Gelet op de noodzaak om sportactiviteiten te ontwikkelen om meer mensen aan het bewegen te zetten;
Overwegende dat het wetenschappelijk bewezen is dat bewegen gezond is;
Overwegende dat er kosten verbonden zijn aan de organisatie van dergelijke sportkampen; dat het aangewezen is deze kosten geheel of gedeeltelijk te verhalen op de deelnemers;
Gelet op de hoge inflatiekosten en de financiële toestand van de Stad is het aangewezen het bestaand reglement te hernieuwen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 06 juli 2021 waarbij het retributiereglement op de sportinitiatieven werd vastgesteld van 7 juli 2021 tot 31 december 2025, met latere wijzigingen;
Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40§3, artikel 41 en artikel 272;
Gelet op het budget AR 70600200-Inschrijvingsgelden - BI 074100-Sport;
Artikel 1:
Het retributiereglement van 22 februari 2022 op sportinitiatieven 2021-2025 met ingang van 01 januari 2023 op te heffen.
Artikel 2:
Met ingang van 1 januari 2023 tot 31 december 2025 het retributiereglement op sportinitiatieven als volgt vast te stellen:
Artikel 1:
1.1. Tarief voor éénmalige jeugdsportinitiatieven voor kinderen vanaf 3 jaar tot 18 jaar:
- per activiteit van 3 euro tot maximum 10 euro.
- per activiteit met vrijetijdspas is er 75% korting met een minimum van 2 euro.
1.2. Tarief sportkampen tijdens de schoolvakanties:
- per dag 12 euro, betalend voor het volledige sportkamp
- per dag 3 euro, met vrijetijdspas, betalend voor het volledige sportkamp
- voor- en na -opvang van de activiteit is gratis.
1.3. Tarief voor sport overdag:
- 20 beurtenkaart : 30 euro
- 20 beurtenkaart met vrijetijdspas 7.5 euro.
1.4. Tarief voor sportinitiatieven met externe organisaties of andere gemeenten
- De retributie voor de deelname aan een sportkamp wordt vastgelegd met een minimum dagvergoeding van 10 euro en een maximum van 16 euro.
- Voor- en naopvang van de activiteit is gratis
- Houders van een vrijetijdspas krijgen 75% korting
- Ouders betalen voor het volledige sportkamp
Artikel 2:
2.1. Terugbetaling:
- Tot uiterlijk 3 weken vóór de aanvang van de activiteit wordt het volledige deelnamegeld terugbetaald.
2.2. Annulering:
- Bij annulering binnen de 3 weken voor aanvang van de activiteit wordt het volledige deelnamebedrag terugbetaald indien er een doktersattest wordt afgegeven of indien overmacht kan worden aangetoond, zo niet wordt niets terugbetaald.
Artikel 3:
Het college van burgemeester en schepenen wordt opdracht gegeven om, bij toepassing van artikel 41 van het decreet lokaal bestuur over te gaan tot vaststelling van het tarief van nog vast te leggen activiteiten, alsook de wijze van inning, o.a. rekening houdend met de bepalingen vervat in artikel 272 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 4:
Alle retributies zijn onverdeelbaar verschuldigd en dienen op het ogenblik van de aanvraag contant te worden betaald tegen afgifte van een ontvangstbewijs of na toezending van een factuur.
De betaalde voorschotten zullen in mindering van de factuur gebracht worden.
Het college van burgemeester en schepenen kan steeds weigeren nog diensten te verstrekken indien de retributies die verschuldigd zijn niet werden betaald.
Artikel 5:
Indien de factuur niet of onvolledig werd betaald binnen de termijn van dertig kalenderdagen volgend op de factuurdatum, wordt de debiteur aan de hand van een eerste herinnering uitgenodigd het verschuldigde bedrag te betalen binnen een termijn van vijftien kalenderdagen vanaf de verzending van de eerste en laatste herinnering.
Artikel 6:
Er is geen bijzondere procedure voorzien voor de invordering van retributies.
Artikel 177,2° van het decreet lokaal bestuur is eveneens toepasselijk op de invordering van retributies: met het oog op de invordering van de fiscale en niet-fiscale ontvangsten kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen, geviseerd en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Het dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot.
Een dwangbevel kan door het college van burgemeester en schepenen alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard worden als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief, met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het burgerlijk wetboek, en die een bewijs oplevert van deze melding, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens.
De gemeente kan administratieve kosten aanrekenen voor die aangetekende brief. Die kosten zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen ook ingevorderd worden via het dwangbevel. Bij betwisting van de schuldvordering zijn de gewone burgerlijke rechtbanken bevoegd.