigingen;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3, artikel 41 en artikel 272;
Gelet op het budget AR 70600200-Inschrijvingsgelden - BI 074100-Sport;
Artikel 1:
Het retributiereglement van 22 februari 2022 op sportinitiatieven 2021-2025 met ingang van 01 januari 2023 op te heffen.
Artikel 2:
Met ingang van 1 januari 2023 tot 31 december 2025 het retributiereglement op sportinitiatieven als volgt vast te stellen:
Artikel 1:
1.1. Tarief voor éénmalige jeugdsportinitiatieven voor kinderen vanaf 3 jaar tot 18 jaar:
- per activiteit van 3 euro tot maximum 10 euro.
- per activiteit met vrijetijdspas is er 75% korting met een minimum van 2 euro.
1.2. Tarief sportkampen tijdens de schoolvakanties:
- per dag 12 euro, betalend voor het volledige sportkamp
- per dag 3 euro, met vrijetijdspas, betalend voor het volledige sportkamp
- voor- en na -opvang van de activiteit is gratis.
1.3. Tarief voor sport overdag:
- 20 beurtenkaart : 30 euro
- 20 beurtenkaart met vrijetijdspas 7.5 euro.
1.4. Tarief voor sportinitiatieven met externe organisaties of andere gemeenten
- De retributie voor de deelname aan een sportkamp wordt vastgelegd met een minimum dagvergoeding van 10 euro en een maximum van 16 euro.
- Voor- en naopvang van de activiteit is gratis
- Houders van een vrijetijdspas krijgen 75% korting
- Ouders betalen voor het volledige sportkamp
Artikel 2:
2.1. Terugbetaling:
- Tot uiterlijk 3 weken vóór de aanvang van de activiteit wordt het volledige deelnamegeld terugbetaald.
2.2. Annulering:
- Bij annulering binnen de 3 weken voor aanvang van de activiteit wordt het volledige deelnamebedrag terugbetaald indien er een doktersattest wordt afgegeven of indien overmacht kan worden aangetoond, zo niet wordt niets terugbetaald.
Artikel 3:
Het college van burgemeester en schepenen wordt opdracht gegeven om, bij toepassing van artikel 41 van het decreet lokaal bestuur over te gaan tot vaststelling van het tarief van nog vast te leggen activiteiten, alsook de wijze van inning, o.a. rekening houdend met de bepalingen vervat in artikel 272 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 4:
Alle retributies zijn onverdeelbaar verschuldigd en dienen op het ogenblik van de aanvraag contant te worden betaald tegen afgifte van een ontvangstbewijs of na toezending van een factuur.
De betaalde voorschotten zullen in mindering van de factuur gebracht worden.
Het college van burgemeester en schepenen kan steeds weigeren nog diensten te verstrekken indien de retributies die verschuldigd zijn niet werden betaald.
Artikel 5:
Indien de factuur niet of onvolledig werd betaald binnen de termijn van dertig kalenderdagen volgend op de factuurdatum, wordt de debiteur aan de hand van een eerste herinnering uitgenodigd het verschuldigde bedrag te betalen binnen een termijn van vijftien kalenderdagen vanaf de verzending van de eerste en laatste herinnering.
Artikel 6:
Er is geen bijzondere procedure voorzien voor de invordering van retributies.
Artikel 177,2° van het decreet lokaal bestuur is eveneens toepasselijk op de invordering van retributies: met het oog op de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Het dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot.
Een dwangbevel kan door het college van burgemeester en schepenen alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard worden als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief, met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het burgerlijk wetboek, en die een bewijs oplevert van deze melding, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens.
De gemeente kan administratieve kosten aanrekenen voor die aangetekende brief. Die kosten zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen ook ingevorderd worden via het dwangbevel. Bij betwisting van de schuldvordering zijn de gewone burgerlijke rechtbanken bevoegd.
Gelet op het voorstel van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Geraardsbergen;
Overwegende dat de transactiekredieten in de investeringsportefeuille 2023 worden geraamd op 876.658,00 EUR;
Overwegende dat de liquiditeitspositie van het AGB Geraardsbergen geen integrale en onmiddellijke financiering van de transactiekredieten toelaat; dat het aangewezen is dat de Stad Geraardsbergen ter financiering een lening toestaat aan het AGB Geraardsbergen;
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 5 juli 2005 waarin de oprichting en de statuten van het AGB Geraardsbergen werden goedgekeurd;
Gelet op de huidige statuten van het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad van 30 december 2019;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen de Stad Geraardsbergen en het AGB Geraardsbergen, laatst gewijzigd en goedgekeurd door de gemeenteraad 30 december 2019;
Overwegende dat Voorafgaande beslissing nr. 2010.047 van 30 maart 2010 bevestigt dat het renteloze karakter van een lening die wordt verstrekt door een gemeente aan een AGB Geraardsbergen niet wordt aangemerkt als een verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel in hoofde van het AGB Geraardsbergen;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 241, 259 en 596;
Gelet op de goedkeuring van de Raad van Bestuur van 20 december 2022;
Artikel 1:
De gemeenteraad keurt volgende leningsovereenkomst goed:
LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGSPORTEFEUILLE 2023 AGB GERAARDSBERGEN
Tussen:
De STAD GERAARDSBERGEN, met zetel te 9500 GERAARDSBERGEN, Weverijstraat 20, hier vertegenwoordigd door:
- De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Rudy Frederic;
- De algemeen directeur, zijnde mevrouw Veerle Alaert;
Overeenkomstig artikel 259 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF GERAARDSBERGEN, afgekort “AGB Geraardsbergen”, met zetel te 9500 GERAARDSBERGEN, Weverijstraat 20 en ondernemingsnummer 0879.188.796, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde de heer Guido De Padt,
Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Stad Geraardsbergen op 5 juli 2005;
De voorzitter van de raad van bestuur werd gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen door de raad van bestuur van 20 december 2022.
Overeenkomstig artikel 259 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,
hierna samen genoemd ‘de Partijen’,
wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:
Art. 1 – Voorwerp
De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.
Art. 2 – Hoofdsom
De Lener erkent aan de Uitlener de som van 876.658,00 EUR verschuldigd te zijn. Dit bedrag wordt evenwel aangepast aan het effectief opgenomen bedrag.
Art. 3 – Doel van de lening
De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de transactiekredieten van de investeringsportefeuille 2023 en de nieuwe investeringen.
Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.
Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.
Art. 4 – Duurtijd
Deze lening is toegestaan voor een termijn tot 31 december 2042.
Tussen de Partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.
Art. 5 - Vaststelling renteloosheid
Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.
Art. 6 – Terugbetaling
De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:Afhankelijk van het bedrag dat effectief door de Lener wordt opgenomen, wordt de definitieve aflossingstabel opgesteld. De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.
Hoofdsom | 876658 | ||||
Aantal jaren | 20 | ||||
Rentevoet | 0% | ||||
Jaarnummer | Vervaldag | Aflossing | Intrest | Kapitaal | Uitstaand saldo |
1 | 31/12/2023 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 832.825,09 |
2 | 31/12/2024 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 788.992,18 |
3 | 31/12/2025 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 745.159,27 |
4 | 31/12/2026 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 701.326,36 |
5 | 31/12/2027 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 657.493,45 |
6 | 31/12/2028 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 613.660,54 |
7 | 31/12/2029 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 569.827,63 |
8 | 31/12/2030 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 525.994,72 |
9 | 31/12/2031 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 482.161,81 |
10 | 31/12/2032 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 438.328,90 |
11 | 31/12/2033 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 394.495,99 |
12 | 31/12/2034 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 350.663,08 |
13 | 31/12/2035 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 306.830,17 |
14 | 31/12/2036 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 262.997,26 |
15 | 31/12/2037 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 219.164,35 |
16 | 31/12/2038 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 175.331,44 |
17 | 31/12/2039 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 131.498,53 |
18 | 31/12/2040 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 87.665,62 |
19 | 31/12/2041 | 43.832,91 | 0,00 | 43.832,91 | 43.832,71 |
20 | 31/12/2042 | 43.832,71 | 0,00 | 43.832,71 | 0,00 |
De aflossingen zijn op de vervaldag betaalbaar op rekening BE80 0910 0028 6177 (GKCCBEBB) van de Uitlener.
Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling
Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen 1%, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.
Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.
Art. 8 – Opeisbaarheid
Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:
de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;
de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na aanmaning per aangetekend schrijven of een langere termijn in de aanmaning genoemd, zich in regel te stellen.
Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.
Art. 9 - Wijzigingen
Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.
Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid
Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.
Art. 11 - Toepasselijk recht
Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.
Art. 12 – Splitsbaarheid
De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.
Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen de Partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.
Evenzo zullen de Partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.
Artikel 2:
Afschrift te bezorgen aan het AGB Geraardsbergen.
Artikel 3:
Afschrift van deze beslissing te bezorgen aan de toezichthoudende overheid.
Overwegende dat de brandweerdienst Geraardsbergen werd ingedeeld in de Hulpverleningszone Zuid-Oost;
Gelet op de beslissing van de zoneraad Zuid-Oost van 28 oktober 2022 betreffende het budget 2023 waarbij de gemeentelijke dotaties van de aangesloten gemeenten voor het dienstjaar 2023 werden vastgesteld;
Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, artikel 38 en artikel 134;
Gelet op het koninklijk besluit van 02 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones, artikel 8, 6°;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 2014 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de hulpverleningszones;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3, houdende de vaststelling van de gemeentelijke reglementen;
Gelet op het budget AR 64900000 - exploitatietoelage en AR 66400000 - investeringstoelage op BI 041000 - Brandweer,
Artikel 1:
De dotatie 2023 van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen aan de hulpverleningszone Zuid-Oost als volgt goed te keuren:
Exploitatieuitgaven (gewone dienst): 1.511.343,09 euro
Investeringsuitgaven (buitengewone dienst): 408.471,10 euro
Artikel 2:
Afschrift van deze beslissing te sturen aan de toezichthoudende overheid en de Voorzitter van de hulpverleningszone Zuid-Oost, mevrouw De Jonge Tania, Centrumlaan 100 te 9400 Ninove.
Gelet op de politiebegroting 2023 van de politiezone Geraardsbergen-Lierde vastgesteld door de politieraad in zitting van 13 december 2022;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, meer bepaald artikel 71;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3, houdende de vaststelling van de gemeentelijke reglementen;
Gelet op het budget AR 64900300 - Toegestane werkingssubsidies en toelagen aan overheidsinstellingen en BI 040000 - Politiediensten,
Artikel 1:
De dotatie 2023 van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen in de politiezone Geraardsbergen-Lierde ten bedrage van 5.147.650 euro exploitatietoelage en van 345.827 euro investeringstoelage vast te stellen.
Artikel 2:
Dit bedrag op te nemen in het Meerjarenplan van 2020-2025 van het Lokaal Bestuur Geraardsbergen.
Artikel 3:
Afschrift van deze beslissing aan de toezichthoudende overheid toe te sturen.
Gelet op het voorliggend ontwerp van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Geraardsbergen;
Gelet op de vaststelling van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 door de raad van bestuur van het AGB Geraardsbergen van 20 december 2022;
Gelet op het voorliggend ontwerp van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - deel OCMW;
Overwegende dat het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplan minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen;
Gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 20 december 2022 betreffende de vaststelling van de derde aanpassing meerjarenplan 2020-2025;
Overwegende dat de goedkeuring van de Gemeenteraad nodig is omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, meer bepaald art. 40, 254, 255, 256;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en de beheerscyclus (BVR BBC);
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC);
Gelet op de omzendbrief KB/ABB 2019/4: strategische meerjarenplannen 2020-2025 lokale en provinciale besturen;
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus,
Artikel 1:
De derde aanpassing meerjarenplan 2020-2025 - deel OCMW, zoals vastgesteld door de Raad voor maatschappelijk welzijn op 20 december 2022, goed te keuren.
Artikel 2:
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025 volgens de bepalingen van artikel 250 van het decreet Lokaal bestuur in digitale vorm aan de Vlaamse Regering over te maken.
Artikel 3:
Dit besluit bekend te maken volgens de bepalingen van artikels 285 en 286 van het decreet over het lokaal bestuur (publicatie lijst, besluit en inhoud op webtoepassing). De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Gelet op het voorliggend ontwerp van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 - deel stad;
Overwegende dat het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur en het Provinciedecreet van 9 december 2005 bepalen dat de lokale besturen hun meerjarenplan minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur, meer bepaald art. 40, 254, 255, 256;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en de beheerscyclus (BVR BBC);
Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC);
Gelet op de omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus,
Artikel 1:
De derde aanpassing meerjarenplan 2020-2025 - deel stad vast te stellen.
Artikel 2:
Het aangepast meerjarenplan 2020-2025 volgens de bepalingen van artikel 250 van het decreet Lokaal bestuur in digitale vorm aan de Vlaamse Regering over te maken.
Artikel 3:
Dit besluit bekend te maken volgens de bepalingen van artikels 285 en 286 van het decreet over het lokaal bestuur (publicatie lijst, besluit en inhoud op webtoepassing). De toezichthoudende overheid zal in kennis worden gesteld volgens de bepalingen van artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur.
Overwegende dat eind 2020, begin 2021 in het Vincentgebouw /Kunstacademie dakisolatie is geplaatst. Hiervoor werd van de Vlaamse Overheid, Agion – Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs, een subsidie verkregen (via een zogenaamd klimaatfondsdossier). Na uitvoering bleef er van de oorspronkelijk toegekende subsidie een saldo van ruim 114.000 euro over. De stad kreeg van Agion toestemming om binnen het dossier een tweede perceel in te dienen met het oog op het verkrijgen van dit saldo.
Overwegende dat in het Meerjarenplan 2020-2025 budget is voorzien om ramen in het Vincentgebouw te renoveren en van dubbel glas te voorzien. De mogelijkheid om via het klimaatfondsdossier van Agion deze werken uit te voeren en gesubsidieerd te krijgen is dan ook een opportuniteit.
Overwegende dat het Vincentgebouw beschermd is als stadsgezicht en er een goedgekeurd beheersplan is, zodat het tevens mogelijk is om een restauratiepremie bij het Agentschap Onroerend Erfgoed aan te vragen. De restauratiepremie bedraagt 60% op een maximaal subsidieerbaar bedrag van 250.000 euro excl. btw.
Overwegende dat deze mogelijkheid tot subsidiëring door twee instanties het mogelijk maakt om de ramen van de volledige vleugel kant Kattestraat te restaureren en schilderen, naar analogie met de vleugel kant Grotestaat;
Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bestek werd opgesteld door de ontwerper;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 382.248,75 euro + 22.934,93 euro (btw medecontractant) = 405.183,68 euro.
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen via de openbare procedure;
Overwegende dat een deel van de kostprijs gesubsidieerd kan worden door Agion – Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs, Koning Albert II Laan 15 bus 133, 1210 Brussel en dat tevens een restauratiepremie zal worden aangevraagd bij de Vlaamse Overheid, Agentschap Onroerend Erfgoed, Virginie Lovelinggebouw, Koningin Maria Hendrikaplein 70 bus 91, 9000 Gent;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 houdende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 houdende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 houdende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 houdende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 14 juli 2009 houdende de gunning van de ontwerpopdracht voor de algehele renovatie van het Vincentgebouw / Kunstacademie aan Architectenbureau Bressers bvba, Kasteellaan 479/001 te 9000 Gent;
Gelet op het veiligheids- en gezondheidsplan en bijlagen opgesteld door Ibeve op 22 november 2022;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht opgenomen is in het Meerjarenplan 2020-2025 op het investeringsbudget 2023: BI 082000 Deeltijds Kunstonderwijs – AR 27100000 Onroerend erfgoed gebouwen – IP KUNSTACAD – Subproj RAMEN;
Gelet op het visum van 20 december 2022 van Wendy Mertens, waarnemend financieel directeur;
Artikel 1:
Goedkeuring te verlenen aan het aanbestedingsdossier met bestek, plannen en de raming voor de opdracht ‘Kunstacademie - Renovatie fase VII: ramen vleugel Kattestraat’, opgesteld door de ontwerper. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 382.248,75 euro + 22.934,93 euro (btw medecontractant) = 405.183,68 euro.
Artikel 2:
Bovengenoemde opdracht wordt gegund via de openbare procedure.
Artikel 3:
Een subsidie zal aangevraagd worden bij de volgende subsidiërende instanties:
Artikel 4:
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Overwegende dat naast de studieopdracht ‘bouw bibliotheek – kenniscentrum Denderstraat-Geraardsbergen. Perceel I ‘gesloten ruwbouw’, Perceel II ‘binneninrichting en voltooiingwerken’, perceel III ‘technieken’ ook het perceel IV ‘Omgevingswerken - buitenaanleg’ verder dient uitgewerkt;
Overwegende dat de buitenaanleg noodzakelijk is voor de toegankelijkheid en ingebruikname van het publiek gebouw;
Overwegende dat hiertoe de huidige architect van dit project aangewezen is voor de opmaak van dit ontwerp en de opmaak van het aanbestedingsdossier;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 houdende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 houdende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 houdende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 houdende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op het bestek met nr. 2022-236/P04 ‘Bouw bibliotheek. Kenniscentrum Denderstraat-Geraardsbergen. Perceel IV Omgevingswerken – buitenaanleg’ opgemaakt door de ontwerper;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op een totaal bedrag van 466.964,40 euro (incl. btw en excl. erelonen);
Overwegende dat derhalve wordt voorgesteld de opdracht te gunnen via de openbare procedure;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het Meerjarenplan 2020-2025, op het investeringsbudget van 2023: BI 011999 Overige algemene diensten - AR 22100000 Gebouwen – gemeenschapsgoederen – IP AP EVINFR04 05 KENNISCENTRUM - BOUW F1;
Gelet op het financieel visum van 20 december 2022 van Wendy Mertens, waarnemend financieel directeur,
Artikel 1:
Goedkeuring te verlenen aan het bestek met nr. 2022-236/P04 ‘Bouw bibliotheek - kenniscentrum Denderstraat - Geraardsbergen. Perceel IV: Omgevingswerken – buitenaanleg’, zoals opgesteld door de ontwerper. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 466.964,40 euro (incl. btw en excl. erelonen).
Artikel 2:
Bovengenoemde opdracht te gunnen via de openbare procedure.
Artikel 3:
De aankondiging van de opdracht in te vullen, goed te keuren en bekend te maken op nationaal niveau.
Overwegende dat de naast de studieopdracht ‘bouw bibliotheek – kenniscentrum Denderstraat-Geraardsbergen. Perceel I ‘gesloten ruwbouw’, Perceel II ‘binneninrichting en voltooiingwerken’, perceel III ‘technieken’ ook het perceel V ‘Los meubilair’ verder dient uitgewerkt;
Overwegende dat de aankoop van los meubilair noodzakelijk is voor de inrichting van de bibliotheek en de kantoren;
Overwegende dat hiertoe de huidige architect van dit project aangewezen is voor de opmaak van dit ontwerp en de opmaak van het aanbestedingsdossier;
Overwegende dat het aanbestedingsdossier twee percelen omvat zijnde:
-Perceel 05 A bibliotheek meubilair en
-Perceel 05 B Los meubilair kantoren en overige;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, houdende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 houdende uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 houdende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 houdende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 houdende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op het bestek met nr. 2022-236/P05A-05B ‘Bouw bibliotheek. Kenniscentrum Denderstraat-Geraardsbergen. Perceel V Los meubilair’ opgemaakt door de ontwerper;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op een totaal bedrag van 518 724,57 euro (incl. btw en excl. erelonen), hetzij opgesplitst als volgt:
Perceel 05 A bibliotheek meubilair: 295 986,33 euro (incl. btw en excl. erelonen) en
Perceel 05 B Los meubilair kantoren en overige: 222 738,24 euro (incl. btw en excl. erelonen);
Overwegende dat derhalve wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van openbare aanbesteding;
Overwegende dat deze raming de limieten van de Europese bekendmaking overschrijdt;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht opgenomen is in het Meerjarenplan 2020-2025, op het investeringsbudget 2023: BI 011999 Overige algemene diensten - AR 2400000 Meubilair - gemeenschapsgoederen – IP KENNISCENTR – BUREAUMEUB;
Gelet op het financieel visum van 20 december 2022 van Wendy Mertens, waarnemend financieel directeur,
Artikel 1:
Goedkeuring te verlenen aan het bestek met nr. 2022-236/P05A-05B ‘Bouw bibliotheek. Kenniscentrum Denderstraat-Geraardsbergen. Perceel V Los meubilair’ en de raming, zoals opgesteld door de ontwerper. De lastvoorwaarden worden vastgelegd zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 518 724,57 euro (incl. btw en excl. erelonen), hetzij opgesplitst als volgt:
Perceel 05 A bibliotheek meubilair: 295 986,33 euro (incl. btw en excl. erelonen) en
Perceel 05 B Los meubilair kantoren en overige: 222 738,24 euro (incl. btw en excl. erelonen).
Artikel 2:
Bovengenoemde opdracht te gunnen via de openbare procedure.
Artikel 3:
De aankondiging van de opdracht in te vullen, goed te keuren en bekend te maken op nationaal en Europees niveau.
Overwegende dat de woning, Weverijstraat 28, reeds tweemaal te koop werd aangeboden, doch dat de verkoop wegens té hoge prijszetting, zonder resultaat is gebleven;
Gelet op het schattingsverslag van 28 november 2021, opgemaakt door de beëdigd landmeter-expert, waarin de woning wordt geschat op 50 000 euro;
Overwegende dat er terug met Biddit zal gewerkt worden;
Gelet op het ontwerp eenvormige verkoopsvoorwaarden voor online verkoop op biddit.be, opgemaakt door de instrumenterend notaris op 7 november 2022;
Gelet op artikel 41, §11 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op de omzendbrief BB 2010/02 houdende regelgeving inzake het vervreemden van onroerend goed door de lokale overheid, waarin de openbare verkoop als regel geldt;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 18 juni 2019, houdende principiële goedkeuring van de openbare verkoop van de woning;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 22 juli 2019 houdende de aanstelling van de notaris;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 18 juni 2020, houdende principiële goedkeuring van de openbare verkoop van de woning;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 22 juli 2020, houdende de aanstelling van de notaris;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 6 oktober 2020, houdende definitieve goedkeuring verkoopsvoorwaarden;
Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 14 december 2020 houdende kennisname resultaat biedingen;
Gelet op het financieel meerjarenplan AR 26100000 - BI 005000,
Artikel 1:
Voor de woning Weverijstraat 28 te 9500 Geraardsbergen akte te nemen van het schattingsverslag, opgemaakt door de beëdigde landmeter-expert op 28 november 2021, waarin de waarde van de woning wordt geschat op 50 000 euro.
Artikel 2:
Definitief akkoord te gaan met de openbare verkoop via Biddit tegen de minimaal genoemde prijs van 50 000 euro.
Artikel 3:
Het ontwerp van de eenvormige algemene verkoopsvoorwaarden voor openbare verkoop van de instrumenterend notaris goed te keuren.
Artikel 4:
Afschrift van deze beslissing voor verder gevolg aan de instrumenterend notaris te bezorgen.
Gelet op de opstart van het project handhaving zwerfvuil, waardoor het Lokaal Bestuur gratis een beroep kan doen op de handhavers zwerfvuil van de OVAM;
Gelet op de noodzaak om deze gewestelijke personeelsleden aan te stellen als vaststeller gemeentelijke administratieve sancties met het oog op de sanctionering van overtredingen op de bepalingen van het algemeen politiereglement die binnen hun welomschreven bevoegdheid te situeren zijn; dat deze gewestelijke vaststellers enkel binnen de omschreven bevoegdheid mogen optreden; dat hun bevoegdheden beperkt worden tot controles rond zwerfvuil (sigarettenpeuken, kauwgom, blikjes, flesjes, pizzadozen, snoepverpakkingen, fruitafval, controle hondenpoepzakjes...); dat zij niet mogen worden ingezet voor controles rond sluikstorten, analyse van camerabeelden, sensibiliserende acties, controle op het onreglementair aanbieden van huisvuil of andere afvalovertredingen;
Overwegende dat deze personeelsleden voldoen aan de vereisten zoals bepaald in het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;
Overwegende dat er bij gemeenteraadsbesluit van 25 januari 2022 en 7 juni 2022 reeds elf gewestelijke vaststellers werden aangesteld;
Overwegende dat volgende gewestelijke personeelsleden de opleiding Gemeentelijke Administratieve Sancties hebben gevolgd;
Gelet op de brevetten van de politiescholen waaruit blijkt dat voorgaande personeelsleden de opleiding met gunstig gevolg hebben voltooid;
Overwegende dat de aanwervingen bij OVAM nog lopende zijn om uiteindelijk te komen tot een totaal van 30 handhavers;
Overwegende dat de gemeenteraad de handhavers dient aan te stellen als GAS-vaststellers;
Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en meer in het bijzonder artikel 21 §1, 2°;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;
Gelet op het algemeen politiereglement Geraardsbergen/Lierde, goedgekeurd op de gemeenteraad van 10 november 2020, artikelen 36 en 75;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
De inzet van de gewestelijke vaststellers van OVAM is gratis voor lokale besturen;
Artikel 1:
Volgende personen aan te stellen als gewestelijk vaststeller voor de gemeentelijke administratieve sancties voor de vaststelling van welbepaalde overtredingen op het algemeen politiereglement Geraardsbergen/Lierde:
Artikel 2:
De gewestelijke vaststellers van OVAM mogen enkel overtredingen vaststellen op artikelen 36 en 75 van het algemeen politiereglement Geraardsbergen/Lierde.
Artikel 3:
Deze beslissing over te maken aan de korpschef van de lokale politiezone en aan OVAM.
Gelet op het Masterplan Toegankelijkheid, een actieplan om de halte-infrastructuur van het openbaar vervoer tegen 2030 meer toegankelijk te maken met als doelstellingen:
Overwegende dat het Masterplan Toegankelijkheid is opgenomen in het Vlaams regeerakkoord en past in de nieuwe Vlaamse mobiliteitsvisie van basisbereikbaarheid;
Gelet op de projectoproep toegankelijke haltes in kader van het Masterplan Toegankelijke Haltes van de Vlaamse Overheid waarbij het Lokaal Bestuur ondersteuning krijgt
van Vlaanderen onder de vorm van:
Overwegende dat Geraardsbergen 109 bushaltes langsheen gemeentewegen heeft die deel zijn van het aanvullend busnet en dat 50% van deze haltes toegankelijk gemaakt moeten worden tegen 2030 en dus moeten voldoen aan volgende voorwaarden:
Overwegende dat 63 haltes langsheen gemeentewegen werden gescreend door Inter Vlaanderen (zijnde 50% van het totale aantal haltes + marge van 10% extra haltes);
Overwegende dat het noodzakelijk is een actieplan op te maken om 50% van de haltes op aanvullend net toegankelijk aan te maken om een zicht te krijgen op de timing en financiële impact;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 6 september 2022 houdende de goedkeuring van het charter toegankelijke haltes;
Overwegende dat in de meerjarenplanning 2020-2025 de budgetten zijn opgenomen voor het inrichten van toegankelijke haltes, het aankopen van halte-infrastructuur en het inrichten van Hopp-in-punten;
Overwegende dat voor geplande investeringsprojecten en herinrichtingsprojecten de aanleg van toegankelijke haltes mee opgenomen wordt in het investeringsbudget;
Overwegende dat voor het aanleggen van toegankelijke haltes en het inrichten van hopp-in-punten subsidies kunnen aangevraagd worden bij de Vlaamse Overheid, Departement Mobiliteit en Openbare werken;
Artikel 1:
Het Actieplan Toegankelijke Haltes Geraardsbergen goed te keuren.
Artikel 2:
Afschrift van dit besluit over te maken aan Inter Vlaanderen en aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
Overwegende dat elke zondag de Atembekeweg verkeersluw wordt gemaakt (enkel doorgang voor plaatselijk verkeer) om een veilig verloop van de activiteiten van KSA Geraardsbergen te garanderen;
Gelet op de richtlijn van het Team verkeersveiligheid die stelt dat voor terugkerende verkeersmaatregelen een aanvullend verkeersreglement moet opgemaakt worden;
Overwegende dat het aanvullend reglement van toepassing is op gemeentewegen zoals bedoeld in artikel 5 van het decreet betreffende de aanvullende reglementen;
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maar 1968;
Gelet op de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende verkeersreglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;
Gelet op het uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Gelet op de omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 23 mei 2017 houdende de bevoegheidsdelegatie van de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen met uitzondering van de reglementen met betrekking tot zonale bepalingen, herinrichting van straten, maatregelen in schoolomgevingen en aanpassingen van snelheidsregimes;
Artikel 1:
In de Atembekeweg (vanaf het kruispunt met de Onkerzelestraat tot Atembekeweg 1) wordt elke zondag van 13.30 uur tot 17.30 uur enkel plaatselijk verkeer toegelaten. Dit wordt aangeduid door middel van:
Artikel 2:
Een afschrift van het aanvullend reglement ter kennisgeving over te maken aan de Vlaamse Overheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Afdeling Vlaams Huis
Verkeersveiligheid.
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 7 juli 2020 betreffende het goedkeuren van de overeenkomst met centrum geestelijke gezondheidszorg tot de organisatie van een intensief ambulant begeleidingsaanbod voor personen met een alcoholverslaving;
Overwegende dat artikel 3 van deze overeenkomst bepaalt dat na elk werkjaar een jaarverslag wordt opgemaakt tegen 31 januari van het daaropvolgend werkjaar; dat dit jaarverslag wordt voorgelegd aan het lokaal drugoverleg en aan het college van burgemeester en schepenen;
Gelet op het jaarverslag van 2020 waaruit blijkt dat het project een moeilijke start kende omdat er 2 wervingsrondes nodig waren om iemand te kunnen aanwerven; dat later bleek dat er geen match was tussen de kandidate en de verwachtingen van het project waardoor de samenwerking per direct is stopgezet op 9 december 2020;
Overwegende dat er in 2020 twee aanmeldingen waren voor het project en beide zijn opgestart;
Gelet op het jaarverslag van 2021, waaruit blijkt dat er een doorstart was van het project door de tewerkstelling van een nieuw aangeworven psychologe; dat deze psychologe startte op 22 februari 2021 en volop heeft ingezet op de bekendmaking van het project bij alle mogelijke doorverwijzers;
Overwegende dat er, ondanks de inspanningen om het extra begeleidingsaanbod bekend te maken bij doorverwijzers, er heel weinig aanmeldingen zijn;
Gelet op het lage aantal actieve dossiers (8) in 2021 die opgevolgd worden binnen dit begeleidingsaanbod;
Overwegende dat de psycholoog die dit project opvolgt, vanaf 1 januari 2022 gestart is met een andere functie binnen het centrum geestelijke gezondheidszorg Zuid Oost Vlaanderen;
Overwegende dat artikel 5 van deze overeenkomst bepaalt dat deze voortijdig kan beëindigd worden: "de overeenkomst kan door iedere partij voortijdig beëindigd worden bij aangetekende brief mits naleving van een opzegtermijn van 3 maanden, of in onderling schriftelijk akkoord";
Overwegende dat er een blijvende bezorgdheid is aangaande de doelgroep, met name personen met een alcoholverslaving;
Overwegende dat er als alternatief voor deze overeenkomst een effectiever aanbod kan uitgewerkt worden dat beter inspeelt op de noden van deze doelgroep en waarbij de middelen efficiënter kunnen ingezet worden;
Overwegende dat het centrum geestelijke gezondheidszorg, op vraag van het Lokaal Bestuur, een aanbod zal uitwerken voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en voor Kinderen van Ouders met een Afhankelijkheids-Probleem (KOAP);
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 2017;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 7 juli 2020 betreffende het goedkeuren van de overeenkomst met centrum geestelijke gezondheidszorg tot de organisatie van een intensief ambulant begeleidingsaanbod voor personen met een alcoholverslaving;
Overwegende dat er vanaf 1 januari 2022 geen personeelskosten meer ingediend zullen worden;
Overwegende dat er jaarlijks 41950 euro voorzien is op:
AC SAM 22 01 Gespecialiseerde drughulpverlening subsidiëren zodat extra begeleidingsaanbod mogelijk is
64910000 Nominatieve toelagen
098500 Gezondheidspromotie en ziektepreventie
Enig artikel:
De overeenkomst met het centrum geestelijke gezondheidszorg tot de organisatie van een intensief ambulant begeleidingsaanbod voor personen met een alcoholverslaving in onderling overleg stop te zetten op basis van artikel 5 van deze overeenkomst.
Gelet op de open oproep "De lokale regierol van de gemeenten op het vlak van sociale economie en werk, 2023-2025" van het Departement Werk en Sociale Economie van Vlaanderen;
Overwegende dat deze nieuwe open oproep van Vlaanderen de regierol verbreedt naar de lokale regierol tot sociale economie én werk, wat past in het breder beleidskader van Vlaanderen van:
Overwegende dat deze nieuwe open oproep van Vlaanderen de lokale uitdagingen en lokale partners op het vlak van sociale economie en werk wil in kaart brengen, overleg, samenwerking en netwerking tussen die partners wil bevorderen, een beleidsvisie en beleidsdoelstellingen op sociale economie en op tewerkstelling van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de reguliere en de sociale economie wil uitwerken;
Overwegende dat deze nieuwe open oproep van Vlaanderen kadert binnen 4 nieuwe beleidsprioriteiten van het departement werk en sociale economie zijnde:
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen de regierol sociale economie opneemt sinds 2015 voor de intergemeentelijke samenwerking SEVA (Sociale Economie Vlaamse Ardennen) tussen de steden en gemeenten Oudenaarde, Ronse, Brakel, Zwalm, Zottegem en Geraardsbergen;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen zijn kandidatuur indiende op de oproep regierol lokale sociale economie 2020-2025 met een vernieuwde intergemeentelijke samenwerking SEVA en de bijhorende statuten goedgekeurd op de gemeenteraad van 30 december 2019;
Overwegende dat het Lokaal Bestuur Geraardsbergen zich wil blijven engageren om deze regierol sociale economie en werk op te nemen voor de nieuwe open oproep 2023-2025 met deadline 15 januari 2023 en dit voor een ongewijzigde formatie en statuten van interlokale vereniging SEVA met volgende concrete acties gekoppeld aan de Vlaamse beleidsprioriteiten:
Overwegende dat vanaf 2026 de intergemeentelijke samenwerkingen dienen samen te vallen met de nieuwe referentieregio's en dus de intergemeentelijke samenwerking SEVA onder de huidige vorm na 2025 niet langer kan bestaan;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de lokale regierol van de gemeenten op het vlak van sociale economie en werk dat in werking treedt vanaf 1 januari 2023;
Gelet op artikel 41 van het decreet lokaal bestuur;
Gelet op de goedkeuring van de continuering interlokale vereniging SEVA (Sociale Economie bijhorende regierol sociale economie van Vlaamse Ardennen) 2020-2025 door de gemeenteraad op 30 december 2019;
Overwegende dat Vlaanderen een budget van 3 miljoen euro voorziet voor de regierollen sociale economie en werk en dat de verdeling gebeurt op basis van volgende verdelingscriteria:
Overwegende dat SEVA jaarlijks 50.000 euro ontving van Vlaanderen wat gesplitst werd in 30.000 euro personeelsinzet en 20.000 euro werkingskosten; dat gezien de nieuwe verdelingscriteria niet op voorhand geweten is wat het exacte subsidiebedrag zal zijn, een simulatie van Vlaanderen geeft een voorlopig bedrag van ongeveer 74.000 euro;
Enig artikel:
Akkoord te gaan met het indiening op de nieuwe open oproep 2023-2025 voor de regierol sociale economie en werk door het Lokaal Bestuur Geraardsbergen voor de intergemeentelijke samenwerking SEVA (sociale economie Vlaamse Ardennen) met de steden en gemeenten Oudenaarde, Ronse, Brakel, Zwalm, Zottegem en Geraardsbergen en de statuten zoals goedgekeurd op de gemeenteraad van 30 december 2019 en de volgende bijhorende acties op de Vlaamse beleidsprioriteiten:
Gelet op de gemeenteraadsbeslissingen van 25 mei 2021 en 29 maart 2022 waarin het academiereglement voor de Kunstacademie Geraardsbergen respectievelijk werd goedgekeurd en gewijzigd;
Overwegende dat het ingevolge de huidige werking van de Kunstacademie en de regelgeving noodzakelijk is het academiereglement voor de Kunstacademie Geraardsbergen te wijzigen voor:
- het uitschrijven van een leerling;
- de uiterste betaaldatum van het inschrijvingsgeld;
- de gewettigde afwezigheden van een leerling;
- de ongewettigde afwezigheid van een leerling;
- het bepalen van de auteursrechten;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs van 4 mei 2018, met latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, met latere wijzigingen;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
Niet van toepassing,
Enig artikel:
De volgende artikels van het academiereglement voor de Kunstacademie Geraardsbergen, aangepast door de gemeenteraad in zitting van 29 maart 2022, als volgt te wijzigen:
1. Artikel 10 bis wordt toegevoegd:
Uitschrijven
§1. Een leerling die in de loop van het schooljaar door de regelgeving op het deeltijds kunstonderwijs niet langer als een regelmatige leerling wordt beschouwd, wordt uitgeschreven en kan de leeractiviteiten niet langer bijwonen, tenzij mits uitdrukkelijk akkoord van de directeur.
§2. Het uitschrijven van de leerling kan geen aanleiding zijn om het betaalde inschrijvingsgeld, retributies of bijdragen terug te vorderen.
2. Artikel 11 §2:
§2. Een leerling waarvoor het wettelijk vastgelegde inschrijvingsgeld niet tijdig wordt betaald, kan niet in de academie worden ingeschreven, behoudens expliciete toestemming van het schoolbestuur in toepassing van artikel 13.
Wordt als volgt aangevuld:
§2. Het wettelijk voorziene inschrijvingsgeld moet worden betaald uiterlijk 31 oktober. Een leerling waarvoor het wettelijk vastgelegde inschrijvingsgeld niet tijdig wordt betaald, kan niet in de academie worden ingeschreven, behoudens expliciete toestemming van het schoolbestuur in toepassing van artikel 13.
3. Artikel 19 §2 1°:
1° Afwezigheid wegens ziekte: een rechtsgeldig medisch attest uitgereikt door een in België of in het buitenland gevestigd arts, arts-specialist, psychiater, orthodontist, tandarts of door de administratieve diensten van een in België of in het buitenland gevestigd ziekenhuis of erkend lab. Het attest moet duidelijk ingevuld, ondertekend en gedateerd worden en de relevante identificatiegegevens bevatten zoals naam, adres, telefoonnummer en het RIZIV-nummer (voor België) of het vergelijkbaar erkenningsnummer (voor het buitenland) van de verstrekker. Er wordt ook op aangegeven welke de begin- en de einddatum zijn van de ziekteperiode.
Wordt als volgt aangevuld:
1° Afwezigheid wegens ziekte:
- afwezigheid wegens ziekte voor 1 dag: een verklaring van de ouders of de meerjarige leerling. Dit kan maximaal vier keer in hetzelfde schooljaar.
- de andere gevallen: een rechtsgeldig medisch attest uitgereikt door een in België of in het buitenland gevestigd arts, arts-specialist, psychiater, orthodontist, tandarts of door de administratieve diensten van een in België of in het buitenland gevestigd ziekenhuis of erkend lab. Het attest moet duidelijk ingevuld, ondertekend en gedateerd worden en de relevante identificatiegegevens bevatten zoals naam, adres, telefoonnummer en het RIZIV-nummer (voor België) of het vergelijkbaar erkenningsnummer (voor het buitenland) van de verstrekker. Er wordt ook op aangegeven welke de begin- en de einddatum zijn van de ziekteperiode.
4. Artikel 19 §2 11°:
11° Afwezigheid door een zwangerschap: 1 week voor de vermoedelijke bevallingsdatum tot maximum 9 weken na de bevalling, attest van de arts met de vermoedelijke bevallingsdatum.
Wordt als volgt aangevuld:
11°Afwezigheid door een zwangerschap: mimimaal 1 week voor de vermoedelijke bevallingsdatum tot maximum 14 weken na de bevalling, met een maximum van 15 weken: attest van de arts met de vermoedelijke bevallingsdatum.
5. Artikel 19 §2 15° wordt toegevoegd:
15° Afwezigheid om als lid van een amateurkunstenorganisatie actief deel te nemen aan een culturele manifestatie (zoals een optreden, een toneeluitvoering, … een repetitie valt hier niet onder): een uitnodiging, een flyer, affiche of ander verantwoordingsstuk dat door de directeur wordt aanvaard.
6. Artikel 19 §2 16° wordt toegevoegd:
16° Afwezigheid voor deelname aan een oudercontact of een participatieorgaan van een onderwijsinstelling: een uitnodiging naar het oudercontact, de ouderraad of de academieraad.
7. Artikel 20 §3 schrappen; §4 wordt §3.
8. Artikel 57 §3 schrappen; §4 wordt §3.
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 7 juni 2022, waarin onder voorwaarden aan de VZW parochiale werken Goeferdinge 25.000 euro burgerbudget toegekend werd voor de realisatie van het project "buurtcafé Goeferdinge, een project waar gestreefd zou worden naar een nieuwe ontmoetingsplek na verkoop van de pastorie te Goeferdinge;
Gelet op de email van Greta Latte van 13 juli 2022, waarin deze VZW afziet van het verkregen burgerbudget;
Gelet op artikel 40, 41 en 304 van het decreet lokaal bestuur;
Overwegende dat er nog geen budgetten werden uitbetaald aan de VZW heeft deze kennisname geen financiële impact,
Enig artikel:
Neemt kennis van de beslissing van de VZW parochiale werken Goeferdinge om af te zien van het toegekende burgerbudget.
Enig artikel:
De notulen van de gemeenteraad van 8 november 2022 goed te keuren.
De voorzitter sluit de zitting op 21/12/2022 om 15:31.
Namens Gemeenteraad,
Veerle Alaert
Algemeen Directeur
Rudy Frederic
Voorzitter gemeenteraad